‘Ik werk heel snel, extraheer al in mijn hoofd. Pas bij het redigeren wordt een enkele zin geschrapt. Deze verhalenbundel heb ik zes maanden na het verschijnen van mijn novelle Beminde Onrust geschreven. Hij gaat over mensen die zich in een isolement bevinden, letterlijk èn in hun hoofd. Er gebeurt weinig, er is geen spanningsboog. Door minimaal te doseren hoop ik via vluchtige gebeurtenissen tot iets elementairs te komen: angst, eenzaamheid, gekte. De titel refereert aan de idee dat je als je liegt zowel de leugen als de waarheid beleeft.

Rogi Wieg, foto: Maarten SlagboomIk bevind me als schrijver steeds sterker in een isolement. Die weg wíl ik ook inslaan. Ik kies steeds meer voor het leven, steeds minder voor het schrijven. Ik ga trouwen en denk er aan een gezin te stichten. Trek me niets aan van mensen die zeggen dat ik mijn talent moet uitbuiten. Als ik gelukkig ben, ben ik minder in staat te schrijven, dus: mijn meesterwerk wordt een boek over geluk. Ik zal spaarzamer worden in wat ik meedeel, maar blijf schrijven omdat ik geld moet verdienen. Ooit hoop ik het niveau van Thomas Bernhard te bereiken. Na deze bundel doe ik alvast een gooi met Sneeuwvlok, één lang gedicht dat in maart wordt uitgegeven’.

december 1991