De playlist van week 20 en 21 (2010)
Cold blooded old times – Bill Callahan
Hij draait al meer dan 20 jaar mee, maar van een live-plaat was het nog niet gekomen. Nu is er Rough travel for a rare thing van Bill Callahan, met opnames die drie jaar geleden werden gemaakt tijdens zijn toernee in Australië. De meeste nummers die hij er speelde waren eerder verschenen onder de naam Smog, zoals ook dit Cold blooded old times. Callahan is behalve een man van weinig akkoorden ook een man van weinig woorden. Maar die woorden die hij kiest treffen voortdurend doel. Zoals wanneer hij zijn herinneringen als kind opdiept en over zijn ouders schrijft: And though you were/ Just a little squirrel/ You understood every word/ And it’s this way/ They gave you clarity/ A cold blooded clarity. Het nummer verscheen oorspronkelijk op de cd Knock knock (1999) maar is het meest bekend van de soundtrack van de Nick Hornby-verfilming High fidelity.
Hoor de originele versie uit 1999 hier.
Numbers don’t lie – Mynabirds
Ze wilde altijd al een plaat maken die klinkt als ‘Neil Young op Motown’, deze Laura Burhenn die vroeger deel uitmaakte van het gitaarbandje Georgie James. Numbers don’t lie is terug te vinden op de debuut-cd What we lose in the fire we gain in the blood van Burhenns nieuwe groep the Mynabirds – een verbastering van The Minah Birds, een groep die daadwerkelijk in de jaren zestig tekende bij Motown en waaraan naast Rick James inderdaad ook ene Neil Young was gelieerd. ‘I went into the studio to make this Neil Young doing Motown thing,’ vertelt Burhenn over haar nieuwe plaat in een interview aan Spinner. ‘I had been listening to a lot of Dusty Springfield, Bobbie Gentry, and other amazing female singers like Carole King and Grace Slick. A little bit of gospel, soul and a little bit of straight country. There is something very comforting about it. The whole record is really about loss and recovery, I wanted to make music that felt comforting, that people felt familiar with, like family.’ Missie geslaagd.
Zie en hoor hier.
Days– Sambassadeur
Days is de eerste single van de nieuwe, derde cd European van de Zweedse groep Sambassadeur, vernoemd naar Serge Gainsbourgs Les sambassadeurs. Sambassadeur, afkomstig uit Göteborg, grossiert in georkestreerde pop die schreeuwt om eindeloze zomerdagen. Open zwiepende tuindeuren, het haar in de wind. Een groep die in een adem genoemd mag worden met de Schotse collega’s van Camera Obscura (die trouwens ook nèt een nieuwe single hebben uitgebracht, een cover van Richard Hawley’s The nights are cold).
Hoor Days hier.
And now – JJ
Eveneens uit havenstad Göteborg, dit duo JJ. Met opvallend weinig middelen en een goed ontwikkeld gevoel voor mysterie weet JJ veel sfeer te creeëren. Dromerig, kwikzilverachtig, soms fragiel. Hooguit net iets te ijl misschien, die stem van Elin Kastlander. Prachtig en onverbeterlijk wordt de cd aanbevolen op Amazon.com: ‘It is the soundtrack for friends packed into the town square’s tiniest tavern, their moontanned, apple-cheeked faces glowing, their dilated pupils filled with all the meaning and meaninglessness of a magic 8-ball’. De cd kreeg de enigszins misleidende titel No. 3 – de eerste singe heette No. 1 en het daarop volgende echte debuut No. 2.
Hoor JJ en And now hier.
What’s in it for? – Avi Buffalo
Avi Buffalo is de naam die de 18-jarige Avigdor Zahner-Isenberg zijn groep gaf. Een typisch West Coast-geluid, waarin onder meer echo’s weerklinken van de Beach Boys. We draaiden What’s in it for? ook al in december, toen het voor het eerst de ronde deed op internet. De debuut-cd op Sub Pop is nu ook verschenen, en stelt beslist niet teleur. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan was Avi Buffalo al het voorprogramma van het populaire Vampire Weekend. Bijzonder debuut.
Zie en hoor Avi Buffalo en What’s in it for? hier.
Lemonade – CocoRosie
Hoewel natuurlijk niet meer zo verrassend als een paar jaar geleden, is het geluid van de feërieke Newyorkse zusjes Bianca en Sierra Cassady, alias CocoRosie, nog altijd bedwelmend. Ze zijn terug met een nieuwe plaat Grey oceans, en eigenlijk is er niet zo veel veranderd in hun biotoop: de muziek blijft theatraal, burlesk soms, met een engelachtige sopraan en een kinderlijke heks die niet kijken op een snor meer of minder. Ongeëvenaard in de categorie Totally weird stuff. Toch klinkt CocoRosie toegankelijker en minder grillig dan voorheen, of is dat gewenning? Misschien heeft het ermee te maken dat er op Grey oceans een grote rol is weggelegd voor jazzpianist Gaël Rakotondrabe, zo groot dat hij hier en daar al als derde vaste bandlid wordt opgevoerd.
Zie en hoor de clip bij Lemonade hier.
En zie en hoor hier het nog altijd betoverende titelnummer van Noah’s ark (2005).
Troubles will be gone – The Tallest Man on Earth
Terug naar Zweden nu. De Zweedse singer-songwriter Kristian Matsson maakt Dylaneske platen onder de naam The Tallest Man on Earth. Van zijn nieuwe cd The wild hunt draaien we Troubles will be gone. ‘The day is never done/ Still there’s a light on where you sleep/ So I hope someday your troubles will be gone.’
Zie en hoor (een amateur-opname) van Troubles will be gone tijdens een live-optreden hier.
The mermaid parade – Phosphorescent
Na zijn tribute-plaat voor Willie Nelson is Matthew Houck alias Phosphorescent terug met een reguliere plaat (Here’s to taking it easy), daarvan draaien we de onbetwiste standout-track The mermaid parade. Net als Will Oldham verspilt Houck soms net te veel tijd aan rammelende, grillige probeersels, liedjes eigenlijk die even onvast zijn als z’n stem, maar het is niet voor het eerst dat hij óók in staat blijkt te zijn tijdloze, perfecte popliedjes te schrijven.
Hoor Phosphorescent en The mermaid parade hier.
Maar zijn mooiste nummer blijft wat mij betreft vooralsnog Joe tex, these taming blues van Aw come aw wry uit 2005. Hoor hier.
Ravenna – Trembling Bells
Track van de tweede cd Abandoned love van de Schotse folkgroep Trembling Bells (op Honest Jon’s). Het kwartet (met als sterkste troef sopraan Lavina Blackwell) heeft een sterke hang naar de experimentele folk uit het Engeland van de late jaren zestig en omschrijft zichzelf ergens als een ‘song-based group who seek to reanimate the psychic landscapes of Great Britain and relocate them to some vague, mythic land where basic human crises are encountered and conquered.’ Ai… Toch niet te versmaden, dit Ravenna.
Equestrienne – Natalie Merchant
Met uitzondering van een retrospectief was het heel lang stil rond Natalie Merchant. De aanvang van die stilte blijkt achteraf gezien samen te vallen met de geboorte van haar dochter, die ze blijkens haar nieuwe project Leave your sleep bedelft onder de kinderpoëzie (en poëzie over kind-zijn). Op de dubbel-cd is een keur terug te vinden die de periode bestrijkt van de Victoriaanse tijd tot nu, rijk gearrangeerd. De wals Equestrienne is een op muziek gezet gedicht van de vroeg-twintigste-eeuwse jeugdschrijfster Rachel Field.
Zie en hoor Natalie Merchant en Equestrienne hier.
Hoor ook haar indrukwekkende versie van Which side are you on? hier. Which side are you on? werd in 1931 geschreven door Florence Reece, de vrouw van een leider van de mijnwerkersvakbond in Kentucky, en verhaalt over de vurige strijd tussen de mijnwerkers en de mijneigenaren. De melodie leende ze van de Baptisten-lofzang Lay the Lily low. Merchant nam deze versie op voor de vorige cd The house carpenter’s daughter (2003).
When I go down on you – Black Francis
Track van de nieuwe plaat Nonstoperotik van Black Francis, ook nog altijd zanger van de weer herenigde groep The Pixies. Solowerk heeft nooit kunnen tippen aan dat van de illustere groep, en dat geldt helaas nog steeds. Dit nummer, live al langer een favoriet op de setlist, kan er in ieder geval prima mee door.
(Maar geef mij als het er op aankomt toch maar dit).
Rio – Hey Marseilles
Hey Marseilles komt uit Seattle en zingt over Rio. Kern van de groep bestaat uit folkies Nick Ward en Matt Bishop. De cd heet To travel and trunks. Het zijn naast de cello, de accordeon, de trompet, de gitaar en de viool ook die handklapjes die het ‘m doen.
Zie en hoor Hey Marseilles en Rio live in een radio-studio hier.
Salt of the earth – Bettye Lavette
Nog zo’n strijdbaar lied dat het opneemt voor de common man. ‘Say a prayer for the common foot soldier/ Spare a thought for his back breaking work/ Say a prayer for his wife and his children/ Who burn the fires and who still till the earth’. Met Salth of the earth sloten de Rolling Stones indertijd (1968) hun elpee Beggars Banquet af. Bettye Lavette, gelouterd soul- en bluesveteraan, nam – doorleefd als altijd – een versie op voor haar nieuwe cd Interpretations – The British Rock Songbook, waarop ze dertien interpretaties laat horen van klassieke Engelse liedjes. Het idee ontstond nadat ze ter ere van The Who ten overstaan van Pete Townshend en Roger Daltrey tijdens een live-optreden liet horen hoe mooi ze Love reign o’er me had bewerkt. Dat nummer is natuurlijk ook terug te vinden op deze cd, evenals onder meer haar bewogen opnames van Don’t let me be misunderstood en Don’t let the sun go down on me. Lavette, die begin deze eeuw geheel terecht eindelijk aan de vergetelheid werd onttrokken, ontwikkelde op latere leeftijd een zwak voor rock, funk en blues. Ik mag het misschien niet hardop zeggen, maar eigenlijk is dat jammer. Want voor mij blijft ze een van de ongekroonde koninginnen van de deep soul uit de late jaren zestig. Haar klassieke Let me down easy is ongetwijfeld een van de allermooiste nummers in het genre. Hartverscheurend, en zonder weerga. Veel van de muziek die ze indertijd opnam werd haar, zo laat ze vandaag de dag niet na te verkondigen, min of meer door de strot geduwd. Zonder een noemenswaardige doorbraak besloot haar toenmalige platenmaatschappij opgenomen materiaal maar op de plank te laten liggen. Verbitterd keerde Lavette – in ’46 geboren als Betty Haskins – de muziek decennia lang de rug toe, om pas begin deze eeuw herontdekt te worden. Twee jaar geleden trad ze op tijdens het concert ter gelegenheid van de inauguratie van Obama. Zestien juni staat ze in Paradiso.
Zie en hoor hier.
En zie en hoor de 19-jarige Bettye Lavette in 1965 met Let me down easy hier.
Yiri yiri bon – Ska Cubano
Als twee Londenaren, onder wie de ska-legende Natty Bo, naar Santiago de Cuba trekken komen ze in contact met Cubaanse musici die er wel voor voelen samen een band op te richten. Dat wordt Ska Cubano. Dit nummer Yiro yiri bon is terug te vinden op de nieuwste compilatie van het Putumayo-label, Latin party.
Clementine – Sarah Jaffe
Track van geslaagd debuut Suburban nature van de 24-jarige Texaanse zangeres Sarah Jaffe (eerder onder meer te horen op de laatste cd van Robert Gomez). Ze toerde eerder als voorprogramma van Midlake, stadsgenoten uit Denton.
Hoor hier.
Cry, cry, baby – Nina Nastasia
Nina Nastasia, de Newyorkse zangeres die John Peel net zo vaak bleef draaien tot haar onverkrijgbare debuut Dogs eindelijk opnieuw werd uitgebracht en ze een vaste schare volgelingen had, keert terug met een zwaar georkestreerde plaat, Outlaster. De opener Cry, cry, baby (nee, het is géén cover van de Garnet Mimms/ Janis Joplin-klassieker) circuleerde al enige tijd op het net. Steve Albini zit nog altijd aan de knoppen.
Zie en hoor Nina Nastasia en Cry, cry, baby hier.
Tamacun – Rodrigo y Gabriela
En bij wijze van toegift: dit was vorige week te horen binnen de muren van Het Witte Huis, waar Rodrigo y Gabriela (net als Obama’s favoriet Beyoncé) een staatsdiner met de Mexicaanse president Felipe Hinojosa en tweehonderd genodigden muzikaal mochten opluisteren. De leden van dit vingervlugge Mexicaanse gitaarduo, Rodrigo Sánchez en Gabriela Quintero, delen een trashmetal-verleden en namen behalve eigen werk ook covers op van onder meer Metallica. Het opgewekte Tamacun, terug te vinden op hun titeloze cd uit 2006, draaiden we indertijd met veel instemming in De Ochtenden.
Zie en hoor Rodrigo y Gabriela en Tamacun hier.
De playlists van week 18 en 19
Welke muziek klonk deze en vorige week in Villa VPRO?
Tabaco y Ron – Rodolfo y Su Típica Ra7
Van de nieuwe compilatie-cd Afro Sound of Colombia, weer zo’n parel op het Spaanse Vampi, komt dit Tabaco y Ron, een oorspronkelijk Venezolaans liedje, door velen opgenomen, maar hier in de definitieve versie, van Rodolfo Aicardi (echte naam: Marco Tuilo Aicardi Rivera, overleden in 2007). Alle hier gepresenteerde muziek verscheen in de late jaren zestig en vroege jaren zeventig in Colombia op het Discos Fuentos-label, dat zich had toegelegd op de Afro-Latin-cocktail van salsa, boogaloo, afrobeat en cumbia. Een glansrol was weggelegd voor de salsa van beroepsprovocateur Fruko en zijn begeleidingsgroep Sus Tesos. De tracks zijn volgens de samensteller DJ Bongohead gekozen omdat ze ‘fun, funky, unexpected, crazy and hot’ zijn, maar ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat dat voor de volledige archieven geldt. Fijn dus dat er in kleine letters ‘volume 1’ onder staat.
Zie en hoor Rodolfo Aicardi (op latere leeftijd) en Tabaco Y Ron hier.
Surprise hotel – Fool’s Gold
Nog meer Afrobeat die niet uit Afrika komt. Je zou het op het eerste gehoor niet zeggen, maar deze muziek komt uit Los Angeles. Lewis Pesacov kon zijn obsessie met Afrikaanse muziek maar mondjesmaat kwijt in zijn band Foreign Born en zag zich genoodzaakt om – samen met de van oorsprong Israëlische Luke Top – de groep Fool’s Gold op te richten. Op de titelloze debuutplaat experimenteren ze er lustig op los met Afrikaanse klanken en ritmes. ‘An Afrobeat Talking Heads’, schreef de criticus van The Guardian over deze groep, waarin ook leden van We Are Scientists en The Fall zijn opgenomen. Luke Top zingt voornamelijk in het Hebreeuws, zoals ook in deze aanstekelijke opener van de plaat, Surprise hotel.
Zie en hoor hier.
How come that blood – Sam Amidon
Twee jaar geleden hoorde ik voor het eerst van folkzanger Sam Amidon door zijn bijdrage aan de cd Mothertongue van de Newyorkse componist en arrangeur Nico Muhly. Het drieluik waarmee die cd besluit wordt gezongen door Amidon. Iedere keer dat hij zijn tekstregel in The only tune opnieuw zingt wordt de regel langer, wat de muziek iets meditatiefs geeft, en herinneringen oproept aan Gavin Bryars’ Jesus blood never failed me yet. Intussen hebben beide muzikanten (die samen ook deel uitmaken van de zogenaamde Bedroom Community, een gezelschap dat nogal artistiekerige, maar wel interessante muziek opneemt in een Ijslandse studio) op eigen kracht naam gemaakt. Muhly vooral als arrangeur, op platen van bijvoorbeeld Antony & The Johnsons en Sigur Rós-zanger Jónsi. Amidon met een reeks platen vol eigenzinnige versies van traditionals. De 29-jarige Amidon (oorspronkelijk uit Vermont) zingt ze eigenlijk behoorlijk monotoon, maar weet steeds een subtiele spanning te creeëren met behulp van strijkers en verstoorde elektronica. Op z’n nieuwe cd I see the sign – opnieuw een verzameling traditionals, aangevuld met een nummer van R. Kelly – wordt hij onder anderen bijgestaan door de Britse zangeres Beth Orton, met wie hij eerder ook al een duet-versie opnam van Big Stars klassieker Thirteen. Het nummer dat we draaien is de opener van de plaat, een echte murder ballad waarin een man z’n broer vermoordt, de misdaad opbiecht aan z’n moeder en vervolgens het land onvlucht. How come that blood.
Zie en hoor hier.
Hoewel – zowel audio als visueel – van aanzienlijk magerder kwaliteit, maar toch: zie en hoor ook Sam Amidon en Nico Muhly die How come that blood spelen in de Londense Union Chapel, januari jl. hier.
You’ve been warned – Dirty Sweet
De southern blues rockers van Dirty Sweet uit San Diego maakten drie jaar geleden naam met het debuut Of monarchs and beggars, stonden in de tussentijd al in een uitverkocht Paradiso, en brengen nu hun tweede in omloop, American Spiritual. Soms neigt de muziek van het langharige viertal te veel naar volvette rock die niet zou misstaan op Arrow Classic Radio, maar tegen zoiets als deze aanstekelijke single is geen weerstand te bieden.
Zie en hoor Dirty Sweet en (de clip bij) You’ve been warned hier.
Vaporize – Broken Bells
Toegankelijke, aangename popplaat van een duo waarvan de leden hun sporen al ruimschoots hebben verdiend. De ene helft van Broken Bells bestaat uit Danger Mouse, sterproducer, helft van het duo Gnarls Barkley dat tekende voor dé zomerhit van 2006 (Crazy), en niet te vergeten de man achter The Grey Album, het project dat bestond uit een totale mash up van The White Album van The Beatles en The Black Album van Jay-Z. De andere helft van Broken Bells is James Mercer, in het dagelijks leven zanger van de gitaargroep The Shins. Werkt heel erg goed, deze combinatie.
Hoor hier.
Tighten up – The Black Keys
Dezelfde Danger Mouse is als producer ook verantwoordelijk voor het geluid van de nieuwe (zesde alweer) van The Black Keys, het bluesrock-duo dat hier minder vuig klinkt dan voorheen. De single heet Tighten up, de cd Brothers verschijnt komende week. 28 juni in Paradiso, Amsterdam.
Hoor hier.
Wire wire – Jen Olive
Van het bijzondere officiële debuut Warm robot van Jen Olive, gecontracteerd door XTC’s Andy Partridge die haar ‘this astounding allegro algorhythm from Albuquerque’ noemt. Folk-knutsel-pop, maar toch gloedvol. Olive is de dochter van een jazz-zangeres en een trombonist, en het nichtje van de leading saxofonist in het orkest van Count Basie.
Hoor (en zie) ook de track Querquehouse hier.
Belly of June – Horse Feathers
Track van de nieuwe, derde cd Thistled spring van de folkgroep Horse Feathers uit Portland, het geesteskind van Justin Ringle en Peter Broderick. Multi-instrumentalist Broderick heeft de band inmiddels verlaten, maar het weelderige geluid is daarmee niet wezenlijk veranderd. Het aantal in het oog springende (folk-)acts uit Portland in Oregon is trouwens inmiddels bijna niet meer te tellen… wat een rijkdom daar.
Zie en hoor Horse Feathers en Belly of June hier.
Demon kitty rag – Katzenjammer
Noorse damesfolkgroep, ontstaan op de Popacademie in Oslo. Mag in de Gouden Gids onder de rubriek ‘Geschikt voor bruiloften en partijen’ en het mooie is: dat wordt nog een leuk feestje ook. De vrouwen, niet zelden gehuld in dirndljurkjes, maken er een sport van op het podium zo vaak mogelijk te wisselen van instrument. De naam Katzenjammer staat zowel voor ‘tumult’ als voor ‘kater’ (in de zin van: the morning after), de muziek is een potpourri van folk, bluegrass, Balkan-muziek en klassiek. Demon kitty rag staat nu als extra track op de cd-single Tea with cinnamon (ter promotie van een nieuwe versie van hun cd Le Pop), maar verscheen vorig jaar ook al zelfstandig als single.
Zie en hoor Katzenjammer en Demon kitty rag in de radio-studio van Giel Beelen hier.
De playlists van week 16 en 17
Welke muziek klonk deze en vorige week in Villa VPRO?
Stranger – Dr. Dog
Openingstrack van de nieuwe (vijfde) cd Shame, shame van het kwintet Dr. Dog uit Philadelphia, dat nog altijd uitblinkt in pakkende liedjes en Beatleske harmoniezang. 25 mei in Paradiso, Amsterdam.
Hoor Dr. Dog en Stranger hier.
The marquee – Gigi
Gigi is het project van twee Canadese muzikanten, Colin Stewart en Nick Krgovich – niet te verwarren dus met de Ethiopische zangeres met dezelfde naam. Stewart en Krgovich, liefhebbers van georkestreerde jaren zestig-pop van Burt Bacharach en Phil Spector, schaften twee ouderwetse plate reverbs aan en trommelden voor Maintenant half Vancouver op in de plaatselijke Hive Studio’s. Zo treden onder meer Owen Pallett (voorheen Final Fantasy) en Mirah aan. Zangeres Katie Eastburn, die Krgovich kende van haar band Young People, neemt de honneurs waar in het aanstekelijke Bacharach-achtige The marquee. Eigenlijk was het meeste materiaal al in 2006 klaar, maar toen had Krgocvich nog niet bedacht dat het hij de liedjes niet allemaal zelf hoefde te zingen. Dat inzicht maakte het wachten meer dan waard. De cd is minstens zo geslaagd als die van het verwante Schotse God Help the Girl (2009).
Hoor Gigi en The Marquee hier.
En No, my heart will go on hier.
Blackberry stone – Laura Marling
My husband left me last night zingt de twintigjarige Britse folkzangeres Laura Marling in het titelnummer van haar nieuwe, tweede cd. ‘Soms heb ik geen controle over de manier waarop tekstregels zich presenteren,’ zei ze onlangs tegen NRC’s Jan Vollaard. ‘Die openingszin is het beste bewijs van het feit dat ik als liedjesschrijver doe wat het moment mij ingeeft. De vorm is die van een oude folksong, maar het liedje geeft mij het platform om mijn hart te luchten.’ En dan te bedenken dat het materiaal op de cd I speak because I can voor het overgrote deel al een paar jaar oud is. Het was geen huwelijk weliswaar, maar inmiddels heeft Marling wel een verbroken relatie achter de kiezen, die door haar partner ook al in muziek is omgezet (de cd First days of spring van Noah & The Whale, rond zanger Charlie Fink). En de derde cd van de produktieve Marling is al onderweg, dus wie weet kan de getalenteerde zangeres dan nu toch putten uit eigen ervaring. Het nummer Blackberry stone stond ook al op de playlists tijdens de eerdere toernees van Marling (ze speelde het ook vaak van Marcus Mumford, die intussen folkgroep Mumford & Sons heeft opgericht) en wordt op de nieuwe plaat prachtig subtiel aangekleed.
Hoor Laura Marling en Blackberry stone hier.
Forget it – Holly Golightly & The Brokeoffs
De Britse zangeres Holly Golightly, vroeger frontvrouw van Thee Headcoatees, raakt met iedere plaat verder verwijderd van het lo fi geluid waarmee ze in de jaren negentig naam maakte. Haar nieuwe cd Medicine county behoort tot de meest toegankelijke in de lijst. Daarvan draaien we Forget it, dat ook op single is uitgebracht.
Hoor hier.
Walk it off – Angus & Julia Stone
Het was die kinderlijke stem van Julia Stone die me ten tijde van het debuut A book like this van Angus & Julia Stone een paar jaar geleden een beetje te veel tegenstond, maar op de opvolger Down the way is het songmateriaal van het broer-zus-duo (oorspronkelijk uit Sydney, maar tegenwoordig woonachtig in Londen) bij tijd en wijle zo sterk dat er bijna geen ontkomen meer aan is. Zoals dit nummer Walk it off, waarin Julia Stone vooral doet denken aan de Ijslandse Emiliana Torrini. Vooruit, ik geef me gewonnen. Angus & Julia Stone waren trouwens onlangs te zien en te horen op het Motel Mozaique festival, maar keren komende week al weer terug naar Nederland; op Bevrijdingsdag staan ze in Paradiso, Amsterdam, een dag later in de Oosterpoort in Groningen.
Hoor hier.
Dear Friend – Emanuel & The Fear
Prachtig dwingende titel heeft dit debuut: Listen. Emanuel & The Fear is een elfkoppige groep uit Brooklyn die tot vervelens toe vergeleken wordt met The Polyphonic Spree. In een interview met een Vlaamse journalist zei bandleider Emanuel Ayvas zelf: ‘Wij zijn een soort mini-orkest. We gebruiken naast de gewone rockinstrumenten ook violen, trombones, cello’s en trompetten. We hebben elf leden, dat is ongewoon. Maar ik vind het interessant om met zoveel mensen muziek te maken. Enkelen van hen hebben al heel wat ervaring opgedaan, bij Sufjan Stevens bijvoorbeeld. Ik ben via via met die muzikanten in contact gekomen, en ik ben zeer blij dat ik met hen mag samenwerken. Het is trouwens altijd grappig om te zien of we met z’n allen op het podium passen! Dat kan dan misschien vol lijken, niemand voelt zich in een hoekje gedrukt, letterlijk én figuurlijk. Het genre dat we brengen kun je in het vakje orkestrale rock plaatsen’.
The keeper – Bonobo
Bonobo is de artiestennaam van de Britse triphop-producer Simon Green, die al jaren vol overgave laat horen dat lome lounge-achtige muziek ook spannend kan zijn. Dat doet hij door een consequent mooie spanningsopbouw, door onverwachte instrumenten voor het genre (strijkers, met name) en zeker ook doordat hij de juiste neus heeft voor gastzangers en – zangeressen. Op voorganger Days to come waren dat Fink en met name Bajka, op deze nieuwe plaat Black sands is dat zangeres Andreya Triana, zoals in dit nummer The keeper.
Zie en hoor hier.
Hoor ook het oudere Recurring van Bonobo hier.
De playlists van week 14 en 15
Welke muziek klonk deze en vorige week in Villa VPRO?
Something, somewhere, sometime – Ben Sollee & Daniel Martin Moore
Something, somewhere, sometime van het gelegenheidsduo Ben Sollee en Daniel Martin Moore, dat de krachten bundelde voor een plaat waarmee ze protesteren tegen mountaintop removal in de Appalachen, de vorm van mijnbouw waarbij bergtoppen worden opgeblazen om toegang te krijgen tot de bodemschatten. Heel ecologisch verantwoord dus, maar dat mag de pret niet drukken. Sollee is cellist, Martin Moore debuteerde twee jaar geleden overtuigend met het ingetogen Stray age, dat herinneringen opriep aan Nick Drake. Ze komen allebei uit Kentucky, en schijnen elkaar te hebben leren kennen via MySpace. De cd, geproduceerd door Jim James (My Morning Jacket), heet Dear companion.
Zie en hoor Ben Sollee en Daniel Martin Moore tijdens een optreden hier.
And it spread – Avett Brothers
Scott en Seth Avett, alias The Avett Brothers, maakten in thuisland Amerika al naam met een reeks platen (negen, maar liefst), de nieuwste cd I and love and you is ook hier in Europa uitgebracht. Dat de plaat meer aandacht krijgt dan z’n voorgangers is ongetwijfeld onder meer te danken aan de naam van producer Rick Rubin. Gijsbert Kamer van De Volkskrant interviewde het duo onlangs en schreef in zijn artikel dat Rubin een specifiek geluid dat de broers maakten had onthouden. ‘Werkend aan de onlangs verschenen zesde en laatste plaat met uit de reeks American Recordings van Johnny Cash, moest hij er weer aan denken,’ schrijft Kamer. ‘Hij nodigde de broers uit en hun stemmen en hun voetstampen zijn te horen in het titelnummer Ain’t No Grave. Seth Avett: ‘Toen we met Rubin onze plaat opnamen, was ik geen moment nerveus, maar nu wel. Ik kreeg de kale stem van Cash over de koptelefoon en mocht met hem meedoen. Een liedje dat nog niemand kende, kregen wij als eerste te horen. Eng wel. Een mooie bekroning ook.’
Hoor The Avett Brothers en And it spread hier.

Zoals het al even Engelse La Roux vorig jaar de elektropop uit de jaren tachtig deed herleven, zo put deze Lonelady, een pseudoniem waarachter Julie Campbell uit Manchester schuil gaat, uit een ander jaren tachtig-vaatje. Volop echo’s van Joy Division, PIL en Gang of Four hier. Hoekige riffs, arty zang. De plaat is zelfs geheel in stijl opgenomen in een leeg industrieel pand: hoe eighties kun je worden. 23 april in Paradiso.
Hoor hier.

Van 8 tot en met 11 april vond in Rotterdam weer het Motel Mozaique-festival plaats. Een van de bijzonderste acts was de Ijslandse groep Benni Hemm Hemm, die daar niet één keer optrad maar een paar dagen aaneen in steeds wisselende bezettingen. Dit nummer Til eru frae is terug te vinden op het debuut uit 2005. Het regende positieve reacties toen we het indertijd draaiden in De Ochtenden. Benni Hemm Hemm, tot op grote hoogte het project van Benedikt H. Hermannsson, bracht na dat debuut nog de – in de studio van Sigur Rós opgenomen – cd Kajak uit en eerder deze maand nog een nieuwe EP. Nog altijd mooi, maar jammer dat hij steeds meer in het Engels zingt. Het verbreekt een beetje de betovering.
Hoor hier.
Go do – Jónsi
Dat geldt zeker ook voor Sigur Rós-zanger Jónsi (Birgisson), op zijn solodebuut. Kennelijk is dat Ijslands een belangrijk ingredient van de toverformule waarvan ook Sigur Rós zich bedient. Sterker nog, bij Sigur Rós zong hij vaak met diezelfde kopstem in een zelfbedacht taaltje waardoor zijn muziek per definitie niets anders uitdrukte dan de muziek zelf. Jónsi, die voor zijn soloproject onder anderen arrangeur Nico Muhly inschakelde, klinkt in deze uitbundige single behoorlijk schaamteloos. Het grenst aan jubel-kitsch wat hij doet, maar hij komt er mee weg. Zeker in een week waarin vulkanisch as uit Ijsland ons luchtverkeer lam legt.
Zie en hoor Go do hier.
Zie en hoor ook Sigur Rós met Starálfur (1999) hier.
Zebra – Beach House
Beach House is een wonderlijk duo uit Baltimore, en het typerende stemgeluid is van de oorspronkelijk Franse zangeres Victoria Legrand. Zebra heet het nummer en het staat op hun nieuwe, derde cd Teen dream.
Zie en hoor Beach House en Zebra hier.
En zo klinkt het als een kinderkoor het zingt!
True love castout all evil – Roky Erickson with Okkervil River
Een eerste muzikaal levensteken van de inmiddels 63-jarige psychedelica- en garagerocklegende Roky Erickson (van de jaren zestig-band The 13th Floor Elevators) in veertien jaar tijd, deze geslaagde samenwerking met de mannen van Okkervil River onder leiding van Will Shef. Titelnummer van de cd, verschenen op het Schotse Chemikal Underground.
Zie en hoor hier.
De playlists van week 12 en 13
Welke muziek klonk deze en vorige week in Villa VPRO?
In the sun – She & Him
Twee jaar geleden maakten ze als She & Him al samen een plaat vol zonnige sixtiespop, zanger-gitarist M. Ward en zangeres-actrice Zooey Deshanel. Volume One heette die plaat, dus daarin school al een belofte. En inderdaad, het net verschenen Volume Two is van hetzelfde laken een pak, en gelukkig maar. In the sun, met medewerking van Tilly & The Wall, is de single. Het duo leerde elkaar indertijd kennen op de set van de film The Go-Getter, waarin Deshanel de hoofdrol vertolkt. Het eerste dat ze samen opnamen was een versie van Linda & Richard Thompsons When I get to the border, maar van hun gedeelde interesses is de muziek van Phil Spector het meest hoorbaar. Dat maakt She & Him tot een van de leukste acts in de almaar uitdijende lijst van jonge Spector-adepten (denk ook aan The Morning Benders, Gigi, The Last Shadow Puppets). Om de Spector-mania luister bij te zetten verscheen ook zojuist de cd Phil Spector – The Early Productions, waarop de beginjaren van het Wall of Sound-genie in wording zijn gedocumenteerd. Van de allereerste opname met The Teddy Bears in 1958 tot de vooravond van zijn doorbraak in 1963. Spector zelf zit intussen een gevangenisstraf uit van 19 jaar vanwege doodslag op de actrice Lana Clarkson.
Zie en hoor hier.
She & Him treedt 6 mei op in De Melkweg in Amsterdam.
Lion face boy – Seabear
Wat is dat toch met dat Ijsland? Nog altijd dienen zich nieuwe, inventieve groepen aan die alle wel wat van elkaar weg hebben, maar toch ook een eigen geluid hebben. De tijd dat Ijsland muzikaal gezien gelijk stond aan Björk, ligt ver achter ons. Het debuut van Seabear had ik twee jaar geleden over het hoofd gezien, maar de nieuwe cd We built a fire komt nu bovendrijven in het aanbod. Een zevenkoppige groep, ooit begonnen als eenmansproject van student visuele kunsten Sindri Mar Sigfussen, met zachtaardige folky liedjes die soms een venijnig randje hebben. Met glansrollen voor trombone, hoorn, trompet , ukelele en banjo, dus dan weet u wel hoe laat het is. Lion face boy is de nieuwe single. De teksten zijn alle in het Engels – net als op de nieuwe EP van het al even Ijslandse Benni Hemm Hemm trouwens, waar het de oude betovering een beetje verbreekt.
Hoor Lion face boy hier.
Tramps and hawkers – Erland & The Carnival
Van het titelloze debuut van Erland & The Carnival, een Engelse groep die zich onder meer laaft aan Schotse en Engelse folkklassiekers zoals dit Tramps and hawkers. De groep heeft zich vernoemd naar het nummer My name is carnival van Jackson C. Frank. Spil van Erland & The Carnival is het duo Erland Cooper en Simon Tong, die eerder onder meer deel uitmaakte van Blur. Cooper deed speurwerk bij het Vaughan Williams-museum in zijn woonwijk, en bestudeerde de oeuvres van Bert Jansch en Davey Graham als bijbels.
Zie en hoor ook de single Was you ever see hier.
Our team is grand – Clare & The Reasons
Vorige week traden ze op in Paradiso, deze Newyorkse groep Clare & the Reasons rondom de klassiek geschoolde zangeres en songschrijver Claire Muldauer. Muldauer is de dochter van songschrijvers Geoff Muldauer en Maria Muldauer en de zus van Jenni Muldauer, die onlangs nog een soulplaat uitbracht. Het begint al met al dus een beetje te lijken op het verhaal van de familie Wainwright. De tweede cd Arrow is verschenen, even rijk georkestreerd als het debuut twee jaar geleden en even schatplichtig aan Disney, vintage Hollywood en Van Dyke Parks. En met een even glansrijke hoofdrol voor het zoetgevooisde stemgeluid van Clare zelf. Met een gastrol van Shara Worden van My Brightest Diamond.
Zie en hoor een live-versie van Our team is grand van Clare & The Reasons hier. En het bewijs dat je ook van Everybody wants to rule the world iets moois kunt maken (als je maar wìl..) hier.
Do wah do – Kate Nash
Ook zoetgevooisd, maar dan wel héél anders. Drie jaar geleden debuteerde ze met een door-en-door-Engelse plaat vol leuke, grofgebekte grotestadsliedjes, deze Kate Nash uit Londen. Kitchen sink drama’s van telkens drie-en-halve minuut, waaraan de Engelse censoren met hun bliepjes en ***jes een harde dobber hadden. Nu is ze terug, met deze single die de voorloper is van haar tweede cd My best friend is you, en kennelijk is er nog altijd een bitch die haar het leven zuur maakt. Net als collega Lily Allen weet Kate Nash haar streetwise teksten te koppelen aan vrolijke, inventieve melodieën. Do wah do had zo op het debuut Made of bricks gekund. Waarmee is gebleken dat ze ons met I just love you more, een stevig punky nummer dat een maand geleden al als voorbode op het net werd vrijgegeven, een beetje op het verkeerde been zette. Kate Nash staat 30 mei op Pinkpop, en doet een week later Paradiso aan.
Zie de clip bij Do wah do hier.
En haar doorbraakhitje Foundations uit 2007 hier.
Reflecting light – Sam Phillips
Reflecting light van Sam Phillips, het maakte al indruk toen ze het zes jaar geleden uitbracht (het stond op haar cd A boot and a shoe), maar het is nu in een geremixte versie ook terug te vinden op de soundtrack van de film Crazy heart. De film, waarin Jeff Bridges een country-zanger op z’n retour speelt, draait momenteel in de bioscoop. Phillips, de ex van T-Bone Burnett en ooit begonnen als reli-zangeres, maakte zelf overigens ooit furore als terroriste in (echt waar!) het Bruce Willis-vehikel Die hard with a vengeance. Van veel markten thuis dus, deze vrouw.
Hoor Sam Phillips’ Reflecting light hier.
Spit on a stranger – Pavement
Terug met een best of-cd (Quarantaine: The Past) en een reünietoer, deze groep Pavement, die elf jaar geleden uit elkaar ging. In de jaren negentig een van de boegbeelden van wat we toen lo fi noemden. Spit on a stranger verscheen oorspronkelijk op de laatste reguliere Pavement-cd, Terror twilight. Klinkt nog altijd goed, met die onweerstaanbaar lijzige zang van Stephen Malkmus. Pavement werd aanvankelijk sterk beïnvloed door The Fall. Fall-zanger Mark E. Smith deed de groep aanvankelijk af als een ‘rip off’ van zijn groep (maar goed, wat moest hij anders?), maar staat straks met The Fall wèl op het door Pavement te organiseren All Tomorrows Parties-festival, in mei in Somerset. De nieuwe (28e!) Fall-plaat The future our clutter is dan intussen ook uit. Voor wie het dichter bij huis zoekt: Pavement is 8 mei te zien in Paradiso.
Zie en hoor Pavement en Spit on a stranger hier. En in de hoogtijdagen, in ’94 in de Tonight Show van Jay Leno met Cut your hair hier. En drie jaar later in de show van Conan O’ Brien met Stereo hier.
Reach out for me – Lou Johnson
De tekst in het boekje bij de cd Lou Johnson – Incomparable soul artist (op Ace/Kent) begint met een retorische vraag: ‘If there were to be pop quiz questions as to who first recorded classics songs as Reach out for me, Always something there to remind me and Message to Martha, how many people beyond the circles of the readership of In the Basement could answer, without hesitation, Lou Johnson?’ Inderdaad, het zijn liedjes van Bacharach & David die stuk voor stuk vooral gelieerd zijn aan Dionne Warwick. Dat geldt ook voor Walk on by en The last one to be loved, ook allebei present op deze compilatie. Eigenlijk diende, zo maak ik uit de begeleidende tekst op, Lou Johnson voor Bacharach & David als proefkonijn. Hij was inderdaad de eerste die deze klassiek geworden nummers opnam, maar dat neemt niet weg dat Bacharach ze niet voor hem, maar voor Dionne Warwick had geschreven. ‘He told me that,’ vertelt Johnson. ‘But at that time, for some reason, they did them on me first’. Het leidde tot nauwelijks vergelijkbare versies van liedjes die domweg niet stuk kunnen. Een geluid ook dat nog altijd geïmiteerd en soms geëvenaard wordt, zoals op de net verschenen plaat Maintenant van het project Gigi. Op Reach out for me (1963) zijn Cissy Houston en Judy Clay te horen als achtergrondzangeressen.
Hoor Lou Johnson en Reach out for me hier.
Revolution – Mavis presented by Ashley Beedle & Darren Morris, feat. Candi Staton
Over Bacharach gesproken… Het was de versie van Bacharachs A house is not a home van Mavis Staples (hoor hier), die het Britse DJ-producersduo Ashley Beedle en Darren Morris op het idee bracht voor een hommage aan Mavis Staples (en de Staple Singers). Resultaat is de cd Mavis. Een opmerkelijk gevarieerd gezelschap treedt aan op het zwoele klanktapijt van Beedle en Morris, van Lambchop’s Kurt Wagner en Edwyn Collins (remember Orange Juice?) tot de altijd overtuigende Candi Staton.
De playlists van week 10 en 11
Welke muziek klonk deze en vorige week in Villa VPRO?
Thirteen – Big Star
Invloedrijk is waarschijnlijk het woord dat het meest valt in de postuumpjes over Alex Chilton. Dat is terecht, maar ook een beetje tragisch omdat zijn naam bij het grote publiek ondanks al die invloed waarschijnlijk geen bel doet rinkelen. Aan z’n liedjes ligt het niet. Thirteen, afkomstig van #1. Record uit 1972, is onbetwist één van zijn mooiste. Ik ken in elk geval geen liedje dat de aantrekkingskracht van popmuziek als je opgroeit zo voelbaar maakt. Een ontroerende kalverliefde doet de rest.
Won’t you let me walk you home from school
Won’t you let me meet you at the pool
Maybe Friday I can
get tickets for the dance
and I’ll take you
Won’t you tell your dad, ‘Get off my back’
Tell him what we said ‘bout ‘Paint It Black’
Rock ’n Roll is here to stay
Come inside where it’s okay
And I’ll shake you.
Won’t you tell me what you’re thinking of
Would you be an outlaw for my love
If it’s so, well, let me know
If it’s ‘no’, well, I can go
I won’t make you
Gisterochtend werd bekend dat Alex Chilton woensdag in een ziekenhuis in New Orleans is overleden. Voor Top 2000-liefhebbers is hij vooral de zanger van The Letter van The Box Tops uit 1967 (Chilton nog met een geaffecteerd ‘zwarte’ stem), maar het zijn vooral zijn platen uit de jaren zeventig met de groep Big Star die hem tot een van de meest invloedrijke popmuzikanten van zijn generatie maakten. Platen waarmee hij, zoals overal wordt gememoreerd, de weg bereidde voor latere bands als The Replacements (die het nummer Alex Chilton schreven), R.E.M., Jeff Buckley en vele, vele anderen. Chilton was ook producer van de vroege platen van The Cramps. David Kleijwegt schreef een paar weken geleden nog een mooi stukje over hem in Vrij Nederland, nadat hij de breekbare Chilton ergens in de VS op een vliegveld had gespot: ‘Ik zoek en herken Alex Chilton – en dat is voor een echte fan behoorlijk treurig – aan het volmaakt ronde kale plekje op zijn achterhoofd en, minder erg, zijn opvallend grote bruine schoenen. Hij zit bij gate D3, bestemming Newark New York, bleke french fries uit een bakje te eten. Ik blijf voor een moment staan kijken. Even zoekt Alex Chilton mijn blik, of misschien lijkt het maar zo. Ik hoor hem, de bitterste ex-popster die er bestaat, in mijn gedachten zeggen: ‘Laat me met rust.’ Maar hij hoeft niet te vrezen, geen moment zou ik het in mijn hoofd halen hem lastig te vallen.’ Morgen zou Chilton met Big Star in Austin op het SXSW-festival optreden. Hij is 59 jaar geworden.
Hoor Big Star en Thirteen hier. Er zijn ook mooie versies van onder meer Elliott Smith, Evan Dando en Teenage Fanclub.
En September gurls hier. En Holocaust hier. En The Letter van The Box Tops hier.
Flowers (Eurydice’s song) – Anaïs Mitchell
Samen met componist Michael Chorney bewerkte zangeres Anaïs Mitchell de Griekse mythe van Orpheus en Eurydice en maakte er een folk opera van, die de afgelopen jaren in Amerikaans theaters te zien was en waarin de onderwereld Hades bestaat uit een stadje in het Amerika ten tijde van de Great Depression. Orpheus bespeelt derhalve niet zijn lier, maar de banjo. De muziek uit die folk opera Hadestown verschijnt nu op cd en daarvan draaien we Flowers – Eurydice’s song.
Zie en hoor een impressie van de folkopera Hadestown hier.
Kala Djula – Ali Farka Toure & Toumani Diabate
Kort na het succes van hun gezamenlijke cd In the heart of the moon vijf jaar geleden namen de Malinese kora-speler Toumani Diabaté en gitarist Ali Farka Touré improviserenderwijs nóg een gezamenlijke plaat op. Het zouden de laatste opnamen worden voor Touré, die in het voorjaar van 2006 overleed. Het heeft een kleine vijf jaar geduurd, maar die tweede plaat (Ali and Toumani) , als even hemels als de eerste, ligt nu in de winkels en daarvan draaien we Kala djula.
Zie en hoor Kala djula hier.
Ain’t no grave – Johnny Cash
Nog meer postuum werk. Ain’t no grave is het titelnummer van het zesde en laatste deel van de serie American Recordings, de platen die Johnny Cash tijdens de laatste jaren van zijn leven opnam met producer Rick Rubin. De plaat werd opgenomen in de periode tussen de dood van zijn vrouw June Carter en zijn eigen sterfdatum in september 2003. Indrukwekkende zwanezang.
Hoor en zie hier.
Protection racket – Fionn Regan
Fionn Regan is een singer-songwiter uit Dublin die vier jaar geleden debuteerde met een plaat vol dromerige akoestische folkliedjes en nu – een stuk geruislozer dan zijn held Bob Dylan in 1965 die er voor van hoogverraad werd beticht – de overstap maakt naar een elektrisch versterkt, steviger geluid. Staat ‘m wel goed. Die pompeuze titels (de cd heet The shadow of an empire, de voorganger The end of history) nemen we maar voor lief.
Hoor hier.
Excuses – The Morning Benders
Big echo heet de charmante cd van dit Californische kwartet The Morning Benders dat de beroemde Wall of Sound omarmt. Zo dol zijn ze op dat geluid en eigenlijk op alles dat naar de sixties riekt, dat de plaat zelfs begint met het geluid van een pick-up-naald die in de groef landt. We hebben het allemaal al veel vaker gehoord, maar het sprankelt als de lente die zich aankondigt, en daar gaat het om.
Hoor en zie hier.
Oh, the divorces! – Tracey Thorn
Oh, the divorces! is de eerste vrijgegeven track van de nieuwe cd Love and its opposite van voormalig Everything But The Girl-zangeres Tracey Thorn (ook de stem op Massive Attacks hit Protection), die later dit voorjaar uitkomt. Mooie wals, die met stip binnenkomt in het lijstje van rake echtscheidingsliedjes. That one is his fault/ That one is her fault/ No one gets off without paying the ride. Voor het B-kantje nam ze trouwens een versie op van Vampire Weekends Taxi cab, dat een paar weken geleden nog op onze playlist stond.
Hoor hier.
Measure – Field Music
Titelnummer Measure van de nieuwe dubbel-cd van Field Music, de groep van de broers David en Peter Brewis uit het Engelse Sunderland. Ongrijpbare plaat en groep door de veelvoud aan stijlen en ideeën, al zijn de jaren zeventig nooit ver weg.
Zie en hoor Field Music en Measure live tijdens een instore hier.
I learned the hard way – Sharon Jones & The Dap-Kings
Titelnummer I learned the hard way van de nieuwe cd van Sharon Jones & The Dap-Kings, het paradepaardje van het toonaangevende soul-label Daptone uit Brooklyn. Sharon Jones & The Dap-Kings zijn met hun vintage soul natuurlijk ook ruimschoots vertegenwoordigd op de prima Daptone Gold-verzamelaar, die onlangs verscheen.
Hoor hier.
De playlists van week 8 en 9
Welke muziek klonk deze en vorige week in Villa VPRO?
5 steps 7 swords – Get Well Soon
Een conceptplaat maken over het stoïcisme, dat bedenkt waarschijnlijk alleen een Duitser. Eerste gedachte: wat een pretentieuze snob is deze Konstantin Gropper uit Hamburg, de man achter de groep Get Well Soon. Maar indrukwekkend is zijn muziek bij tijd en wijle wel, zoals in dit pompeuze, door Balkanblazers gedragen 5 steps 7 swords. De cd heet Vexations, naar een compositie van Erik Satie. Wie de moeite neemt de teksten te analyseren stuit op Jean Paul Sartre, op Werner Herzorg, Peter Sloterdijk en Moby Dick. En dat is nog maar een kleine greep, want namedropping is klaarblijkelijk Groppers middle name. En dat schilderij op de hoes, dat is van de Roemeense kunstenaar Adrian Ghenie. En Wim Wenders heeft ‘m ook al gestrikt voor een soundtrack. Zo, nu houden we op. Gewoon maar luisteren.
Hoor hier.
Iemand wees me ook nog op de gelijkenis met de melodie van de opening van het Stabat mater van Pergolesi. En inderdaad. Hoor hier.
Trouble you a trouble me – Ini Kamoze
Op Dancehall 2 – The rise of Jamaican Dancehall Culture wordt de draad opgepakt waar deel 1 van deze cd-serie op Soul Jazz stopte. We zijn aanbeland in de vroege jaren ’80, met onder anderen Ini Kamoze’s Trouble you trouble me, indertijd een van zijn eerste 12 inches, en geproduceerd door Sly & Robbie. Volgens Villa VPRO-presentator Pieter van der Wielen roept het herinneringen op ‘aan menig weggespijbelde middag met Trik Trak, flipperkast en waterpijp’. Kan ik me alles bij voorstellen. Andere dancehall-grootheden op deze compilatie zijn onder anderen Buju Banton, Shabba Ranks en Yellowman.
Hoor hier.
Taxi cab – Vampire Weekend
Een van de revelaties twee jaar geleden, deze Newyorkse groep Vampire Weekend, razend populair op de college-radiozenders in Amerika. Van de nieuwe, tweede cd Contra draaien we ditmaal Taxi cab, een buitenbeentje op de plaat dat een vergelijkbare rol speelt als het nummer M79 op het titelloze debuut: het is elegant en barok – in de meest letterlijke zin, door het gebruik van klavecimbel, piano en cello – maar de pulse is elektronisch. Veel minder een smeltkroes dan het gros van de liedjes, maar beslist een van de sterkste tracks.
Hoor hier.
Vendela Vida – Dinosaur Feathers
Het Newyorkse trio Dinosaur Feathers wist de afgelopen maanden geheel buiten de oude geijkte kanalen – via weblogs en gratis downloads – de aandacht op zich te richten. Deze maand verschijnt de eerste volwaardige cd Fantasia memorial, daarvan draaien we het latin-achtige Vendela Vida. Het nummer is vernoemd naar de schrijfster en scenariste Vendela Vida (gehuwd met Dave Eggers, met wie ze het script voor de film Away we go schreef), maar gaat niet echt over haar. I got Vendela Vida/ You got Boris in tow/ She only comes when I read her/ You only come when I go/ I got a past and a future/ You’re working on your present tense/ And while I examined the sutures/ You were mending your fence/ And I have got the cross to bear for your confusion/ Dreamers always end up back in Chinatown/ And if you really, really, really are connected to the things that you believe/ Well, to finally write your story is to let a thousand other stories bleed.
Zie en hoor Dinosaur Feathers ook met Know your own strength hier.
Sailor song – First Aid Kit
Zoals dat gaat: wat lang als gedateerd klonk, klinkt nu weer modieus, met dank aan bijvoorbeeld deze Zweedse folkie zusjes Klara en Johanna Söderberg, respectievelijk 16 en 18 jaar, uit Enskede, een voorstadje van Stockholm. Twee jaar geleden viel First Aid Kit op met een mooie debuut-EP en een cover van Tiger mountain peasant song van de populaire groep Fleet Foxes, geheel in stijl opgenomen in het Zweedse bos (zie en hoor hier), nu zijn ze terug met een nieuwe cd The big black and blue. De belofte wordt nog niet helemaal ingelost, daarvoor is het materiaal nog net iets te weinig onderscheidend, maar mooi is hun samenzang wel.
Zie en hoor First Aid Kit en een live-versie van Sailor song hier. De dames namen onlangs ook een cover op van Buffy Sainte-Marie’s Universal soldier, zie en hoor hier. Voor doorluisteren: toevallig verscheen zojuist een compilatie van de Canadese zangeres en (Indianenrechten-) activiste Buffy Sainte-Marie onder de titel Soldier blue – The best of the Vanguard years.
Written in reverse – Spoon
Spoon is terug. De Texanen, die zich 17 jaar geleden bij de oprichting vernoemden naar een liedje van de Duitse avantgarde-groep Can, schurken op de zevende cd Transference meer dan ooit aan tegen recht-toe-recht-aan-rock, maar alleen al die vlijmscherpe stem van zanger Britt Daniel maakt dat Spoon eigen blijft klinken. Gaat er nog altijd in als koek.
Zie en hoor Spoon en Written in reverse hier.
De playlists van week 5 en 6
Modern drift – Efterklang
Nieuwe single van de groep Efterklang uit Kopenhagen. Efterklang – Deens voor ‘nagalm’ – schildert nog steeds met trefzekere penseelstreek laag op laag, maar het resultaat is steeds minder hermetisch. Op de nieuwe plaat Magic chairs blijkt het gezelschap prima in staat om liedjes met een kop een staart te maken, overigens zonder hun eigenzinnigheid en oorspronkelijkheid te verliezen. In Modern drift, waarin zich de invloed van mimimal music doet gelden, klinkt Efterklang even sprookjesachtig als levenslustig. Een nummer dat hevig doet verlangen naar het voorjaar (en dat deden we toch al zo). De toegankelijkere fase van Efterklang gaat gepaard met een overstap van het kleine experimentele label Leaf naar het grotere 4AD. Efterklang treedt nog altijd in steeds wisselende bezettingen op. Komende week treedt de groep bijvoorbeeld op in Manhattan met een achtkoppig kinder-orkestje, voor de gelegenheid omgedoopt tot Efterkids. In mei komt de groep naar Nederland.
Zie en hoor Efterklang met Modern drift hier.
Sam Clemens – Young Republic
Sam Clemens staat op de nieuwe, tweede cd Balletesque van de groep Young Republic uit Boston. Spil van de groep is Julian Saporiti, die in oktober tegen The Daily Growl over dit Dickensiaanse nummer zei: ‘It is one of our more original pieces of music as the harmony took us into new territory with the first appearance of a minor-major 7 chord and some clever modulation. I have a very fond memory of playing this song under falling leaves in full skeleton make up on Halloween of last year. To me, that image is the best way I can describe it. Maybe Chris will release the video someday. The tuba solo is my favorite musical moment of the whole album.’
Die ‘Halloween’-video in de vrije natuur is intussen op YouTube te vinden. U vindt hem hier.
Good intentions paving company – Joanna Newsom
Tot bloedens toe bespeelt ze soms haar harp, de klassieke geschoolde folkzangeres Joanna Newsom, die de laatste jaren een grotere schare fans heeft gekregen de toernees die volgden op haar imposante door Van Dyke Parks gearrangeerde cd Ys (2006) waarop de meeste nummers veel te lang zijn voor Radio 1. Haar heks-achtige stemmetje heeft steeds meer weg van het geluid van de jonge Joni Mitchell. Maar liefst 3 cd’s telt haar nieuwste, Have one on me, opnieuw opgedeeld in – naar popmaatstaven – lange stukken. Daarvan draaien we Good intentions paving company (of in ieder geval een deel ervan). Hoor hier.
House on the hill – Emma Pollock
Vroeger zong ze bij de Delgados, deze Schotse zangeres Emma Pollock. Eigenlijk was ze toen al degene die die groep zo aantrekkelijk maakte. Haar tweede soloplaat is net uit, The law of large numbers, en verschijnt natuurlijk op het illustere Chemical Underground-label waarmee de Delgados bekend werden. Sfeervolle plaat, mooie liedjes – niets nieuws onder zon.
The beautiful young crew – Lawrence Arabia
Nieuw-Zeelander James Milne, bekend van The Brunettes maar ook onder meer als bassist in Okkervil River en de groep van Feist, heeft een nieuw vehikel om zijn Beatles- en Beach Boys-voorliefdes aan op te hangen, het project Lawrence Arabia. Van de (tweede) cd Chant darling draaien we The beautiful young crew. Zie en hoor hier.
Go on – Basia Bulat
Een van de grootste folktalenten van de jongste generatie, deze Basia Bulat uit Canada (onlangs nog hier in Utrecht in het kader van het Le Guess Who?-festival). Haar langverwachte tweede cd is net uit, heet Heart of my own, en daarvan draaien we de onstuimige opener Go on. Zie en hoor een akoestische solo-live-versie hier.
Valencia – Josh Rouse
Met de emigratie van Nebraska naar de Spaanse kust (de liefde van z’n leven achterna) is de muziek van Josh Rouse ook steeds Spaanser geworden. Z’n nieuwe cd die binnenkort verschijnt heet El Turista, is doordrenkt van Mediterrane en Zuid-Amerikaanse sferen, maar opgenomen in Nashville. Dat dan weer wel. Dit opwindende nummer Valencia, vernoemd naar zijn Spaanse woonplaats, verscheen alvast op een EP. Hoor de cd-versie hier en een versie op straat hier.
California dreamin’– Barry McGuire
You heard it here first! is de titel van de onvolprezen cd-reeks waarop de originele versies van latere hits zijn te vinden. Toen Barry McGuire deze opname van California dreamin’ maakte, waren de bevriende leden van The Mamas and the Papas nog naarstig op zoek naar nummers en een producer. ‘Joh, mogen wij dat nummer niet van je overnemen?’ vroegen ze, en ja, Barry McGuire was de beroerdste niet. Sterker nog, hij koppelde ze aan Lou Adler, de producer bij wie hij onder contract stond. McGuires stem werd van de opname gewist. Wie alleen het linkerkanaal beluistert van de hitversie hoort zijn stem heel even aan het begin, waarna hij ruw wordt weggefaded. De mondharnicasolo werd een altfluitsolo (van Bud Shank) en de rest is geschiedenis. California dreamin’ , geschreven door John en Michelle Phillips, werd later ook opgenomen door onder anderen Bobby Womack, de Four Tops, de Beach Boys, The Carpenters, The Jacksonians en Lee Moses.
Hoor de prachtige versie van Lee Moses hier. Zie en hoor de hitversie van The Mamas and the Papas hier. En Barry McGuire een paar jaar geleden die ‘zijn’ nummer nog eens vertolkt hier.
Andere originelen op deze tweede uitgave in de reeks You heard it here first! zijn onder meer het Italiaanse origineel van Dusty Springfields melodramatische You don’t have to say to love me, geschreven en vertolkt door Pino Donaggio (Io che non vivo senza te) en de opname uit 1939 van Mbube door Soloman Linda’s Original Eving Birds, een improvisatie die via een lange omweg (Pete Seeger doopte het Wimoweh) leidde tot het nummer The lion sleeps tonight, in 1961 een hit voor de Tokens en in 1985 voor Tight Fit.
Two friends like us – Musee Mecanique
Ze grossieren in liedjes van weemoed en verlangen, dit duo Musee Mecanique uit Portland, vernoemd naar een museum in San Fransisco vol mechanisch verkregen muziekinstrumenten. Micah Rabwin en Sean Ogilvie maakten met Hold this ghost een plaat die soms een tikkie psychedelisch klinkt, maar op de beste momenten herinnert aan Air (denk Cherry blossom girl), zoals in dit dromerige Two friends like us.
I don’t want to have to wait – Barbara & The Browns
Tot slot: op de site van Ace Records las ik dat Barbara Brown op 3 februari is overleden. Geweldige southern soul-zangeres, die weliswaar al bijna veertig jaar geen muziek meer had opgenomen maar van wie drie jaar geleden nog een mooi overzicht verscheen, Can’t find happiness.
Lees meer over Barbara Brown hier. En hoor hier.
De playlists van week 5 en 6
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Lewis takes action – Final Fantasy
Walt Disney, musical, Van Dyke Parks en de Beach Boys – je hoort het allemaal terug in deze avontuurlijke track van de nieuwe cd Heartland van Michael James Owen Pallett, een veelzijdige Canadese muzikant die schuilgaat achter het pseudoniem Final Fantasy. Pallett, wiens vader kerkorganist was, is van huisuit violist, werkte met onder meer Beirut en The Hidden Cameras en is arrangeur van de orkestpartijen op de beide albums van The Arcade Fire. Vorige maand verspreidde Pallett het bericht dat hij zich genoodzaakt voelt het pseudoniem Final Fantasy niet langer te gebruiken. Friends, I began playing solo violin shows in 2004. Although it was essentially a solo project, I named the band Final Fantasy, as the experience– and the tone of the material– was reminiscent of the hours and hours I had spent as an adolescent playing those epic JRPGs. But the laws of trademark infringement exist for good reason, and so I am voluntarily retiring my band name. I feel it is in my own best interests to definitively distinguish my music from Square/Enix’s games. So, I am no longer playing shows as Final Fantasy. Nou was het ook al niet erg handig gekozen, die artiestennaam, want wie googlede ving altijd bot en belandde bij de games waar Owen als kind zo verzot op was. Ook dat probleem is nu verholpen.
Zie en hoor Owen Pallett en Lewis takes action met orkest live hier.
Paradise circus – Massive Attack
Massive Attack keert half februari terug met een nieuwe cd en dit is de single die de plaat vooruitsnelt, voorzien van een controversiële clip waarin flarden van het nummer worden afgewisseld met een interview met de inmiddels 73-jarige oud-porno-actrice Georgina Spelvin. ‘When there’s a camera running, it’s so thrilling. God help me, I love the camera’. Het filmpje toont ook de hoogtepunten uit haar porno-oeuvre, dus dat brengt de tv-muziekzenders weer in problemen. De zangeres in het nummer is Hope Sandoval, tot nog toe vooral bekend als de schuwe frontvrouw van Mazzy Star. Andere vocalisten op de cd Heligoland zijn onder anderen usual suspects als Horace Andy, Martina Topley-Bird en Damon Albarn. Massive Attack zelf is al enige tijd teruggebracht tot het kernduo Robert Del Naja (3D) en Grand Marshall (Daddy G).
Zie de film van Toby Dye bij Paradise circus hier.
Addicted to love – Florence & The Machine
U kent het origineel waarschijnlijk nog van Robert Palmer, deze versie is van de Engelse groep Florence & The Machine. Niet terug te vinden op de cd Lungs, wel onder meer als extra track op de single You got the love. De single van Robert Palmer werd indertijd voorzien van een clip met fotomodellen die een gitaar kregen omgehangen en moesten optreden als showroom mannequins – een concept dat Palmer nog een paar keer herhaalde in latere clips. Addicted to love werd ook al eens gecovered door Ciccone Youth, een gelegenheidsproject van Sonic Youth. Die versie, met Sonic Youths Kim Gordon op zang en terug te vinden op The Whitey Album, werd opgenomen in een karaoke booth. Kim Gordon kon er al wat van, maar deze versie van Florence Welch overtreft wat mij betreft alle eerdere versies.
Hoor de versie van Florence & The Machine hier. Het origineel van Robert Palmer (1986) hier. En de versie van Ciccone Youth (1988) hier.
Whiskey flats – Bosque Brown
Whiskey flats staat op de cd Baby van Bosque Brown, het alias van zangeres Mara Lee Miller, vernoemd naar de troebele rivier die door het kleine Texaanse dorp Stephenville stroomt, waar ze opgroeide.
Zie en hoor Bosque Brown ook met Went walking hier.
Bandsman shooting case – Wilmouth Houdini & His Humming Birds
Track van de prachtige nieuwste compilatie op het Trikont-label, ditmaal rond het thema Moord. Op Murder: Songs from the dark side of the soul is superieure blues, calypso, bluegrass en rhythm & blues te vinden waarin de continuë dreiging van moordenaars voelbaar is. In de categorie calypso valt deze opname uit 1934 van Wilmouth Houdini & His Humming Birds. Houdini werd geboren in Trinidad, maar maakte z’n belangrijkste werk in New York, waar hij in ’47 een calypso-festival organiseerde. Andere klinkende namen op deze cd zijn onder anderen Sonny Boy Williamson, Memphis Mennie, Ethel Waters en Billie Holiday.
When we swim – Thao with The Get Down Stay Down
Thao Nguyen heet ze voluit, deze zangeres uit San Fransisco met Vietnamese roots. Het nummer staat op de tweede cd die ze met haar begeleidingsgroep The Get Down Stay Down opnam: Know better learn faster. Thao dus.
Hoor Thao en When we swim hier.
Horchata – Vampire Weekend
Een van de revelaties twee jaar geleden, deze groep Vampire Weekend, razend populair op de college-radiozenders in Amerika. Een Newyorkse groep die er lustig op los experimenteert met Afrikaanse ritmes en Mexicaanse melodiëen. De langverwachte tweede cd is nu uit (Contra), daarvan draaien we de openingstrack Horchata. 24 februari treedt de groep op in Paradiso.
Zie een live-versie voor de televisie hier.
Is there nothing we can do – Badly Drawn Boy
Het eerste levensteken van Damon Gough alias Badly Drawn Boy in ruim drie jaar tijd is een soundtrack voor een Engelse tv-film van Caroline Aherne en Jeff Pope getiteld The fattest man in Britain. Een typische soundtrack, met schetsjes en motieven die terugkeren in instrumentaaltjes, maar ook affe liedjes waarin Gough laat horen dat hij nog altijd een van de beste Engelse songschrijvers van zijn generatie is, die opnieuw weet te ontroeren, ook weer met dit herfstige Is there nothing we can do, de titelsong van de soundtrack. Badly Drawn Boy, die eerder al de muziek schreef bij de Nick Hornby-verfilming About a boy, komt later dit jaar met een reguliere nieuwe plaat.
Zie en hoor een akoestische versie van Badly Drawn Boy – met onafscheidelijke muts – en Is there nothing we can do hier.
De playlists van week 2 en 3
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Airplanes – Local Natives
Airplanes is één van de prijsnummers op de eersteling van de Californische belofte de Local Natives, afgelopen week op toernee in Nederland. De cd heet Gorilla manor, en dat is ook de naam die het vijftal het huis gaf waar ze enige tijd hun muziek en artwork maakten. Groep grossiert in spannende ‘tribal’ ritmes en klinkt op haar debuut al behoorlijk volgroeid.
Zie en hoor Local Natives met Airplanes hier. En een live-versie voor BBC Radio 1 hier.
Goodbye England (covered with snow) – Laura Marling
Eén van de indrukwekkendste optredens tijdens het Crossing Border-festival in november was dat van de 19-jarige Britse folkzangeres Laura Marling. Haar krachtige stemgeluid vulde een veel te krap bemeten zaaltje, waar ze optrad samen met een celliste, terwijl ze zichzelf begeleidde op gitaar. In 2008 had Marling, dochter van een folkmuzikant, al grote indruk gemaakt met haar debuut Alas I cannot swim. Afgelopen jaar werkte ze onder meer samen met de bevriende muzikanten van Noah & The Whale en Mumford & Sons. In afwachting van haar tweede volwaardige cd dit voorjaar bracht ze net voor de jaarwisseling deze wintersingle uit, Goodbye England (covered with snow). Eerder deze week onthulde ze aan de NME dat er dit jaar maar liefst twéé cd’s zullen verschijnen, I speak because I can in maart (waarop dit nummer te vinden zal zijn) en een minder ingetogen plaat in het najaar, beide geproduceerd door Ethan Johns. U hoort mij niet klagen.
Zie en hoor Laura Marling over besneeuwd Engeland tijdens een recent optreden in het Bandra Fort-theater in Mumbai hier.
What makes him act so bad – Adam Green
Van de nieuwe, alweer zesde solo-cd Minor love van Adam Green, de voormalige zanger van de Moldy Peaches, die na Roy Oribson en Frank Sinatra nu vooral op Lou Reed begint te lijken. Het mag dan al jaren weinig opzienbarend zijn wat Green laat horen, charmant is het nog altijd. Hoor What makes him act so bad hier.
Free to walk – Mark Lanegan & Isobell Campbell
Op de cd We are only riders – The Jeffrey Lee Pierce Sessions Project zijn vrienden en bewonderaars te horen van de zanger Jeffrey Lee Pierce, die medio jaren negentig overleed. ‘When I would talk with Jeffrey, I felt I was spending time with a ghost. It was like he was already gone somehow. Jeffrey was in touch with something that was very huge and very dark. Eventually it got him. I think he always knew it was only a matter of time’, zegt Henry Rollins in het begeleidende boekje. Rollins is overigens één van de weinige bevriende tijdgenoten die niet te horen is op deze bijzondere plaat. Pierce, vooral bekend als boegbeeld van de legendarische groep The Gun Club, liet een aantal schetsen na van country-songs die hij opnam met zijn begeleider Cypress Grove en die nu worden afgemaakt door onder anderen Debbie Harry (Pierce was ooit voorzitter van de Blondie-fanclub), The Raveonettes, Nick Cave, Lydia Lunch (ja, die is er ook nog!) en Johnny Dowd. Ook van de partij zijn Mark Lanegan en Isobel Campbell, the beauty and the beast, die aan het werk zijn gegaan met de ruwe demo van Free to walk.
Zie en hoor Jeffrey Lee Pierce zelf met Robert Wilkins’ Alabama blues hier. En in de gloriedagen van The Gun Club met zijn weergaloze en angstaanjagende versie van Robert Johnsons Preaching the blues hier.
I am the resurrection – Codeine Velvet Club
Codeine Velvet Club is een zij-project van zanger Jon Fratelli van de Schotse groep The Fratellis, waarin hij blijk geeft van een zwak voor zonnige sixtiespop. Op de titelloze cd van Codeine Velvet Club werkt hij nauw samen met jazz-zangeres Lou Hickey, zoals in deze door dat stampende einde tikkie pompeuze Stone Roses-cover, die een dubbele A-kant vormt met single Hollywood.
Zie en hoor een live-versie van I am the resurrection in Glasgow in november jl. hier. En zo klonk het live in Blackpool ten tijde van de Madchester-rage in 1989 bij de Stone Roses.
I’ve got a feelin’ – Jenni Muldaur
Jenni Muldaur, dochter van folkblues-zangeres Maria Muldaur en gitarist-songschrijver Geoff Muldaur, stond als achtergrondzangeres al menige grootheid bij, zoals Lou Reed, John Cale en Eric Clapton. Op haar eigen Dearest darlin’ (de eerste na haar titelloze debuut in 1992) toont ze zich van haar meest soul-volle kant. Plaat is opgedragen aan gitarist Sean Costello, die vlak na de opnames op 29-jarige leeftijd overleed.
The pharmacy – Bettie Serveert
En tot slot dit opwindend gretige nummer van de nieuwe studioplaat Pharmacy of love van de Amsterdamse trots Bettie Serveert in topvorm. Zie en hoor ook Deny All vorige week in De Wereld Draait Door hier.
De playlist van week 1 (2010)
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Cars – The Leisure Society
De Engelse groep The Leisure Society brak vorig jaar op bescheiden schaal door met de cd The sleeper. De groep bestaat uit een paar neo folk-jongens uit Burton-on-Trent met een voorliefde voor banjo’s, ukeleles, violen en dwarsfluiten. Dat zanger Nick Henning in het verleden onder meer zijn geld verdiende met het schrijven van filmmuziek zal de luisteraar niet verrassen. The sleeper gaat vergezeld van een bonus-cd met b-kantjes en restmateriaal A product of ego drain, waaronder deze mooie, rijk gearrangeerde en zorgvuldig opgebouwde versie van het eighties-elektro-hitje Cars van Gary Numan.
Zie en hoor een live-versie van Cars door The Leisure Society hier.
En zo herinneren zich de veertigplussers onder u Cars nog. Tegen wil en dank, vermoedelijk, maar toch.
My persecution complex – Zoey van Goey
My persecution complex van het Schotse trio Zoey van Goey, vernoemd naar een meisje dat de Amish-gemeenschap ontvluchtte en onder de hoede terecht kwam van kunstenaar Keith Haring, onder wiens vleugels zij zich zelf ook ontwikkelde als kunstenares. De cd The cage was unlocked all along verscheen op het illustere label Chemikal Underground (Delagados, Arab Strap). Zie en hoor ook Zoey van Goeys We all hid in basements hier.
Climbing the fjelds of Norway – Thus: Owls
Hoewel de titel misschien anders doet vermoeden, is Climbing the fjelds of Norway echt van een Zweedse groep, die zich Thus: Owls noemt. Zo artistiek als die naam klinkt, klinkt ook de muziek. Blikvanger is de enigszins Björkiaanse zangeres Erik Alexandersson. Vorig jaar was Thus: Owls het voorprogramma van de Canadees Patrick Watson – dat Erika Andersson zich sinds kort ook Erika Angell noemt komt omdat ze in het huwelijk is getreden met de gitarist uit Watsons band. Climbing the fjelds of Norway is terug te vinden op de cd Cardiac malformations. Hoor een flard Thus: Owls hier.
Demon host – Timber timbre
Openingsnummer van de nieuwe, titelloze derde cd van de Canadese groep Timber timbre, tot op grote hoogte het project van Taylor Kirk uit Toronto. Dat hij zijn muziek zelf graag als ‘gothic rockabilly blues’ betitelt zet je al snel op het verkeerde spoor, want de nummers zijn rustig en subtiel. Gothic zijn wel de teksten, want Kirk houdt wel van een tikkie luguber, zoals in Demon host.
Zie en hoor Timber timbre en Demon host http://hier.
Aretha, sing one for me – George Jackson
Eén van de nummers die Cat Power uitkoos voor haar cover-cd Jukebox (2008) was Aretha, sing one for me uit 1972, van de relatief onbekende zanger en songschrijver George Jackson. Van deze Memphis soul-zanger verscheen vlak voor de jaarwisseling op Kent Records een uitstekende overzichts-cd, George Jackson in Memphis 1972-77. Jackson werkte overigens ook veelvuldig samen op Hi met de deze week overleden legendarische soul-producer Willie Mitchell. Mitchell, die vooral bekend werd als de man verantwoordelijk voor het prachtige geluid op de platen van Al Green in de jaren zeventig, is één van de twee muzikale doden die deze eerste week van 2010 waren te betreuren (de andere is Mexicaans-Canadese zangeres Lhasa de Sela, die op nieuwsjaarsdag op 37-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van longkanker).
Hoor George Jackson en Aretha, sing one for me, geproduceerd door Willie Mitchell, hier.
Surface of the sun – Exene Cervenka
Ze noemt zich nu eens Christene of Exene Cervenka, dan weer Exene Cerkenkova of Christene Edge, deze zangeres die enige bekendheid geniet als zangeres van de punkgroep X uit Los Angeles. Dit nummer staat op haar nieuwe cd Somewhere gone, waarop de punkdiva de country ontdekt.
2009
De playlists van week 51 en 52
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
The testimony of patience kershaw – The Unthanks
De zusjes Rachel en Becky Unthank uit het Engelse Northumberland zijn terug met een nieuwe cd. Ze noemen zich nu gewoon The Unthanks. Het prachtige The Bairns verscheen vorig jaar nog onder de naam Rachel Unthank & The Winterset. Van het wederom goeddeels met traditionals gevulde Here’s the tender coming – waarmee de zussen net als vorig jaar voor een van de mooiste en meest overtuigende folkplaten van het jaar tekenen – draaien we het nummer The testimony of patience kershaw, oorspronkelijk van Frank Higgins. ‘It’s good of you to ask me sir, to tell you how I spend the days, while in the cold black tunnel sir I hurry to earn my pay, you’ve got to earn your daily bread’, zingen de zussen in dit lied over kinderarbeid in de kolenmijnen in de Victoriaanse tijd.
Zie en hoor The Unthanks met een live-versie van The testimony of patience kershaw hier.
Heartbeat radio – Sondre Lerche
Titelsong van de nieuwe cd Heartbeat radio van de Noorse zanger Sondre Lerche, die steeds meer begint te klinken als Elvis Costello met wie hij al een paar keer op toernee is geweest. Frisse, aanstekelijke, tijdloze pop, die het vooralsnog vooral goed doet in Amerika, waar de Noor (geboren in Bergen) zich inmiddels ook heeft gevestigd. De bijbehorende videoclip is volgens Lerche gemaakt ‘in de geest van Scott en Zelda Fitzgerald’.
Torin torin – Bassekou Kouyate & Ngoni ba
Hij is vast besloten om zijn instrument de ngoni – een stokoude viersnarige luit – onder de aandacht van zoveel mogelijk mensen te brengen, de Malinees Bassekou Kouyate en zijn band Ngoni ba. De nieuwe cd heet I speak fula, het nummer dat we draaien Torin torin. ‘De ngoni,’ vertelt Kouyate hier in een interview op het Belgische Tropicalidad, ‘ is een compleet instrument. Hij dook al in de dertiende eeuw in Mali op. Ik ben griot en mijn grootvader speelde ook al ngoni, net zoals mijn kinderen het waarschijnlijk zullen doen. Het is een traditie die bij ons overgaat van vader op zoon. De ngoni is een beetje de grootvader van de moderne gitaar en het is een perfect begeleidingsinstrument. Je kunt de ngoni moeiteloos combineren met een gitaar, een piano of eender welk ander instrument. Spijtig genoeg is de ngoni wat verborgen gebleven in Mali. Ik bespeel hem op mijn unieke manier en daar was mijn vader eigenlijk niet al te blij mee. Hij drukte mij vooral op het hart om de oude tradities zeker te respecteren, maar mij gaat het veeleer om het wereldwijd promoten van de ngoni. Mijn grootvader bespeelde nog een ngoni met drie snaren, mijn vader één met vier en ik heb al ngoni met acht of zelfs negen snaren bespeeld.’ Kouyate vertelt ook dat hij het idee heeft opgevat om in Bamako een ngoni-school te starten. Waarvan wordt het instrument eigenlijk gemaakt? Bassekou Kouyaté: ‘Om te beginnen hout van een boom die wij geni noemen, dan een koeienvel en enkele vislijnen als snaren.’
Zie Bassekou Kouyate & Ngoni ba tijdens een openlucht-optreden eerder dit jaar hier.
Zie ook Bassekou Kouyate in VPRO’s Vrije geluiden (2008) hier.
Wrapped in a page – Xylos
Het Newyorkse kwintet Xylos biedt de nieuwe cd geheel gratis aan via het internet. Bedrooms heet ie, en daarvan kiezen we Wrapped in a page. De groep, gecentreerd rondom Eric Zeiler, laat zich onder meer bijstaan door leden van Yeasayer. Slimme tactiek voor een band die nog geen platenmaatschappij heeft: gewoon de boel vrij op het net gooien. De muziek doet de rest.
Sink or swim – Bad Lieutenant
Het boterde al jaren niet meer tussen zanger Bernard Sumner en bassist Peter Hook van de groep New Order. Twee jaar geleden kwam het na drie decennia tot een breuk, die definitief lijkt. Sumner is een nieuwe groep gestart, Bad Lieutenant geheten, samen met Phil Cunningham en Jack Evans en live ook aangevuld met New Order-drummer Stephen Morris. Heel ver staat het niet af van het geluid van de late New Order-platen, al was juist de bas bij die groep natuurlijk altijd karakteristiek. De debuut-cd van Bad Lieutenant (inderdaad, vernoemd naar de Abel Ferrara-film met Harvey Keitel uit 1992) heet Never cry another tear, de single Sink or swim. Niks nieuws onder de zon, wel weer een aangename poppy plaat.
Zie en hoor Bad Lieutenant en Sink or swim hier.
The response – Tommy T. ft Gigi
Tommy T., in het dagelijks leven bassist in de gypsy-punkgroep Gogol Bordello, groeide op in Addis Abeba in Ethopië. Hij wijdt zijn geslaagde eerste solo-plaat, The Prester John Sessions, aan de muzikale rijkdom van zijn geboorteland. Tommy T., voluit Thomas T. Gobena, ontleende de titel aan een historische figuur die hij tegenkwam in het boek Sign and the Seal van Graham Hancock; een christelijke koning die volgens de legende in de tijd van de kruisvaarders leefde. Europeanen dachten zijn koninkrijk aanvankelijk in Azie te vinden, maar het bleek Ethiopie te zijn. Op sommige nummers is de Ethiopische ster-zangeres Gigi te horen, zoals in het nummer dat we draaien, The response.
You’ll miss me when I burn – Soulsavers
When you have no one, no one can hurt you. Zanger Mark Lanegan kennen we vooral als zware jongen, als lid van groepen als Queens of the Stone Age en the Screaming Trees. Maar hij is ook de vaste zangpartner van het Schotse elfje Isobel Campbell en dan is hij is ook nog eens terugkerende gast op de platen van het Engelse elektronica-duo Soulsavers. Ook op hun derde cd Broken is Lanegan van de partij, met het stemmige You’ll miss me when I burn. Het origineel is van Palace Brothers (voor de goede verstaander: Will Oldham).
Hoor Soulsavers en You’ll miss me when I burn hier.
De playlists van week 49 en 50
Welke muziek klonk deze en vorige week in Villa VPRO?
Where are you – Get Back Guinozzi
Get Back Guinozzi! is de naam van een excentriek Frans duo met een zwak voor zowel new wave uit de jaren tachtig (vooral de basloopjes van New Order doemen veelvuldig op) als de yé yé-meisjes van Serge Gainsbourg uit de jaren ’60. Het debuut van het duo, dat bestaat uit zangeres Eglantine Gouzy en multi-instrumentalist Frédéric Landini, heet Carpet madness en daarvan draaien we de opener Where are you. Vrolijk avontuurlijk.
The Shepherd’s Reach – Half-handed Cloud
Halfhanded Cloud is een wonderlijke groep die platen maakt waarop de nummers zelden de anderhalve minuut halen. Vaak tellen ze hooguit een halve minuut, zo ook weer op de nieuwe cd Cut me down & count my rings, waarop de groep maar liefst 46 mini-liedjes aaneenrijgt. Boordevol bijbelse referenties, net als in de muziek van hun vriend Sufjan Stevens op wiens label Asthmatic Kitty ze hun platen uitbrengen. Spil in Half-handed cloud – ook de groepsnaam schijnt oud-testamentisch te zijn – is trombonist John Ringhofer. Het nummer dat we draaien duurt 35 seconden en heet The shepherds reach.
Zie en hoor ook You wouldn’t embarass me would you van de eerdere cd Hallos and lassos hier.
I don’t feel it anymore – William Fitzsimmons
Over Sufjan Stevens gesproken… Je zou zweren dat deze William Fitzsimmons uit Illinois weer een alter ego van hem is, net als die presbyteriaanse priester in Welcome Wagon een jaar geleden. Maar William Fitzsimmons schijnt echt te bestaan, al lijkt hij met zijn fluisterstem en banjo nog zo op z’n illustere landgenoot. Op z’n site vermeldt hij dat hij geboren is als jongste kind van twee blinde ouders. ‘Due to the family’s inability to communicate through normal visual means, William’s childhood home was filled with a myriad of sounds to replace what eyes could not see. The house was suffused with pianos, guitars, trombones, talking birds, classical records, family sing-a-longs, bedtime stories, and the bellowing of a pipe organ, which his father built into the house with his own hands.’ Dit nummer I don’t feel it anymore staat op de nieuwe cd The sparrow and the crow van William Fitzsimmons, waarop hij wordt bijgestaan door zangeres Priscilla Ahn. Simmons brengt deze week overigens ook een – uitsluitend via i-Tunes verkrijgbare – kerstsingle uit, Covered in snow.
Hoor I don’t feel it anymore hier.
What’s in it for? – Avi Buffalo
Avi Buffalo is de naam die de 18-jarige Avigdor Zahner-Isenberg zijn groep gaf. Een typisch West Coast-geluid, waarin onder meer echo´s weerklinken van the Beach Boys. What’s in it for? is de eerste single, de debuut-cd op Sub Pop verschijnt in het voorjaar. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan was Avi Buffalo al het voorprogramma van het populaire Vampire Weekend (dat eveneens begin 2010 met een nieuwe cd komt).
What’s in it for? is te vinden op Avi Buffalo’s site, met een share-optie.
Zie een een minimale live-versie http://hier.
Heaven can wait – Charlotte Gainsbourg & Beck
Charlotte Gainsbourg, dochter-van en ster-actrice in de meesterlijke, genadeloze film Antichrist, is ook terug als zangeres. De nieuwe plaat heet IRM, dat staat voor l’Imagerie par Résonance Magnétique, de Franse aanduiding voor wat wij een MRI-scan noemen. Heeft ze ervaring mee, sinds ze onderzocht werd na een hersenbloeding die het gevolg was van een surf-ongeluk. Ze is daarvan hersteld, en heeft haar nieuwe plaat gemaakt samen met (producer en gastzanger) Beck. Het titelnummer van IRM is gebaseerd op de geluiden die de scanner maakt als je er doorheen gaat. Als single is gekozen het veel frivoler duet met Beck, Heaven can wait.
Hollow trees house hounds – Cate le Bon
Cate le Bon is een nieuwe aanwinst uit Cardiff in Wales, ontdekt door Gruff Rhys van de Super Furry Animals. Maf maar bijzonder debuut, waarop Le Bon afwisselend in het Engels en het Welsh zingt. De cd heet Me oh my, en Hollow trees house hounds is de single.
Zie Cate le Bon en Hollow trees house hounds hier.
I could even grow a moustache for you – Daniel Norgren
I could even grow a moustache for you is de afsluiter van de cd Outskirt van de Zweed Daniel Norgren met zijn lekker gruizige eenmans-blues-orkest. Tom Waits en Howlin’ Wolf zijn nooit ver weg bij Norgren, die zijn Nederlandse podiumdebuut vorige maand maakte tijdens het Crossing Border-festival.
De playlist van week 48
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
The river – Audra Mae
Terwijl het jaarlijstjes over 2009 regent, kondigt zich al een grote belofte aan voor 2010. Dit nummer The river is van Audra Mae, een singer-songwriter uit Oklahama die verre familie is (een achternicht, als ik het wel heb) van Judy Garland. Het nummer staat op haar debuut-EP Haunt, waarop ze naast eigen songs ook nummers vertolkt van The Decemberists (Eli and the barrow boy) en Marilyn Monroe (One silver dollar). Volgend jaar volgt een volledige cd. When I meet the Lord so kind/ I’m gonna give him a piece of my mind.
Hole in the middle – Emily Jane White
Hole in the middle, van de debuut-cd Dark undercoat van de Amerikaanse folkzangeres Emily Jane White, die met enige vertraging ook hier in Nederland verscheen en al snel werd opgevolgd door de tweede cd Victorian America. Zangeres die hoorbaar zowel naar klassieke blues en folk heeft geluisterd als naar P.J. Harvey. Komt in de beste families voor.
Mother of earth – Gun Club
Van een mooie, nieuwe heruitgave (met extra live-cd) van de klassieker Miami uit 1982 van de legendarische punk-country-blues-groep The Gun Club. Middelpunt van de groep was de charismatische Jeffrey Lee Pierce, die in 1996 is overleden. Pierce kon bezeten schreeuwen, angstaanjagend brullen, spookachtig huilen als een Coyote-indiaan voor een lynch-partij, maar ook mooi zingen met een stem die Johnny Cash in herinnering riep. Pierce, die ook voorzitter was van de Blondie-fanclub wist Debbie Harry indertijd als achtergrondzangeres voor zijn plaat te strikken. Ze zingt op een paar tracks mee onder het pseudoniem D.H. Lawrence Jr. Een ander Blondie-lid, Chris Stein, werd stevig bekritiseerd vanwege de iets te vlakke produktie van de plaat. Ten tijde van Miami trad bassiste Patricia Morrison toe tot de band. Wat vonden we die toen allemaal cool! De spooky pedal steel gitaar op Mother of earth is van Mark Tomco van Rubber Rodeo.
Hoor The Gun Club en Mother of earth hier.
Across 110th street – Bobby Womack
Black action films, of blaxploitation films, waren misdaadfilms uit de jaren zeventig die speelden in milieus vol dealers, pooiers en hoeren. Films als Shaft, Cotton comes to Harlem, Superfly en Black ceaser. De soundtracks werden verzorgd door onder anderen grootheden als Isaac Hayes (wiens Theme from ‘Shaft’ exemplarisch is voor het genre), Curtis Mayfield en Willie Hutch. Het label Soul Jazz bracht een prachtige dubbel-cd uit met hoogtepunten: Can you dig it? The music and politics of black ation films 1968-75. Stuart Baker schrijft in het mooie cd-boekje: ‘Black American culture is felected in the scorching soundtracks, some seriously funky clothes and the language of the street. Rarely does 10 minutes pass before someone will expound ‘Right on!’, ‘Can you dig it?’, ‘Stay loose’ or the revolutionary ‘is it black enough for you?’. Across 110th street van Bobby Womack is de titelsong van een film van regisseur Barry Shear uit 1972, waarin zwarte gangsters het opnemen tegen de Newyorkse Italiaanse mafia en zich daarbij laten bijstaan door een zwarte en een blanke cop. Quentin Tarantino gebruikte het nummer later voor de zowel de openingsscène als de aftiteling van zijn film Jackie Brown (1997), die een hommage is aan blaxploitation-films uit de jaren zeventig.
Hoor Bobby Womack en Across 110th street hier.
De playlists van week 46 en 47
You’ve got the love – Florence & The Machine
Sommige liedjes hebben een lange geschiedenis, en reizen met je mee door de tijd. You got the love bijvoorbeeld, van Candi Staton. Toen de dj’s van de groep The Source haar in 1986 vroegen of ze haar a capalla gospelsong mochten gebruiken voor een dance-versie, zei de diva dat ze zich geen liedje kon herinneren dat You got the love heette. Pas later herinnerde ze zich dat ze het ooit gezongen had voor de soundtrack van een documentaire. In de loop van de jaren negentig en nul verschenen er verschillende versies, allemaal voorzien van een vette beat en die soms een grote hit werden, zoals de versie van drie jaar geleden. Florence Welch, excentrieke zangeres in de Engelse groep Florence & The Machine, nam dit jaar een versie van het nummer op dat aanvankelijk als b-kantje fungeerde maar nu de A-kant van haar derde single is. ‘As a kid, going to clubs and raves, this song made me feel love,’ zegt ze in een interview. ‘At Bestival last year we were top of the bill on that stage, so we were thinking of an amazing cover we could do, and I thought of Candi Staton. Even in rehearsals, playing it was just the most euphoric feeling. Then playing it live and seeing everyone’s arms in the air, and the faces – it was the best feeling ever! I was dressed as a genie sea-monster, and I remember looking at my guitarist as we played the first chords, and then there was the reaction and it was like tearing ourselves open and just exploding on the crowd, and then all did it back.’
Hoor en zie de versie van Florence & The Machine hier.
En de hit-versie van The Source featuring Candi Staton hier.
En daarmee is het verhaal nog niet voorbij, want de versie van Florence & The Machine is intussen op haar beurt ook al weer gecovered, door zowel Kasabian als door The XX, het Engelse gezelschap dat ook hier weer uitblinkt in een bedwelmende mix waarin de harp een nòg grotere rol speelt.
Hoor de versie van The XX hier.
Action/reaction – Choir of Young Believers
Choir of Young Believers is tot op grote hoogte het project van de 24-jarige Deen Jannis Noya Makrigiannis. Deze single Action/reaction komt van de eerder dit jaar verschenen debuut-cd This is for the white in your eyes, een rijke plaat van een veelzijdig talent van wie we nog veel gaan horen. Hoor hier.
Don’t rush – Tegan & Sara
Tegan & Sara is één van de acts op Crossing Border, dat gisteravond van start ging in Den Haag. De Canadese een-eiige tweeling Tegan Rain Quin en Sara Keirsten Quin, geboren in 1980, treedt vanavond op rond de klok van elf, ná het unieke optreden van God Help The Girl. Dit nummer Don’t rush staat op de nieuwe cd Sainthood. Tegan and Sara hebben overigens ook samengewertkt met ‘onze’ DJ Tiësto. De recensent van de Belgische krant De Morgen schreef naar aanleiding van hun vorige plaat: ‘Elke zichzelf respecterende macho zal Tegan and Sara ongetwijfeld afschrijven als naïeve tamponpop. Wij normaal gezien dus ook, maar na deze veertien gebroken liefdesliedjes zien we geen enkele reden om toch niet bijzonder pro te zijn’. En hij bevindt zich in goed gezelschap: Neil Young nam de dames onder zijn hoede voor zijn label, en The White Stripes coverden al een van hun songs.
Hoor Tegan & Sara en Don’t rush http://hier.
En zie en hoor de clip bij de eerdere single Back in your head hier.
Every little bit hurts – Brenda Holloway
Een van de meest onderschatte Motown-zangeressen, deze Brenda Holloway. Slechts 17 jaar oud was ze toen ze Every little bit hurts opnam, dat later ook een hit werd in de versie van de Spencer Davis Group. Op de net verschenen cd The early years – Rare recordings 1962-1963 is deze demo-versie terug te vinden, opgenomen in het voorjaar van 1964. Klein minpuntje van deze verder prima uitgave: wie de moeite neemt de hele tekst in het cd-boekje door te nemen, stuit op de terloopse opmerking dat het heel wel denkbaar is dat de stem op deze demo-versie niet van Brenda zelf is, maar van ene Barbara Wilson, die niet lang na Holloways opname van de song overleden. Mythe-vorming of niet, het liedje (geschreven door Ed Cobb) blijft onweerstaanbaar.
Hoor Brenda Holloway en Every little bit hurts hier.
En de versie van de Spencer Davis Group (met Steve Winwood), ook uit 1964 hier.
Voor wie nog verder wil grasduinen: Every little bit hurts werd verder onder meer opgenomen door The Small Faces, The Clash, The Jam en – een paar jaar geleden nog – door Alicia Keys.
Neruda – Rupa & The April Fishes
Neruda, van de nieuwe cd Este mundo van Rupa & The April Fishes, een zigeunermuziek-groep uit San Fransisco rond de Indiaas-Amerikaanse zangeres Rupa Marya, die behalve als zangeres ook werkzaam is als arts. Duizelingwekkend is de hoeveelheid invloeden van Rupa & the April Fishes; net als op hun debuut hinkelt het gezelschap van Franse chansons naar latin, van Argentijnse tango naar zigeunermuziek. De ouders van zangeres en blikvanger Rupa komen ook nog eens uit de Punjab in India, dus ook die invloed mag u er bij op tellen.
Bunny in a bunny suit – Simone White
Twee jaar geleden brak ze op bescheiden schaal door dankzij een autoreclame waarin haar muziek (de Beep Beep Song) werd gebruikt, de Amerikaanse zangeres Simone White. Nu is ze terug met een nieuwe cd, Yakkimo (op Damon Albarns Honest Jons Records) en daarvan was draaien we Bunny in a bunny suit.
I woke up in the mayflower – Josh Rouse
Op Ciao my shing star – The songs of Mark Mulcahy brengende 21 verschillende artiesten een ode aan de vrouw van songschrijver Mark Mulcahy, die een jaar geleden plotseling overleed. Met de opbrengsten van de plaat moet Mulcahy z’n loopbaan kunnen voortzetten terwijl hij ook voor z’n driejarige tweeling zorgt. Fijne vrienden dus, zoals deze zanger Josh Rouse, die net als de anderen een nummer van Mulcahy zelf koos: I woke up in the mayflower. Rouse’s eigen nieuwe cd Valencia verschijnt overigens in het nieuwe jaar.
De playlist van week 45
Tu romnie – Mahala Rai Banda
Het Roemeense Roma-gezelschap Mahala Rai Banda is een van de groepen die de afgelopen jaren welverdiend mee konden liften op het succes van de Balkanbeats-rage, net als landgenoten Taraf de Haïdouks en de Moldavische Fanfare Ciocarlia. Net nu de Balkan-storm een beetje is gaan liggen komt Mahala Rai Banda met een nieuwe plaat, Ghetto blasters. Op het cd-hoesje afficheren ze zichzelf als de Balkan-equivalent van de Memphis Horns en Muscle Shoals ritme-sectie uit de gouden soultijd, een vergelijking die vergezocht lijkt maar niet eens op alle punten mank gaat. Op de nieuwe cd zijn onder meer Sorin Constantin, Jony Iliev en Dan Armeanca als vocalisten te gast. Op het nummer dat we draaien, Tu Romnie, valt de eer te beurt aan manele-veteraan Armeanca.
Voor de liefhebber: morgen vindt in de Amsterdamse Melkweg het festival Balkan Revolutia! plaats.
Het bekendste Mahala Rai Banda-nummer is ongetwijfeld Mahalageasca, dat door dj Shantel vakkundig tot Balkanbeats-publieksfavoriet werd geremixt voor zijn Bucovina Club-avonden.
Low rising – The swell season
Het duo The Swell Season bestaat uit de Ierse zanger en muzikant Glen Hansard – bekend van de groep The Frames – en de Tsjechische zangeres en pianiste Markéta Irglová. Ze acteerden en zongen eerder ook al samen in de film Once van John Carney. Low rising heet de single die hun tweede cd vooruitsnelt. Strictly joy gaat de cd heten, vrij naar de Ierse dichter James Stephens, maar die vreugde is bij het voormalige liefdeskoppel verdwenen. De plaat is namelijk het verslag van hun breuk.
Little lion man – Mumford & sons
Little lion man is de debuutsingle van de Londense folkgroep Mumford & Sons. De raspende stem is van de naamgever van het gezelschap, de talentvolle jonge zanger-gitarist Marcus Mumford. Alweer zo’n jonge Engelse groep die met de folk ook meteen de banjo ontdekt. De volledige cd heet Sigh no more.
I still can’t forget – Aretha Franklin
Haar echte glorietijd beleefde Aretha Franklin nadat ze in 1967 had getekend bij Atlantic Records, maar de platen die in de eerste helft van de jaren zestig opnam voor Columbia doen nauwelijks onder voor haar latere werk, al is ze dan nog niet erg stijlvast. Overtuigend bewijst dat de cd Just a matter of time – Classic Columbia Recordings (net uit op Ace/Kent), waarop zelfs een aantal nummers uit die periode dat nooit eerder verscheen, zoals dit prachtige door Aretha zelf geschreven I still can’t forget, opgenomen in februari 1965.
Separation line – Laura Lee
Nog meer southern soul. Het 39 jaar oude Separation line van Laura Lee, terug te vinden op de tweede editie van Theme Time Radio Hour, een keuze uit het de plaatjes die Bob Dylan in zijn wekelijkse programma op de Amerikaanse betaalradio heeft aan- en afgekondigd, en waar we al eerder tracks van draaiden zoals One hand loose van rockabilly-zanger Charlie Feathers. Het oudste nummer op de dubbel-cd dateert van 1927, het nieuwste van 2002. Dit is Laura Lee op haar mooist.
IRM – Charlotte Gainsbourg
Tot slot een nieuwe free download van Antichrist-ster Charlotte Gainsbourg, waarmee ze alvast een tipje van de sluier oplicht van haar nieuwe cd, die in januari zal verschijnen. Op IRM (ook de titel van de hele cd) werkt de zangeres en actrice – dochter van Serge Gainsbourg en Jane Birkin – met Beck, die ook tekent voor de produktie. IRM is de Franse afkorting voor een MRI. Na een hersenbloeding twee jaar geleden, vertelt Gainsbourg in een recent interview, moest ze een aantal MRI-scans ondergaan. ‘De muzikaliteit in het geluid van de MRI is de basis van het nummer’, vertelt ze in een recent interview. Mmm, tja, waarom niet? Na Antichrist is Charlotte Gainsbourg waarschijnlijk tot àlles in staat.
Hoor IRM hier.
De playlist van week 44
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Went walking – Bosque Brown
Went walking van de cd Baby van Bosque Brown, het alias van zangeres Mara Lee Miller, vernoemd naar de troebele rivier die door het kleine Texaanse dorp Stephenville stroomt, waar ze opgroeide. Miller, die een paar jaar geleden debuteerde met Plays Mara Lee Miller, is een protégée van Damien Jurado. Ze groeide op in een streng-gelovig gezin. De overdosis aan hel en verdoemenis-preken leidde tot een haat-liefde-verhouding met religie, één van de onderwerpen van haar plaat. Niet alle songs op de cd zijn al even goed, maar wàt een stem.
Hoor de cd-versie van Went walking hier.
Apples – Pugwash
In Ierland brachten ze al een aantal cd’s uit, deze groep Pugwash, die nu internationaal debuteert met een compilatie van eerder werk. Van die cd Giddy draaien we het nummer Apples. Uitgebracht op het Ape House label van voormalig XTC-man Andy Partridge (aan wiens werk deze Beatleske liedjes dan ook sterk doen denken).
The foxes – Erin McKeown
Erin McKeown studeerde ethno-musicologie, maar besloot naar haar studie wijselijk gewoon liedjes te gaan schrijven, en heeft de afgelopen tien jaar al een handvol cd’s uitgebracht, waaraan deze maand een nieuwe werd toegevoegd, Hundreds of lions, en daarvan draaien we The foxes. Met haar vriendin Alisson Miller maakt McKeown, die ook gedichten schrijft, ook deel uit van de groep Emma.
Hoor en zie een live-versie van The foxes hier.
Bowling green – Alela Diane & Alina Hardin
Bowling green, oorspronkelijk beroemd gemaakt door The Weavers, hier in de versie van folkzangeressen Alela Diane en Alina Hardin, terug te vinden op de gloednieuwe, gezamenlijke EP die hun beider voornamen als titel draagt, Alela & Alina. Fans van Alela Diane uit Nevada – ook hier in Nederland een steeds grotere schare sinds het verschijnen van haar prachtdebuut The pirate’s gospel (2007) – kenden haar vriendin Alina al van gezamenlijke optredens, onder meer in VPRO’s Vrije Geluiden.
Life is white – Big Star
Op de nieuwe 4cd-box Keep an eye on the sky is andermaal te horen waarom de groep Big Star, die platen maakte in de jaren ’70 en een paar jaar geleden herenigd werd, zo’n legendarische status heeft gekregen en nog altijd jonge bandjes beinvloedt. Er staan demo-versies en niet eerder uitgebracht materiaal op de cd’s, maar ook deze reguliere versie van Life is white (oorspronkelijk van Radio city, uit ’74). Blijft onweerstaanbaar goed. Zanger Alex Chilton had toen al een heel leven achter zich als voorman van The Box Tops (Top 2000-hitje: The letter).
Cruel Francis – Beth Jeans Houghton & The Hooves of Destiny
Cruel Francis van de opgewekte debuut-EP Hot toast volume 1 van de 18-jarige folkzangeres uit Newcastle Beth Jeans Houghton en haar groep The Hooves of Destiny.
How you like me now – The Heavy
En als uitsmijter de opzwepende nieuwe single van het Engelse viertal The Heavy, van de tweede cd The house that dirt built. Tja, wat zullen we er van maken? Funk-blues-garage-rock. Of iets van gelijke strekking.
De playlists van week 42 en 43
Welke muziek klonk deze en vorige week in Villa VPRO?
My heart – Wildbirds & Peacedrums
Ze leerden elkaar kennen tijdens een studie improvisatie in Gotenburg, het Zweedse echtpaar Mariam Wallentin en Andreas Werllin dat schuilgaat achter het duo Wildbirds & Peacedrums. Op hun verrassende, tikkie kunstzinnige cd The snake draait het om vocale acrobatiek en inventieve percussie. In de nieuwe single My heart (een radiovriendelijke edit van de op de cd veel te lange afsluiter) klinkt het dan ook: Don’t run! You see I’m lost without your rhythm.
Zie ook een live-versie hier.
Summer haze parade – Adrian Crowley
Sfeervolle opener van de nieuwe, vijfde cd Season of the sparks van singer-songwriter Adrian Crowley uit Dublin. Stem doet enigszins denken aan die van Mick Harvey op diens Serge Gainsbourg-tributes. Had nog nooit van hem gehoord, maar hij springt in het oog nu hij z’n platen uitbrengt op Chemical Underground, het illustere Schotse label van onder meer Arab Strap en de Delgados.
All my days – Alexi Murdoch
Te pas en te onpas worden jonge folkzangers vandaag de dag vergeleken met de jonggestorven Nick Drake, maar bij deze folkie Alexi Murdoch kunnen we echt niet om die vergelijking heen. Bijna eng, zo sterk als die nummers en stem lijken op die van zijn voorganger in de jaren ’70. Op het blog Filmfocus kreeg hij onlangs de voor de hand liggende vraag of Nick Drake (en John Martyn) inderdaad z’n grote invloeden zijn. ‘No, those were late discoveries for me,’ antwoordt hij. ‘ I’m actually really pretty ignorant when it comes to musicology in general. I get very embarrassed talking to other musicians because I seem to know relatively very little. [laughs] I was turned on to John Martyn before Nick Drake. Somebody heard me playing at a little gig out here and came up to me and said, “You must be a huge John Martyn fan.” They were gobsmacked that I didn’t know who he was and they came to the next gig with a mixtape of John Martyn songs. I was floored because I felt like I’d discovered my father or something. It was really odd to realize that, without having consciously contrived it, I was so clearly part of a tradition that I hadn’t even known existed. I listened to the tape that guy gave me when I was in Paris for three or four months. I had this little Walkman and I just walked around the streets of Paris for three months listening to it non-stop.’ Nou goed, waar of niet, feit is in ieder geval dat filmregisseur Sam Mendes, bekend van onder meer Revolutionary road en American Beauty, deze jonge Schot vroeg de soundtrack te verzorgen van zijn nieuwe film Away we go. Daarvan draaien we All my days, oorspronkelijk van zijn cd Time without consequence.
Quem pode, pode – Márcio Local
Track van de nieuwe cd van de 33-jarige Márcio Local uit Rio de Janeiro. Márcio Local says Don Day Don Dree Don Don Adventures in Samba Soul heet de cd voluit, en adventures in samba soul, dat is precies wat het is. Niet meer, niet minder. Feestelijke plaat op David Byrnes Luaka Bop-label.
Zie en hoor een straatsessie met Márcio Local hier.
A dog and pony show – Coparck
Nieuwe single van de Amsterdamse groep Coparck, hier bijgestaan door jazz-trompettist Eric Vloeimans. Een terugkeer, na het solo-uitstapje van zanger Odilo Girod onder de naam Chop Wood en samenwerkingsverbanden van de andere groepsleden met onder anderen Anne Soldaat en Sonja van Hamel. A dog and a pony show heet het nummer, titelnummer van de nieuwe, vierde cd.
Danza ritual – Uxía
De Spaanse zangeres Uxia (voluit Uxia Sennle) komt uit het aan Portugal grenzende Galicië en met dit nummer, Danza ritual, is ze vertegenwoordigd op de nieuwste uitgave in de niet aflatende stroom cd’s van Putumayo World Music, ditmaal gewijd aan Spanje: Putumayo presents Espana.
Know better learn faster – Thao
En de mooie, nieuwe single van de Vietnamees-Amerikaanse Thao Nguyen, het titelnummer van de tweede plaat van Thao & The Get Down Stay Down. ‘The album is named Know Better Learn Faster because you can’t,’ zegt de nieuwe ongekroonde koningin van de naïeve stroming in de popmuziek. ‘By the time you realize you should, it’s too late. And I enjoy the predicament and the totally devastating, unfunny humor of that.’ Tweede mooie plaat op rij in 2009 welbeschouwd, want Thao werkte eerder dit jaar ook samen met het Portland Cello Project.
De playlists van week 40 en 41
Welke muziek klonk deze en vorige week in Villa VPRO?
Suicide – The Raveonettes
The Raveonettes, eigentijdse vertegenwoordigers van de Spectoriaanse Wall of Sound, zijn terug met een nieuwe cd In and out of control. Op voorgaande platen klonk het Deense tweetal (zij: Sune Rose Wagner, hij: Sharin Foo) meestal als een kruising tussen The Ronettes en The Jesus & Mary Chain, maar het geluid van The Raveonettes klinkt steeds frivoler en toegankelijker, al ligt dat bepaald niet aan de onderwerpen, die nog altijd vaak bedrieglijk duister zijn. Om het scherp te stellen: een nummer dat klinkt als een instant-meezinger draagt in de wereld van The Raveonettes een titel als Boys who rape (should all be destroyed). Muzikaal zijn de scherpe kantjes er bij The Raveonettes langzaam maar zeker zorgvuldig afgesleten, maar onder de oppervlakte blijft het dus broeien. De lippenstift is nog altijd vlekkerig, de mascara uitgelopen.
Hoor The Raveonettes en Suicide hier.
Running scared – Micah P. Hinson
All dressed up and smelling of strangers heet de zojuist verschenen dubbelaar met covers van Micah P. Hinson, die een brede smaak verraadt. We draaien zijn versie van Roy Orbison’s Running scared (’t is per slot van rekening toch een beetje de week van Roy Orbison, met de premiere van de verfilming van het boek De helaasheid der dingen van Dimitri Verhulst, waarin een prachtige scene voorkomt waarin Roy Orbison centraal staat!). In Running scared wist Orbison binnen drie minuten op te werken naar een Bolero-achtige climax.
Hoor Micah P. Hinson en Running scared hier.
Zie en hoor het origineel van Roy Orbison hier.
En, bij wijze van toegift, de nog macaberder versie van Nick Cave & The Bad Seeds hier (oorspronkelijk op Kicking against the pricks uit ’86, later ook op de soundtrack van de film City of angels).
Gold rush – Basia Bulat
De jonge Canadese folkzangeres Basia Bulat debuteerde in 2007 overtuigend met Oh darling, een frisse plaat vol zwierige walsjes en pastorale folksongs. Daarna bleef het stil. Er verscheen een losse single – de Sam Cooke-cover Touch the hem of his garment – maar een volwaardige nieuwe cd liet lang op zich wachten. De plaat staat nu eindelijk aangekondigd voor januari (titel: Heart of my own), en om het wachten te verzachten is het onstuimige Gold rush alvast beschikbaar als free download via haar eigen site, www.basiabulat.com.
One hand loose – Charlie Feathers
Uit 1956: rockabilly-zanger Charlie Feathers – grootmeester van de hiccup, dat speciale hikje in de zang – en One hand loose, terug te vinden op de tweede editie van Theme Time Radio Hour, een keuze uit het de plaatjes die Bob Dylan in zijn wekelijkse programma op de Amerikaanse betaalzender XM Radio heeft aan- en afgekondigd. Het oudste nummer op de dubbel-cd dateert van 1927, het nieuwste van 2002. One hand loose pronkte trouwens enige jaren geleden ook op de cd Under the unfluence, waarop Morrissey zijn verzamelde invloeden liet horen.
Hoor Charlie Feathers en One hand loose hier.
Bandja – Kassé Mady Diabaté
Een van de mooiste stemmen van Mali: Kassé Mady Diabaté, en de openingstrack van zijn nieuwe cd, Mandi Djeli Kan. Kasse Mady, vreemd genoeg nooit zo beroemd geworden buiten Mali als die andere Diabates, maakte al in de jaren zeventig naam met traditionele Malinese mande-muziek (met name als lid van de groep Super Mande) waarin Cubaanse invloeden hoorbaar waren. Hij was als gastvocalist ook te horen op de cd Kulanjan van kora-speler Toumani Diabate en Taj Mahal. Nummer dat we draaien heet Bandja.
Are you dancing with her tonight – Dayna Kurtz
De in Nederland opvallend populaire Newyorkse zangeres Dayna Kurtz is terug, met American Standard, een plaat half gevuld met bewerkingen van anderen en half met nieuwe eigen songs. Krachtige stem, veelzijdige plaat. Deze wals is losjes gebaseerd op I’m sorry van één van haar illustere voorgangsters, Brenda Lee.
Zie en hoor Dayna Kurtz met Another black feather (2006) hier.
En beluister de sessie van Dayna Kurtz op 21 mei 2004, in De Ochtenden (de voorganger van Villa VPRO) op Radio 1 hier. ‘Maakt u zich geen zorgen als u in een van die files staat’, kondigde Chris Kijne haar enthousiast aan, ‘ het komende kwartier kan het u helemaal niets meer schelen of u nou rijdt of stilstaat’.
Baby – Devendra Banhart
Na vijf platen op een relatief klein onafhankelijk label is Devendra Banhart, tegen wil en dank boegbeeld van de stroming die freak folk wordt genoemd – en ooit op straat ontdekt door voormalig Young Gods-zanger en latere platenbaas Michael Gira – gecontracteerd door het groter Warner Music. Laten we hopen dat de belangstelling van de majors voor deze muziekstroming niet het begin van het eind is (meestal is het een veeg teken). Van zijn nieuwe cd What will we be is Baby de eerste single.
Zie & hoor een recente live-opname hier.
History class – Signe Tollefsen
Signe Tollefsen is een jonge Nederlandse singer-songwriter, die aan het Amsterdamse conservatorium les kreeg van Urban Dance Squad-gitarist René van Barneveld en al op toernee is geweest met de voormalige zanger van Pavement. Klinkt dat allemaal al veelbelovend, dan is er ook nog haar titelloze debuut-cd, waarop ze knappe liedjes en een buitengewoon soepel stemgeluid laat horen, en daarvan draaien we het nummer History class.
Dear God (sincerely M.O.F.) – Monsters of Folk
Monsters of Folk is het gelegenheidsverbond tussen vier jonge Americana-helden: Conor Oberst en Mike Fogis (Bright Eyes), M. Ward en Jim James van de groep My Morning Jacket. Hun samenwerking op het podium is nu uitgemond in een tamelijk grillige plaat, met deze niet representatieve maar wel mooie opener, waarop de mastodonten om beurten het woord nemen in een open brief aan God.
Hoor Monsters of Folk en Dear God hier.
De playlists van week 38 en 39
Welke muziek klonk deze en vorige week in Villa VPRO?
Take another little piece of my heart – Erma Franklin
Het overkwam Irma Thomas toen de Rolling Stones Time is on my side opnamen, het overkwam Bessie Banks toen The Moody Blues Go Now opnamen: blanke artiesten die goede sier (en geld) maakten met een zwarte soul-song, zo snel dat het origineel was gedoemd te verdwijnen in de vergetelheid. Het overkwam ook Erma Franklin, de oudere zus van Aretha, toen ze in 1968 Take another piece of my heart opnam en heel kort daarna Janis Joplin er een grote hit mee scoorde. Op de cd Piece of her heart – The Epic & Shout Years, die deze maand verschijnt, wordt Erma Franklin alsnog recht gedaan. Postuum, dat wel, want ze overleed in 2002.
Hoor de versie van Erma Franklin hier. Die van Janis Joplin hier.
En nu we dan toch hier de geschiedenis proberen recht te zetten..
luister ook naar het origineel van Go Now (1964) door Bessie Banks:
Het nummer is terug te vinden op Larry Bank’s Soul Family Album. Bessie Banks: ‘I remember 1963 Kennedy was assassinated; it was anounced over the radio. At the time, I was rehearsing in the office of Leiber and Stoller. We called it a day. Everyone was in tears. ‘Come back next week and we will be ready to record Go now, and we did so. I was happy and excited that maybe this time I’ll make it. Go now was released and right away it was chosen Pick Hit of the Week on W.I.N.S. Radio. That means your record is played for seven days. Four days went by, I was so thrilled. On Day 5, when I heard the first line, I thought it was me, but all of a sudden, I realized it wasn’t. At the end of the song it was announced, ‘The Moody Blues singing Go Now‘. I was too out-done. This was the time of the English Invasion and the end of Bessie Banks’ career. So I thought. America’s DJs had stopped promoting American artists’.
En vooruit, het in gospel gedrenkte Time is my on my side van Irma Thomas hier. Overigens, de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er een nòg eerdere versie bestaat, zij het een nagenoeg instrumentale, van Kai Winding & His Orchestra. Time is on my side werd net als Take another little piece of my heart geschreven door Jerry Ragovoy.
Heart skipped a beat – The XX
Een paar Londense jongeren, amper 20, die een eigentijdse bedwelmende mix maken van alles wat begin jaren tachtig ook al cool was, ze noemen zich The XX en het nummer dat we draaien heet Heart skipped a beat. Behalve aan eighties-ikonen roept de plaat soms herinneringen op aan de triphop van een decennium later, met name aan het bezwerende, sensuele geluid van Tricky in de periode waarin hij versmolt met Martina Topley-Bird.
Hoor The XX en Heart skipped a beat hier.
Diompilo – Sia Tolno
Ze werd geboren in Guinee, maar groeide voor een belangrijk deel op in het door oorlog geteisterde Sierra Leone, deze Sia Tolno. Behalve naar Guinese muziek luisterde veel naar Nina Simone. Het nummer dat we draaien staat op haar nieuwe cd Eh sanga.
Love of an orchestra – Noah & The Whale
Noah & The Whale, de naam van deze Engelse indiefolkgroep rond Charlie Fink, is een verwijzing naar de regisseur Noah Baumbach en zijn film The Squid and The Whale. Het opgewekt klinkende, gedeeltelijk door een koor gezongen Love of an orchestra is terug te vinden op de nieuwe, tweede cd, First day of spring, en valt uit de toon op een verder nogal sombere plaat. First day of spring is het verslag van de breuk tussen Fink en Laura Marling, voormalig bandlid en getalenteerd folkzangeres.
Hoor Noah & The Whale en Love of an orchestra hier.
St. Cristopher – Jamie T.
Twee jaar na zijn debuut vol grofgebekte grotestads-teksten met een cockney-accent (zie hieronder Back on the game, dat we toen draaiden in De Ochtenden) is de inmiddels 22-jarige Jamie T. terug met een nieuwe plaat. Dat wil zeggen, die verschijnt binnenkort, maar wordt vooruitgesteld door een EP waarop dit nummer staat, St. Cristopher. De cd Kings and queens verschijnt deze week.
Soft hand – Willard Grant Conspiracy
Op z’n negende cd Papers covers stone heeft de langbebaarde Willard Grant (bij ziekte van een van de ZZ-Top-leden kan hij prima invallen) een dozijn van zijn eigen nummers opnieuw opgenomen met zijn Willard Grant Conspiracy, in een kale, afgestripte versie. Van die plaat de opener, Soft hand.
De playlists van week 36 en 37
Welke muziek klonk deze en vorige week in Villa VPRO?
Homenaje a Cuba van Pedra Miguel y ses Maracaibos
Uit het mengen van Zuid-Amerikaanse stijlen als mambo, pachanga en cha cha cha met westerse soul ontstond in de jaren zestig de zogenaamde boogaloo-muziek. De broedplaats was New York, waar voornamelijk Puertoricaanse en Cubaanse immigranten er lustig op los mengden. Nog populairder werd de muziekstijl vervolgens in Peru. In de cd-serie Bugalú Tropical Gózalo! op het Spaanse label Vampi wordt de leukste Peruviaanse boogaloo uit de jaren zestig geboekstaafd. Het derde deel is zojuist verschenen, daarvan draaien we Homenaje a Cuba van Pedra Miguel y ses Maracaibos. Fijne serie, hopelijk zijn de archieven in Lima nog lang niet uitgeput.
Up from below – Edward Sharpe & The Magnetic Zeros
Ze doen een beetje denken aan het veelkleurig gezelschap The Polyphonic Spree. Ook al zo’n blijmoedige hippiebende, die wel raad weet met een goede melodie, maar bij hen vergeleken is zelfs het elfkoppige Edward Sharpe & The Magnetic Zero maar een klein clubje. Van de elf mannen en vrouwen heet er trouwens niemand Edward Sharpe – logica en overzicht is aan dit vrolijke zootje ongeregeld niet besteed. We draaien het titelnummer van hun eerste cd, Up from below, in thuisland Amerika al enige tijd uit, maar hier vooral opgemerkt in de aanloop van Lowlands ’09. Maak hier kennis met Edward Sharpe & The Magnetic Zeros.
History – Lightning Dust
Lightning Dust is de naam van de nieuwe groep rond zangeres Amber Webber en drummer Joshua Wells, die beide ook deel uitmaken van de Canadese psychedelische groep Black Mountain. Gezwollen dramatiek met een folkhart. Het nummer heet History, de cd Infinite light, het geluidsbepalende, trillende vibrato is van zangeres Amber Webber.
Hoor Lightning Dust en History hier. En I knew hier.
Television – Babaa Maal
In de jaren tachtig gold hij net als landgenoot Youssou N’dour als een van de grondleggers van de world music-stroming, waarin traditionele Afrikaanse muziek en westerse popmuziek ineen smolten: Babaa Maal uit Senegal. Hij maakt nog steeds platen, soms net iets te gepolijst, maar altijd de moeite waard, zoals ook zijn nieuwe cd Television, waarop hij wordt begeleid door de Brazillian Girls. die curieus genoeg niet uit Brazilie komen en maar één vrouwelijk lid kennen. De plaat opent met dit titelnummer, dat voor de single-uitgave uit radiovriendelijkheid behoorlijk is ingekort. Het nummer heette aanvankelijk L’homme dans la tele en kwam voort uit een verhitte discussie over de groeiende invloed van de televisie in Afrika.
Hoor en zie de clip bij Babaa Maals Television hier.
Vapours – Islands
De titelsong van de nieuwe, derde cd van de groep Islands, rond Nick Diamonds uit Montreal. Vapours staat vol recht-toe-recht-aan popliedjes, soms effectief aangekleed met hoorn en trompetten.
Hoor Islands en Vapours hier.
I went to visit the roses – James Yorkston & The Big Eyes Family Prayers
Het zat er in natuurlijk, dat James Yorkston –een door John Peel ontdekte Schotse bard, die prachtige nummers schrijft en ze met steeds wisselende begeleidingsgroepen opneemt – ooit nog eens plaat zou opnemen met zijn versies van traditionele folksongs. Die plaat is er nu, en hij hij heet domweg Folk songs. Het is een verzameling Ierse en Engelse traditionals, aangevuld met een traditional uit Galicie. Het nummer dat we draaien heet I went to visit the roses.
Luister ook naar het onovertroffen Woozy with cider, uit 2006:
El son no puede fallar – Sierra Maestra
Onvermoeibaar gaan de makers door met het vervaardigen van Rough Guides – we hebben het dan niet eens over de reisgidsen, maar over de cd’s die al even goed een kennismaking vormen met het land. Sommige landen zijn al meerdere malen aan de beurt geweest, maar wat wil je ook als het bijvoorbeeld gaat om Cuba. Van de nieuwste Rough Guide to the music of Cuba draaien we El son no puede fallar van Sierra Maestra. De negenkoppige son-groep uit Havana, vernoemd naar de hoogste bergketen op het eiland, bestaat al meer dan dertig jaar en wordt geleid door Juan d’Marcos Gonzales. Bij deze Cubaanse Rough Guide is een bonus-cd geleverd met een keuze uit de vele Sierra Maestra-opnamen.
De playlist van week 35
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
If Eilert Lovborg wrote a song – Broken Records
De leden van de Schotse groep Broken Records moeten van veel muzikale markten thuis zijn, want op het podium wisselen ze geregeld van instrument (trompet, viool, cello, ukelele, gitaar). If Eilert Lovborg wrote a song is terug te vinden op de debuut-cd Until the earth begins to part. Als u zich afvraagt wie die Eilert Lovborg uit de titel is (en dat doet u vast): dat is naam van de getormenteerde minnaar van Hedda Gabler in het klassieke toneelstuk van Hendrik Ibsen.
Zie en hoor Broken Records in een Toad Session met Wolves hier.
Don’t say it baby – Dusty Springfield
Chip Taylor is een naam die vandaag de dag vooral bellen doet rinkelen in de hoofden van country-liefhebbers, maar in de jaren zestig was hij een zeer verdienstelijk songschrijver voor soul- en beat-zangers en zangeressen, van Evie Sands tot Aretha Franklin en Dusty Springfield. Z’n beroemdste nummer is ongetwijfeld Wild Thing van The Troggs (direct gevolgd door het vaak opgenomen Angel of the morning), maar dat valt in het geheel behoorlijk uit de toon. De cd waarop z’n mooiste liedjes staan verzameld is desondanks Wild Thing: The Songs of Chip Taylor gedoopt, en daarvan draaien we Don’t say it baby (1964) van de ongeëvenaarde Dusty Springfield. Niet een van haar bekendste nummers, want het was indertijd alleen voor de Amerikaanse markt bedoeld. Over Dusty Springfield is overigens ook net het zeer lezenswaardige boek Dusty: Queen of the postmods verschenen, waarin Annie J. Randall de stijl-ikoon Dusty grondig analyseert. En nu we toch bezig zijn: van Chip Taylor zelf verscheen nog niet zo lang geleden het boek Songs from a Dutch tour, waarin hij verhaalt over zijn leven als singer-songwriter.
Een zangeres die nog veel meer aan songschrijver Chip Taylor is gelieerd is Dusty’s blue eyed-soul-collega van overzee, Evie Sands. Ze was halverwege de jaren zestig een van z’n eerste protegees en muzes. Er zouden er nog vele volgen, waarvan country-dames Carrie Rodriguez en Kendell Carson tot de jongste lichting horen. Hoe dan ook, Evie Sands is met een tweetal tracks vertegenwoordigd op Wild Thing: The songs of Chip Taylor, waaronder I can’t let go, in 1965 door haar vertolkt, maar een jaar later ten onrechte volkomen weggevaagd door de versie van The Hollies.
What about us? – Doug Paisley
What about us? van het titelloze solo-debuut van de Canadese singer-songwriter Doug Paisley. Is al eens op toernee geweest met Bonnie ‘Prince’ Billy, aan wiens werk de plaat nog niet helemaal kan tippen, maar dit What about us?, waarmee de plaat opent, is zonder meer prachtig.
Money is king – Lee Fields & The Expressions
Hij dankt z’n cultstatus aan een aantal soulplaten uit de jaren 70, maar werd eind jaren negentig herontdekt door een nieuwe generatie soulfans. Een paar jonge producers (Jeff Silverman en Leon Michels) laten Lee Fields weer zo klinken zoals hij toen klonk. En, zoals je dat dan beleefd hoort te zeggen: het klinkt allesbehalve gedateerd. Van alweer z’n derde cd sinds hij aan een tweede leven (My world) begon als muzikant draaien we ditmaal Money is king.
Zie en hoor Lee Fields & The Expressions met Love comes and goes hier.
Pastures bent – Laura Gibson
Ze heeft haar plaat in twee helften opgedeeld: de Communion songs en de Funeral songs, maar het zijn alleen de teksten die deze verdeling rechtvaardigen, want de nieuwe cd Beasts of season van Laura Gibson uit Portland is juist heel consistent van stijl: ingetogen, breekbaar, maar onderhuids broeit het. Pastures bent heet het nummer.
Bully of New York – Ana Egge
Opgevoed door tarwe-verbouwende hippies, schrijft ze op haar website, maar laat onvermeld of dat met trots is of niet. Bully of New York staat op de zesde cd Road to my love van de Amerikaanse zangeres Ana Egge (1977).
Zie en hoor Ana Egge en Bully of New York hier.
De playlist van week 34
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Judy sucks a lemon for breakfast – Cornershop
Elf jaar na de grote hit Brimful of Asha (de big beat-bewerking van Fatboy Slim werd indertijd nummer één aan beide zijden van de Atlantische Oceaan) voorziet de Aziatisch-Engelse groep Cornershop weer een zomer van een soundtrack. Dat werd tijd ook, want op een halfgeslaagde plaat en een paar losse singletjes na werd er de laatste jaren weinig van de groep rond de broers Tjinder en Avtar Singh vernomen. De nieuwe cd Judy sucks a lemon for breakfast is een frisse popplaat geworden die net als de voorgangers sterk refereert aan The Beatles, psychedelica, hiphop en – met dank aan de sitar – ook nog altijd aan India. De plaat werd eerder dit jaar al voorafgegaan door de single The roll of characteristics.
Hoor ook het vier jaar oude Topknot van Cornershop met M.I.A. hier.
En het aan Bollywood-nachtegaal Asha Bhosle gewijde Brimful of Asha hier.
Melectric – Ramona Falls
De stad Portland in de Amerikaanse staat Oregon heeft een rijke muzikale scene, zo blijkt keer op keer. Alweer verschijnt er nu een bijzonder debuut. Ramona Falls is de groep rond Brent Knopf die ook deel uitmaakt van Menomena en zijn nieuwe project vernoemde naar een indrukwekkende waterval ten noorden van Portland. Het zorgvuldig opgebouwde nummer met spannend tromgeroffel heet Melectric, de cd Intuit.
Mercy mercy me – Susan Werner
Met de Billboard Top 100 van het tijdperk 1965-1975 op de muziekstandaard ging zangeres Susan Werner samen met haar producer liedje voor liedje langs: welk van deze klassiekers leende zich voor een bewerking met een strijkkwartet? Op haar negende cd Classics staat de uitslag verzameld, zoals deze herfstige versie van Mercy mercy me van Marvin Gaye’s What’s going on, begeleid door een aantal strijkers van het Boston Symphony Orchestra. Andere nummers die de behandeling krijgen zijn onder meer Hazy shade of winter, Turn turn turn, en Cat Stevens’ The Wind.
Going up the country – Kitty Daisy & Lewis
Twee zussen en een broer, alle nog thuiswonend bij hun ouders in Noord-Londen, die anno 2009 totaal in de ban zijn van rockabilly, jump blues, rock ‘n’ roll, 78-toeren platen en opname-apparatuur uit de jaren vijftig. Kitty, Daisy en Lewis Durham heten ze, en ze zijn respectievelijk 16, 21 en 19. De tittelloze cd, waarop deze versie van Going up the country (oorspronkelijk van Canned Heat) is terug te vinden, was vorig jaar al een succes in Engeland en is nu ook hier uitgebracht, aan de vooravond van het Lowlands-festival waar het drietal deze week haar opwachting maakt, als altijd bijgestaan door vader Greame Durham en moeder Ingrid Weiss (die trouwens in een grijs verleden drumde in de post-punkgroep The Raincoats!).
En het origineel hier.
Not the only person – Rumble Strips
The Rumble Strips is een groep uit Londen die niet onder stoelen of banken steekt dat ze vroeger veel naar de muziek van Dexy’s Midnight Runners heeft geluisterd. Komt in de beste families voor, en het levert bovendien een nieuwe, aanstekelijke tweede cd op, gemaakt onder de wapperende vleugels van de hippe producer Mark Ronson. We draaien de single, Not the only person.
De playlist van week 33
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
What have you done? – Naomi Shelton & The Gospel Queens
De cd What have you done? is het resultaat van de samenwerking tussen orkestleider Cliff Driver en de gospelzangeres Naomi Shelton, die op haar 66e debuteert (ze bracht eerder alleen een paar singles uit) met een soul-gospel-plaat waar de dampen vanuit opstijgen. De plaat is verschenen op Daptone, het label met de inmiddels fameuze muzikanten van de Dap Kings, eerder onder meer verantwoordelijk voor Back to black van Amy Winehouse. Naomi Shelton wordt ook begeleid door het trio The Gospel Queens, waarin onder meer Sharon Jones is te horen, en dat de vraag die wordt opgeworpen (What have you done, my brother?) beantwoord als het koor in een Griekse tragedie: I don’t know, I don’t know.
Love is a tricky thing – Julie Feeney
Julie Feeney uit het Ierse Galway maakte in eigen land al naam met orkestrale, instrumentale composities en is ook vermaard theatermaakster en lid van het Ierse National Chamber Choir. Ze is van het type dat een bevriende kunstenares een jurk voor haar laat ontwerpen opgetrokken uit de papieren waarop ze haar arrangementen heeft gecomponeerd (zucht), maar dat mag de pret niet drukken. Mooi nummer. Terug te vinden op haar nieuwe cd Pages.
Zie Julie Feeney ook met Valentine’s song live tijdens het Kilkenny Arts Festival hier.
E nan mian nuku – El Rego et Ses Commandos
In de serie Analog Africa verscheen de cd Legends of Benin, waarop een keuze staat verzameld van de obscure plaatjes die de Duitse Samy Ben Redjeb bijeen wist te sprokkelen in de voormalige Franse kolonie Benin. Het gaat om dansmuziek uit de jaren ’60 en ’70, waarin funk doorklinkt, maar ook afrobeat en Congolese rumba. Van die cd een nummer van El Rego et Ses Commandos. Volgens de informatie in het cd-boekje runt de voormalige boxer El Rego vandaag de dag overigens een bordeel in Benin.
Charlie Darwin – The Low Anthem
The Low Anthem is een veelzijdig Amerikaans folktrio rondom de met falsetstem gezegende Ben Knox Miller, dat met haar nieuwe cd opeens veel voeten aan de grond krijgt hier in Europa. Oh my God, Charlie Darwin heet de cd, daarvan draaien we de aan Darwin gewijde, maar desondanks hemelse opener.
Hoor The Low Anthem en Charlie Darwin hier.
Gangsters – The Specials
1979… Gangsters van The Specials! Wat vrijwel niemand voor mogelijk achtte, gebeurde dit jaar toch: een reunie van de Britse ska-groep. Voor het eerst sinds 1981 gingen The Specials op toernee, in de oorspronkelijke bezetting, met uitzondering van Jerry Dammers (een vermeende vete werd uiteraard vervolgens breed uitgemeten in de pers – laat dat maar aan de Britse muziekpers over). De meeste gehoorde lezing is dat de reunie er is gekomen op aandringen van Lily Allen, die zich schatplichtig voelt aan The Specials en Gangsters eerder tijdens een optreden zong met twee oud-leden van de groep. Na een korte Engelse toer volgen deze maand optredens in Japan en Australië. Over een Europese toer is nog niets bekend. Zodra dat wel zo is, leest u dat natuurlijk hier.
Zie en hoor Lily Allen & The Specials tijdens het Glastonbury-festival in 2007 met Gangsters:
En zie en hoor The Specials in hun gloriedagen met Message to you Rudy hier.
Love comes and goes – Lee Fields & The Expressions
Lee Fields dankt z’n cultstatus aan een aantal soulplaten uit de jaren 70, maar werd eind jaren negentig herontdekt door een nieuwe generatie soulfans. Een paar jonge producers laten hem weer zo klinken zoals hij toen klonk. Van alweer z’n derde cd sinds hij aan een tweede leven begon (titel: My world) als muzikant Love comes and go.
De playlists van week 30 en 31
Welke muziek klonk deze en vorige week in Villa VPRO?
Waiting ‘round to die – The Lemonheads
Steve Earle wijdde onlangs een hele plaat aan zijn liedjes: wijlen songschrijver Townes van Zandt (1944-1997). Evan Dando nam er met zijn groep The Lemonheads voor de nieuwe cd Varshons maar ééntje op, maar wel een zijn mooiste: Waiting ‘round to die. Zonder twijfel ook een van z’n treurigste, trouwens: Now I’m out of prison, I got me a friend at last/ He don’t steal or cheat or drink or lie/ His name’s codeine, he’s the nicest thing I’ve seen/ Together we’re gonna wait around and die.
Zie en hoor een solo-versie voor NME-radio hier.
En het origineel van Townes van Zandt hier.
Hey, that’s no way to say goodbye – The Lemonheads
Nog meer Lemonheads. Dat Evan Dando (als The Lemonheads, maar ook onder zijn eigen naam) graag covers opneemt, was al bekend, en hij doet dat sinds jaar en dag met verve, of het nu gaat om nummers van zijn helden Gram Parsons en Alex Chilton of om Knowing you, knowing me van Abba. Maar een hele plaat met cover-versies was er nog niet – tot nu toe dan. Want op het grillige Varshons – een verbastering van Versions: zo zouden Engelsen volgens Dando het woord versions uitspreken – staan alleen maar bewerkingen van nummers van anderen, zoals deze versie van Leonard Cohen’s Hey, that’s no way to say goodbye, gezongen met actrice Liv Tyler.
Forget about it – Lissy Trullie
Lissy Trullie, de band rond de Newyorkse coole lesbo Lissy McChesney, die op haar debuut-EP Self-taught learner laat horen dat ze met beide benen in de Newyorkse traditie staat van Blondie en The Strokes.
Zie en hoor de EPK bij Boy boy van Lissy Trullie hier.
Hungry liars – The Portland Cello Project
The Portland Cello Project is een ensemble dat varieert tussen de 8 en 16 cellisten en dat voor haar nummers steeds andere zangeres en zangeressen aantrekt. Op de nieuwe cd The Thao and Justin Power Sessions wordt een deel van de nummers vertolkt door Justin Power, zoals het nummer Hungry liars.
Zie ook de clip bij het door Thao gezongen Tallymarks hier.
Warm heart of Africa – The Very Best feat. Ezra Koenig
Warm heart of Africa, de titelsong van de nieuwe cd van Esau Mwamwaya uit Malawi, die onder meer platen maakt onder de naam The Very Best en traditionele muziek uit Malwai mengt met westerse stijlen. Op dit nummer werkt hij samen met Ezra Koenig van Vampire Weekend, een Amerikaanse groep die precies het omgekeerde doet: westerse muziek mengen met traditionele Afrikaanse klanken.
We got to meet death one day – Kelly Joe Phelps
Om de 15e verjaring sinds het verschijnen van zijn debuut luister bij te zetten, ligt de cd Lead me on van singer-songwriter Kelly Joe Phelps uit Vancouver opnieuw in de winkel, ditmaal aangevuld met nummers die het indertijd ten onrechte niet haalden, zoals dit We got to meet death one day.
You and all of us – Hoots & Hellmouth
Track van de nieuwe cd The holy open secret van het rootsrock-duo Hoots & Hellmouth: Sean Hoots en Andrew Gray, alias Hellmouth.
Folding chair – Regina Spektor
Toen het joodse burgers mogelijk werd gemaakt om te emigreren, verkaste de familie van de Russisch-Amerikaanse zangeres Regina Spektor naar New York. Ze was toen 9, en zette haar klassieke piannolessen voort in de VS. De laatste jaren timmert ze behalve als pianiste ook aan de weg als zangeres. Van de nieuwe cd het nummer Folding chair.
One of you for me – Holly Throsby
Nummer van de derde cd van de Australische zangeres en striptekenaar Holly Throsby, die zich hier laat bijstaan door muzikanten van het collectief Lambchop uit Nashville. Op een andere track van de cd is Will Oldham te gast.
Rented white sedan – Nels Andrews
Rented white sedan van de nieuwe cd van de voormalige timmerman Nels Andrews, die de woestijn van New Mexico onlangs verruilde voor New York. Cd heet Off track beating.
De playlist van week 27
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Optimist vs the silent alarm – Casiotone for the Painfully Alone
Wie bij wijze van pseudoniem kiest voor de naam Casiotone for the Painfully Alone is de luisteraar voor altijd twee dingen verschuldigd. Troost en herkenning bieden voor de eenzamen, en in je muziek het geluid laten weerklinken van een ouderwets casiotone-keyboard. Laat dat allebei maar over aan muzikant Owen Ashworth uit Portland, ook weer op z’n nieuwe, vijfde cd Vs children. De casiotone-keyboard werd hier ingezet voor het When the saints go marching in-citaatje aan het eind.
Song up in her head – Sarah Jarosz
Song up in her head, de veelbelovende titelsong van het debuut van bluegrass-zangeres Sarah Jarosz, die vlak voor het verschijnen van haar plaat 18 werd. Jarosz, die afwisselend mandoline, banjo en gitaar speelt, schreef het gros van de nummers zelf, aangevuld met covers van The Decemberists en Tom Waits.
Hoor & download Song up in her head hier:
http://www.songsillinois.net/music/Song_Up_In_Her_Head.mp3
Mata morte – Cesaria Evora
Maandagavond trad ze op in de Melkweg in Amsterdam: de altijd blootvoetse Kaapverdiaanse Cesaria Evora. Van de zangeres, 68 jaar inmiddels, werden onlangs opnamen heruitgebracht die ze in de vroege jaren zestig opnam, toen ze rond de 20 jaar oud was. Van die cd Radio Mindelo Mata morte.
Marry me – St. Vincent
Ze speelde met Sufjan Stevens, met The Polyphonic Spree en met Glenn Branca, deze Annie Clark die tegenwoordig platen onder de naam St Vincent. Zaterdag treedt ze op in Rotown in Rotterdam.
Glance – Robin Tom Rink
The dilettante heet het debuut van de 27-jarige Robin Tom Rink uit Münster, aan wie vermoedelijk tot in lengte van dagen behalve als singer-songwriter ook als ex-postbode en ex-junk gerefereerd zal worden. Van zijn geslaagde cd vol Teutoonse melancholie draaien we het nummer Glance.
When the devil’s loose – A. A. Bondy
Mooie titelsong van de nieuwe cd van singer-songwiter A.A. Bondy, die aan het eind van de zomer verschijnt. A.A. (Auguste Arthur) maakte voorheen deel uit van de (grunge-)groep Verbena.
Harlem shuffle – Jackie Lee
Op de nieuwste uitgave van het Engelse label Ace/ Kent, dat sinds jaar en dag slecht of niet verkrijgbare opnamen uit de soulgeschiedenis heruitgeeft, staat het beste verzameld dat northern soul-zanger Jackie Lee (bekendste nummer: The duck) opnam in de tweede helft van de jaren ’60. Zoals deze versie van Harlem shuffle, uit 1965. De cd heet The Mirwood Record Masters.
Lo ignora – La Pegatina
Lo ignora, van de nieuwe cd Via mandarina van de Catalaanse mestiza-groep La Pegatina. De feestelijke potpourri wordt in verschillende Spaanse dialecten gezongen.
De playlist van week 26
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Tallymarks – Portland Cello Project
The Portland Cello Project is een ensemble dat varieert tussen de 8 en 16 cellisten en dat voor haar nummers steeds andere zangeres en zangeressen aantrekt. Op de nieuwe cd (The Thao and Justin Power Sessions) wordt een groot deel van de nummers vertolkt door zangeres Thao Nguyen, een plaatsgenote met Vietnamese roots. Justin Power neemt een ander deel voor zijn rekening. Het nummer Tallymarks was in een andere versie ook al te horen op Thao’s leuke plaat We brave bee stings and all, waarmee ze zich vorig jaar een plaatsje wist te bemachtigen in de naiëve stroming binnen de popmuziek.
Zie en hoor (de clip bij) Tallymarks hier.
En Thao (with The Get Down Stay Down) en Bag of hammers hier.
The end is near – Fiery Furnaces
De alleen als download verkrijgbare nieuwe single van het broer-zus-duo the Fiery Furnaces uit Brooklyn. Meestal vliegt het duo ergens halverwege hun nummers falikant uit de bocht met overstuurde elektronica en ander kabaal, in The end of near blijven Matt en Eleanor Friedberger beheerst. Het duo maakte vier jaar geleden naam met de bijzondere cd Rehearsing the choir, een conceptplaat gewijd aan de denk- en leefwereld van hun grootmoeder, koorleidster in de Grieks-orthodoxe kerk. De nieuwe cd I’m going away verschijnt volgende maand.
Too many birds – Bill Callahan
Wat er voor nodig was om hem weer platen te laten opnemen onder de naam Smog, wilde een journalist onlangs weten. ‘Als Obama me zegt dat het goed is voor het land, zal ik het niet nalaten,’ antwoordde Bill Callahan, het onderwerp ongetwijfeld meer dan moe. Sinds een paar jaar maakt hij zijn platen onder de naam die ook bij de burgerlijke stand in Austin, Texas bekend is. Too many birds is een van de sleuteltracks op zijn laatste cd Sometimes I wish I were an eagle, waarvan we eerder al andere nummers draaiden. Het bouwt spanningsvol op naar de zin die aldoor herhaald wordt en waaraan bij elke zangbeurt één woordje wordt toegevoegd: If you could only stop your heartbeat for one heartbeat.
Hoor Too many birds hier.
Doo whop (that thing) – Lauryn Hill
Het had zo mooi kunnen zijn: na jaren in de anonimiteit zou Lauryn Hill, de gewezen frontvrouw van hitgroep The Fugees en maker van de klassiek geworden enige solo-cd The miseduction of Lauryn Hill (1997) deze week eindelijk weer op een podium klimmen. In het weekend zou ze de hoofdact zijn van het Festival Mundial, maandagavond zou ze optreden in Paradiso Amsterdam. Zou…. Want over Lauryn Hill, een van de meest getalenteerde hiphop-zangeressen van de jaren negentig, gaan de laatste jaren de wildste verhalen de ronde. Ze zou godsdienstwaanzinnig zijn geworden, en hevig verslaafd aan hardrugs. Feit is dat ze om ‘gezondheidsredenen’ deze langverwachte comeback-toerde cancelde. We moeten het voorlopig dus nog even met haar oude hits doen, zoals Doo wop (that thing), dat trouwens de afgelopen jaren tijdens live-optedens ook vertolkt werd door onder anderen Devendra Banhart en Amy Winehouse.
Zie en hoor Doo wop hier.
En in MTV Unplugged met I gotta find piece of mind hier.
More, love! – Terne Chave
De groep Terne Chave, uit het Tsjechische plaatsje Hradfec Kralove, was in de jaren tachtig een van de meest toonaangevende roma-groepen in toenmalig Tsjecho-Slowakije. Na de Fluwelen Revolutie van 1989 viel er voor de muzikanten zo veel te ontdekken, dat ieder zijns weegs ging. Maar een paar jaar geleden besloten de leden van de groep, elk veel muzikale invloeden rijker, de koppen weer bij elkaar te steken. More, love! is terug te vinden op de kersverse Rough Guide to Gypsy Music.
Every now and then – Noisettes
Het Londense trio The Noisettes, waarvan de spil en blikvanger de zangeres en bassiste Shingaib Shoniwa is, debuteerde een paar jaar geleden met een een cd waarop ze hun naam eer aan deden met veel noise, en keren nu terug met een veel toegankelijker tweede plaat (Wild young hearts), daarvan draaien we het catchy Every now and then.
Stillness is the move – Dirty Projectors
Stillness is the move, de nieuwe single van de groep rond Dave Longstreth die zich Dirty Projectors noemt (en die hoorbaar naar zowel Prince als Captain Beefheart heeft geluisterd), terug te vinden op de nieuwe cd Bitte orca.
Hoor hier.
De playlist van week 25
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Tamborito swing – Los Silvertones
Liggend op het breukvlak tussen Noord en Zuid-Amerika, en ingeklemd tussen de Carribische zee en de Pacific, heeft Panama altijd een rijke muziekcultuur gehad. Op de compilatie-cd Panama! 2 staat een mooie greep uit het rijke jaren ’60 en ’70-verleden: latin soul, calypso, rocksteady, en afro-latin, zoals dit Tamborito swing van Los Silvertones.
Zie een promo voor het project hier.
Imnul (kish mayn tokhes) – Max Pashm
Max Pashm is een graag geziene gast op de Balkan Beats-avonden die in zo’n beetje iedere Europese hoofdstad worden georganiseerd (morgen weer in de Watt in Rotterdam) en waar polka, klezmer, roma-muziek en hoempapa rijp worden gemaakt voor de moderne, grootsteedse dansvloer. De eerste cd van Pashm, Weddings, barmittzvahs and funerals is al meer dan 10 jaar een klassieker in het genre. Imnul (kish mayn tokhes) is terug te vinden op de tweede cd, Never mind the Balkans.
That look you give that guy – Eels
Op herhaling: de single van de eerste cd van Eels in vier jaar tijd, Hombre lobo: 12 songs of desire. Achter de groepsnaam Eels gaat zanger en liedjesschrijver Mark E. Everett schuil.
De single Two weeks van de nieuwe, derde cd Veckatimest van het kwartet Grizzly Bear uit Brooklyn. Veckatimest is een eilandje voor de kust van Massachusetts, waar de plaat goeddeels werd opgenomen.
Zie en hoor (de clip bij) Two weeks hier.
Is anyting wrong – Lhasa
Op voorgaande platen zong ze nog wel eens in het Spaans of in het Frans, op haar titelloze derde cd kiest Lhasa de Sela uitsluitend voor het Engels. De Canadese zangeres, die op de cd wordt bijgestaan door muzikaal wonderkind Patrick Watson, opent de cd met Is anything wrong.
Only your love can save me – Betty Lavette
Ze behoren tot de grote songschrijvers-duo’s uit de geschiedenis van de soul: Nickolas Ashford en Valerie Simpson. Voor Motown schreven ze onder meer Ain’t no mountain high enough en Ain’t nothing but the real thing. In de jaren voorafgaand aan dat grote succes schreven ze (vaak met Josephine Armstead) onder meer voor soulzangeressen als Maxine Brown en Betty Lavette. Op het overzicht The real thing: the songs of Ashford, Simpson and Armstead staan ze verzameld. Daarvan Only your love can save me van de onvolprezen Betty Lavette, uit 1965.
Black ice – Ohbijou
Black ice, van de tweede cd Beacons van de Canadese folkgroep Ohbijou, rondom zangeres en songschrijver Casey M.
Funny little frog – God help the Girl
Tussen de bedrijven door werkte Stuart Murdoch, de zanger van de Schotse groep Belle & Sebastian, de afgelopen vijf jaar aan het project God Help The Girl, een verzameling liedjes die samen een filmverhaal vormen, en waarvoor hij een aantal nog onbekend zangeressen aantrokken. Het merendeel van de liedjes op de plaat wordt gezongen door Catherine Ireton, zoals ook deze versie van Belle & Sebastians eigen Funny little frog. Film en cd verschijnen later deze maand. En daarna als de sodemieter aan het werk aan de nieuwe Belle & Sebastian!
Airplane blues – The Antiques
Airplane blues, van de groep The Antiques uit Los Angles, nou ja groep – het is vooral de muziek van zanger/songschrijver Joey Barro, die ook platen maakt onder de naam The Traditionalist. De cd heet Cicadas.
Mutiny – William Elliott Whitmore
Met zijn schuurpapieren, gruizige stem klinkt de 31-jarige Americana-zanger William Elliott Whitmore uit Iowa eerder als een oudgediende, die op hoge leeftijd laat horen dat hij nog altijd songs schrijven kan.Van zijn nieuwe, vierde cd Animals in the dark het nummer Mutiny.
De playlist van week 24
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Dreams of 18 – Lal Meri
Dreams of 18 van de debuut-cd van het trio Lal Meri, vernoemd naar een soefi-folklied. Op de titelloze debuut-cd presenteert de groep hun eigen versie van global trip hop, waarin Indiase tablas een prominente rol spelen.
In the basement, pt 1 – Etta James & Sugar Pie DeSanto
Het eren van soms bijna vergeten R & B-zangeressen, laat dat maar aan het Engelse label Kent over. Ditmaal is de beurt aan Sugar Pie DeSanto, die haar hoogtijdagen kende in de vroege jaren zestig. Van de cd Sugar Pie DeSanto Go Go Power draaien we In the basement part 1, een van de duetten die ze opnam met Etta James.
Zie en hoor Sugar Pie DeSanto met Baby what you want me to do (1964) hier.
La chanson de Satie – Arthur H & Feist
Na de twee cd’s die gewijd waren aan het fenomeen zuchtmeisjes, vond muziekjournalist Guus Hogaerts, alias Guuzbourg, het tijd voor een compilatie met de mannelijke variant. ‘Maar hoe noem je hese, zachtzingende mannen die in het Frans over de mooie en minder mooie kanten van de liefde zingen? Heesmannen? Kreunkerels? Hijgheren? Fluistergasten?’, vraagt hij zich af in het cd-boekje. Het werd ‘Gentils garcons’. Van die cd La chanson de Satie van Arthur H, samen met zuchtmeisje Feist, dat dan weer wel.
Zie en hoor de clip bij La chanson de Satie hier.
Love come and goes – Lee Fields & the Expressions
Lee Fields dankt z’n cultstatus aan een aantal soulplaten uit de jaren 70, maar werd eind jaren negentig herontdekt door een nieuwe generatie soulfans. Een paar jonge producers laten hem weer zo klinken zoals hij toen klonk. Van alweer z’n derde cd sinds hij aan een tweede leven begon (titel: My world) als muzikant Love comes and goes.
Track van Akron/Family, een Amerikaans folkrock-trio dat net haar vijfde cd uitbracht: Set ‘em wild, set ‘em free. Niet langer een paradepaardje op Michael Gira’s label YoungGods, wel nog steeds bijzonder, en zo nu en dan ook heel toegankelijk, zoals in dit River.
Blue lips – Regina Spektor
Toen het joodse burgers mogelijk werd gemaakt om te emigreren, verkaste de familie van de Russisch-Amerikaanse zangeres Regina Spektor naar New York. Ze was toen 9, en zette haar klassieke piannolessen voort in de VS. De laatste jaren timmert ze behalve als pianiste ook aan de weg als zangeres. Deze maand verschijnt haar nieuwe cd Far, en daarvan draaien we alvast Blue lips.
Onder de naam Fink bracht oud-techno-DJ Fin Greenall deze maand z’n derde cd uit als singer-songwriter, Sort of revolution. Liefhebbers van Nithin Sawhney kennen Fink als regelmatige gast op diens platen. Van de nieuwe sober aangeklede cd draaien we See it all.
Uit het Schotse Glasgow komt deze groep, Camera Obscura, die op haar vierde cd My maudlin career opnieuw een ode brengt aan het geluid van Phil Spector uit de jaren zestig. Kan ie wel gebruiken, want de legendarische producer werd onlangs tot 19 jaar cel veroordeeld voor de moord op actrice Lana Clarkson. French navy heet het nummer.
De playlist van week 23
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
That look you give that guy – Eels
Deze week verscheen de eerste cd van Eels in vier jaar tijd, Hombre lobo: 12 songs of desire. Achter de groepsnaam Eels gaat zanger en liedjesschrijver Mark E. Everett schuil. ‘Hombre lobo’ is Spaans voor weerwolf. Twaalf liedjes lang zoekt deze weerwolf naar een nieuwe liefde – twaalf maal komt hij bedrogen uit en keert hij op z’n schreden terug. Zo ook in deze in jaloezie gedrenkte single, That look you give that guy.
Zie en hoor Eels en That look you give that guy hier.
Little king – Casper & The Cookies
Glamrock van de derde cd Modern silence van de groep Casper & The Cookies, uit Athens, bestaande uit voormalige leden van Of Montreal en The Glands. Zie en hoor de groep met het psychedelischer Barking in the garden of III hier.
Diamond heart – Marissa Nadler
Diamond heart, van de dromerige Amerikaanse folkzangeres Marissa Nadler. Maandag was ze te zien en te horen in Paradiso Amsterdam, dinsdagavond in het Utrechtse Ekko. Diamond heart is terug te vinden op haar voorlaatste plaat Songs III: Bird on the water, uit 2007.
Bufa el vent – La Troba Kung-Fu
La Troba Kung-Fu, gisteravond in Tivoli in Utrecht, de groep rond zanger en accordeonist Joan Carriga, een van de boegbeelden van de Spaanse mestiza-muziek, een ratjetoe van onder meer Catalaanse rumba, cumbia en salsa. Bufa el vent staat op de cd Chavell morenet.
Zie en hoor La Troba Kung-Fú hier.
Vacationing people – Foreign Born
Track van de tweede cd Person to person van het kwartet Foreign Born uit Los Angeles.
The trapeze swinger – Iron & Wine
Op de dubbel-cd Around the well heeft Iron & Wine, ofwel singer-songwriter Sam Beam (die trouwens met E. van Eels kan wedijveren om de meest imposante baard), allerlei opnamen verzameld die het tot dusver nog niet tot een reguliere uitgave brachten. Deel thuis opgenomen met beperkte middelen, deels gewoon in de studio. Daar zitten heel mooie nummers tussen, zoals dit lang uitgesponnen The Trapeze Swinger, dat in totaal meer dan 9 minuten duurt.
Sea of tears – Eilen Jewell
Het titelnummer van de derde cd van Americana-talent Eilen Jewell uit Boston.
Save me from what I want – St. Vincent
Ze speelde met Sufjan Stevens, met The Polyphonic Spree en met Glenn Branca, deze Annie Clark die tegenwoordig platen onder de naam St Vincent. Van haar nieuwe cd Actor (net iets minder indrukwekkend dan de voorganger, het twee jaar oude Marry me) draaien we Save me from what I want.
Zie en hoor de clip bij Actor out of work van St. Vincent hier.
En zie en hoor live met de Jackson Browne-cover These days hier.
De playlist van week 22
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Dum maro dum – Asha Bhosle & Kronos Quartet
Morgenavond treedt ze op in de Amsterdamse Heineken Music Hall: Asha Bhosle, de inmiddels 76-jarige nachtegaal van de Bollywood-muziek. Meer dan 12.000 liedjes heeft Bhosle (soms ook gespeld Bhonsle) opgenomen voor duizenden vurige Bollywoodfilms, waarin steeds weer andere actrices haar zang playbackten. Het record staat trouwens op naam van haar vier jaar oudere zus Lata Mangeshkar, die het Guiness Book of Records haalde met ruim 25.000 nummers. Deze versie van Dum maro dum nam ze een paar jaar geleden op met de leden van het Kronos Quartet voor het project You’ve stolen my heart waarvoor een aantal oude successen in een nieuw (Kronos-) jasje werd gestoken. Het origineel dateert uit de vroege jaren ’70 en is terug te vinden op de soundtrack van de film Haré Rama Hare Krishna, waarin het Kathmandu uit de hippietijd het decor vormt. Actrice Zeenat Aman playbackte het nummer, dat geschreven werd door Bhosle’s man R.D. Burman.
Zie en hoor het origineel uit de Bollywood-film hier. En hoor de versie met Kronos Quartet hier.
Harawi, van de nieuwe cd Seis Poemas van de Peruviaanse zangeres Susana Baca de la Colina. Baca, 65 inmiddels, brengt haar Afro-Peruviaanse muziek sinds jaar en dag uit op het label Luako Bop van voormalig Talking Heads-voorman David Byrne.
Finish line – Fanfarlo
Over David Byrne gesproken…. Dit riekt erg naar Talking Heads, ten tijde van Remain in light – vooral de zang. Finish line van de debuut-plaat van het Londense vijftal Fanfarlo. De cd heet Reservoir.
To live is to fly – Steve Earle
‘Townes Van Zandt is de beste liedjesschrijver ter wereld: ik zou zelfs met mijn cowboylaarzen op de koffietafel van Bob Dylan klauteren om dat uit te roepen’. Dat zei Steve Earle over de singer-songwriter die hem ooit als tiener onder zijn hoede nam en met wie hij bevriend raakte. De nieuwe cd van Steve Earle is een tribute-plaat, met 15 liedjes van Townes van Zandt, die alweer 11 jaar geleden overleed. Daarvan To live is to fly.
So shake the dust off of your wings and the sleep out of your eyes.
Hoor Townes van Zandt zelf en zijn eigen versie van To live is to fly hier.
It’s about time – Terry Callier
Totdat hij een paar jaar geleden zijn stem leende aan nummers van Massive Attack was folk- en soul-zanger en gitarist Terry Callier een beetje in de vergetelheid geraakt. Z’n mooiste werk dateert uit de tweede helft van de jaren ’60, zo is terug te horen op het zojuist verschenen welkome overzicht About Time – The Terry Callier Story. Daarvan draaien we It’s about time, van zijn debuutplaat The new folk sound of Terry Callier uit 1965.
To all the lights in the windows – Conor Oberst & The Mystic Valley Band
Op de platen die verschenen onder de naam Bright Eyes was Conor Oberst altijd zelf te horen, maar sinds hij de groep The Mystic Valley Band heeft opgericht mogen andere groepsleden ook nummers aandragen en ze vervolgens ook zingen. Dat valt lang niet altijd mee. Gelukkig is Oberst op de nieuwe cd ook regelmatig zelf te horen, zoals in To all the light in the windows.
I love you – Esser
De 23-jarige Ben Esser uit Essex heeft niet alleen een imposante kuif, hij maakte ook een van de leukste Britpop-platen van de laatste tijd. Hij nam zijn debuut-cd Braveface op met de hippe producer Lexx.
De playlist van week 21
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Mr Gaunt Pt 1000 – Soap & Skin
19 jaar is ze, deze Anja Plaschg uit Oostenrijk. Onder de naam Soap & Skin bracht ze de plaat Lovetune for vacuum uit, onheilspellend en vol kommer & kwel. Antidepressiva zouden uitkomst kunnen bieden, maar sfeervol is het wel. Ze speelde nog niet zo lang geleden de rol van Nico in een toneelstuk over de Velvet Underground.
Zie en hoor Soap & Skin in een live-studio-sessie hier.
Tracy’s waters – Patrick Watson
Tracy’s waters van de nieuwe, derde cd Wooden arms van de 30-jarige Patrick Watson uit de Canadese provincie Québec, een zanger/pianist die zijn songs nog altijd graag optuigt met toeters en koebellen. Maakte naam met de voorganger Close to paradise en zijn gastoptredens voor The Cinematic Orchestra (het nummer To build a home).
Hoor Patrick Watson en The great escape hier.
Alweer een jonge muzikant die zich laaft aan het geluid van de klassieke soul, deze Jesse Dee, die eerder deel uitmaakte van de groep Decifunk en nu zijn solo-debuut uitbrengt, Bittersweet batch. Daarvan de single Alright.
Yours truly, your computer – Jason Lytle
Na veertien jaar hield de groep Grandaddy het drie jaar geleden voor gezien. Van voorman Jason Lytle verschijnt nu een solo-debuut, waarvan het titelnummer op single verscheen: Yours truly, your computer. Gisteravond trad hij op in Tivoli Utrecht, vanavond in Doornroosje in Nijmegen.
Bye-bye – LA-33
Woensdagavond te zien en te horen in de Amsterdamse Melkweg: de hipste salsagroep uit het Colombia van vandaag, La-33 (spreek uit: la treinte i tres). La treinte i tres is de straat in de Colombiaanse hoofdstad Bogota waar twee groepsleden vandaan komen. Bye-bye is terug te vinden op de cd Gozalo.
De playlist van week 19 en 20
Welke muziek klonk deze en vorige week in Villa VPRO?
East – The Weather Station
The Weather Station is tot op grote hoogte het project van de Canadese Tamara Lindeman, die zich op haar MySpace-site schatplichtig toont aan Lucinda Williams. Van haar mooi broze debuut-cd The line, her en der opgenomen in slaap- en huiskamers, het nummer East.
Zie de EPK (Electronic Press Kit) van The Weather Station hier.
Come Monday night – God Help the Girl
Tussen de bedrijven door werkte Stuart Murdoch, de zanger van de Schotse groep Belle & Sebastian, de afgelopen vijf jaar aan het project God Help The Girl, een verzameling liedjes die samen een verhaal vormen, en waarvoor hij een aantal nog onbekende zangeressen aantrok. Het merendeel van de zoete sixties-liedjes op de plaat wordt gezongen door Catherine Ireton, zoals ook deze eerste single, Come monday night. ‘Zo worden ze niet meer gemaakt,’ zou je denken. Toch wel dus, en nog zonder enige gene ook. Ook het artwork is Sandie Shaw revisited. De cd verschijnt in juni.
Zie een reportage over het project God Help The Girl hier.
En de clip bij Come monday night hier.
Middle of nowhere – Robert Gomez
Middle of nowhere van sfeermaker Robert Gomez uit Denton, Texas. Op zijn nieuwe cd Pine sticks and phosphorus wordt hij onder meer bijgestaan door leden van de groepen Midlake en The Polyphonic Spree.
Summer day – Lucky Fonz III
Lucky Fonz III, alias Otto Fons Wichers uit Amsterdam, in de VS en Australië timmert hij aan de weg door intensief te toeren, hier in Nederland dankt hij zijn stijgende roem voor een belangrijk deel aan zijn muzikale intermezzi in De Wereld Draait Door. Summer day staat op zijn nieuwe, derde cd A family like yours.
Op Bevrijdingsdag trad hij op in Paradiso, Amsterdam: Beirut, alias Zach Condon, de man die vanuit New Mexico al authenthiek klinkende Oosteuropese muziek leek te maken voor hij ooit een stap in Europa had gezet, Parijs niet meegerekend dan. Europeser kan een Amerikaan niet klinken. Dit nummer Nantes is terug te vinden op de cd The Flying Cup Club.
The wind and the dove – Bill Callahan
Vroeger maakte hij platen onder de naam Smog, tegenwoordig gewoon onder de naam die ook bij de burgerlijke stand bekend is: Bill Callahan. Van zijn nieuwe cd Sometimes I wish I were an eagle ditmaal het nummer The wind and the dove.
Alweer een jonge muzikant die zich laaft aan het geluid van de klassieke soul, deze Jesse Dee, die eerder deel uitmaakte van de groep Decifunk en nu zijn solo-debuut uitbrengt, Bittersweet batch. Daarvan Over & over again.
Sweet rose, van de derde cd Sea of tears van Americana-talent Eilen Jewell uit Boston.
Zie en hoor het titelnummer van Sea of tears live hier.
A nervous tic motion of the head to the left – Andrew Bird
Donderdagavond trad hij op in Paradiso, Amsterdam: zanger, violist en kunstfluiter Andrew Bird, die de afgelopen jaren gestaag zijn gehoor zag groeien, ook hier in Nederland waar hij een toenemende populariteit kent. Dit nummer, A nervous tic motion of the head to the left, is terug te vinden op de vier jaar oude cd The mysterious production of eggs. Behalve in zingen, vioolspelen en fluiten is ie ook goed in het bedenken van titels.
Horses with no medals – H. Burns
De Franse groep H. Burns en Horses with no medals, terug te vinden op de compilatie-cd Weewerk is 6! Spil van de groep is Renaud Drustlein.
Volver, volver – Grupo Galé
Track van de Colombiaanse salsa-band Grupo Galé, vernoemd naar oprichter en bandleider Diego Galé. De groep komt uit de op tweede grote stad van Colombia, Medellín en dit nummer is terug te vinden op de nieuwste compilatie van het Putumayo-label Putumayo presents salsa.
Roll bus roll – Jeffrey Lewis & The Junkyard
Roll bus roll, van de vijfde cd van striptekenaar en muzikant Jeffrey Lewis en zijn band Junkyard.
Bat coma Motown – Richard Swift
Als ‘Prince die meedoet op John Lennons Plastic Ono sessies’, zo zou Richard Swift uit Oregon het liefst klinken. Net als op voorgaande cd’s toont hij zich op z’n nieuwe plaat The Atlantic Ocean een eclecticus, die zich elk genre toeeigent, vooral als het z’n oorsprong vindt in de jaren ’60. Voor de opnames leende hij het analoge recordertje van z’n vriend Jeff Tweedy van de groep Wilco.
Honey in the sun – Camera Obscura
Honey in the sun van het gezelschap Camera Oscura uit Glasgow, dat op de nieuwe cd My maudlin carreer opnieuw laat horen dat het soms helemaal niet erg is schaamteloos te klinken als een bandje uit de jaren zestig. De zomer mag beginnen.
She blew like trumpets – Kyteman
De 22-jarige trompettist Colin Benders uit Utrecht maakte al jaren deel uit van bandjes zoals Relax, maar de plaat die hij als Kyteman heeft uitgebracht levert hem plots uitverkochte zalen, jubelrecensies en een groot publiek op. Dit is de single, She blew like trumpets.
Sad waters – Nick Cave & The Bad Seeds
Deze maand verschijnen de eerste vier platen die Nick Cave & The Bad Seeds in de jaren tachtig opnamen in een ge-remasterde versie. Sad waters staat op de cd Your funeral, my trial, oorspronkelijk uit 1986, nu dus opnieuw verkrijgbaar in een mooie heruitgave.
Run chicken run – Felice Brothers
De Felice Brothers zijn drie zoons van een timmerman, die als kind gedrieën de zondagse barbecues opluisterden met hun muziek en later jarenlang speelden in de Newyorkse metrostations. Met hun nieuwe cd Yonder is the clock maken ze de sprong naar een groot label. Van die plaat Run chicken run.
De playlist van week 18
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Honeysuckle gal – Black eyed Dog
Honeysuckle gal, van de tweede cd van Black eyed dog, het alias van de 30-jarige Italiaanse Fabio Parrinello. Parrinello, die woont in Palermo op Sicilië, ontleende zijn pseudoniem aan een nummer van folkzanger Nick Drake.
Les veus de Raixa – Maria del Mar Bonet
Raixa is de naam van de cd waarop het concert is geregistreerd dat de Catalaanse zangeres Maria del Mar Bonet vorig jaar gaf op het Placa del Rei in Barcelona, begeleid door het strijkersensemble Ars Ensemble Son. Van die cd het nummer Les veus de Raixa. De opname dateert overigens al van 2001, toen de zangeres haar 25e openluchtconcert op de lokatie gaf, maar dat mag de pret niet drukken.
Waiting – Oi Va Voi
De single Waiting van de derde cd van het Londense gezelschap Oi Va Voi – jiddisch voor ‘O mijn God’- dat nog altijd klezmer en Oost-europese volksmuziek koppelt aan moderne elektronica en dance.
Een verzoekje van filmregisseur Oliver Dahan om één nummer voor de soundtrack van z’n nieuwe film leidde tot een volledig nieuwe cd van de bijna 70-jarige Bob Dylan. Van die 46e Dylan-cd Together through life was dit Forgetful heart.
Doomsday – Elvis Perkins
Doomsday, van de tweede cd van Elvis Perkins, de zoon van acteur Antony Perkins die twee jaar geleden debuteerde met een plaat over de nasleep van 9/11, de aanslagen waarbij ook zijn moeder omkwam. De nieuwe cd heet Elvis Perkins in Dearland.
Sit down by the fire – The Veils
Sit down by the fire, van de nieuwe, derde cd van de Londense groep The Veils, waarvan de spil wordt gevormd door treurwilg Finn Andrews (de zoon van eighties-ikoon Barry Andrews, die deel uitmaakte van onder meer XTC en Shriekback).
Hoor The Veils en Sit down by the fire en Begin again de Ancient Belgique hier.
De playlist van week 17
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Beyond her lies nothing – Bob Dylan
Eén van de vaak terugkerende onderwerpen in de columns van de deze week overleden Martin Bril was Bob Dylan. ‘Een vrolijke plaat is het niet’, schreef Bril op 12 september 2006 over de toen net verschenen cd Modern Times, ‘maar gedreven klinkt de muziek wel. In de teksten hangt een apocalyptische duisternis, het moment van afrekening is om de hoek, de liefde kan niet anders dan falen, de dood is overal. Maar toch ben je geneigd dat allemaal niet te horen; zo upbeat klinkt de muziek, gemeen op sommige plaatsen, dan weer gladjes, dan weer honkietonkend monter, of zoet als een strijkje achter Dean Martin. Je zou bovendien ook nog kunnen beweren dat Dylans teksten er helemaal niet toe doen. Ze kunnen niet los worden gezien van de muziek, ze zijn muziek zelf – klanken, geluid.
Maar dan ploppen er toch weer een paar zinnen te voorschijn die blijven hangen: Well, the whole world is filled with speculation/The whole wide world which people say is round/They will tear your mind away from contemplation/They will jump on your misfortune when you’re down.
Ja, luisteren naar Bob Dylan levert altijd iets op. Geen troost, trouwens. Daar handelt hij niet in.’
Lees hier ook Brils laatste Dylan-column uit de krant van 2 april jl.
28 april verschijnt de nieuwe, 46e Dylan-cd, Together through life. We draaien alvast de single, Beyond her lies nothing.
Take me as I am – Au Revoir Simone
Take me as I am, van de derde cd Still night, still light van het Newyorkse damestrio Au Revoir Simone. De groepsnaam is ontleend aan een personage uit Tim Burton’s Pee Wee’s Big Adventure.
Gandy Dancer – Po Girl
Track van de cd Deer in the night van het Canadese duo Po’ Girl, dat in haar Americana een grote rol gunt aan onder meer de clarinet en de accordeon, zoals in dit zigeunerachtige Gandy Dancer.
My friend – Bill Callahan
Vroeger maakte hij platen onder de naam Smog, tegenwoordig gewoon onder de naam die ook bij de burgerlijke stand bekend is: Bill Callahan. Van zijn mooie nieuwe cd Sometimes I wish I were an eagle de afsluiter My friend.
Die – Iron & Wine
Dark was the night heet de dubbel-cd waarvan we in dit programma al vaker tracks draaiden, en waarvan de opbrengst gaat naar de organisatie Red Hot in het kader van aidsbestrijding. Nog eenmaal een keuze van het project, van Iron & Wine ditmaal, achter welk pseudoniem de Amerikaanse zanger en muzikant Sam Beam schuil gaat.
Salama – Kasba
De openingstrack van de nieuwe cd van de Marokkaans-Nederlandse groep Kasba. Op de nieuwe plaat Darna heeft de groep alle elektronica van zich afgeschud en dat doet het geluid goed.
The breeze/ My baby cries – Kath Bloom
De jonge muzikanten folk-muzikanten die vaak wordt aangeduid als de freak folk-scene zorgt er voor dat hun bijna vergeten voorgangers uit de jaren ’60 en ’70 aan de vergetelheid onttrrokken worden. Een paar jaar geleden werd folkzangeres Vashti Bunyan herontdekt, dit jaar is het de beurt aan zangeres Kath Bloom uit Connecticut. Eerst verscheen een heruitgave van haar mooiste werk uit de jaren ’70, deze maand verschijnt een tribute-plaat waarop artiesten als Devandra Banhart en Bill Callahan nummers van de inmiddels 57-jarige zangeres spelen. The breeze/ my baby cries, het nummer dat u hoorde, verscheen oorspronkelijk in 1982. De gitarist is Loren MazzaCane Connors.
Hoor Kath Bloom en It’s so hard to come home hier.
Afraid ain’t me – Bonnie ‘Prince’ Billy
Met Beware heeft de meestal net iets te grillige Will Oldham een van z’n meest consistente platen gemaakt, opnieuw onder het pseudoniem Bonnie ‘Prince’ Billy. Of daarmee de magie een beetje weg is, is voer voor discussie. Gisteravond trad hij op in Amsterdam.
The ancient commonsense of things – Bishop Allen
The ancient commonsense of things van de derde cd (Grrr..) van het voormalige punkduo Bishop Allen uit Brooklyn. Die naam? Het kernduo Justan Rice en Christian Rudder woonde na hun opleiding aan Harvard University een tijdje aan de Bishop Allen Drive.
De playlist van week 16
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Nice to come home -Julie Doiron
I can wonder what you did with your day heet de nieuwe cd van de Canadese zangeres Julie Doiron. Die titel is ontleend aan een zinnetje uit dit nummer, Nice to come home. Doiron, die zich vroeger nog wel eens bediende van de naam Broken Girl, heeft al een plaat of vijftien op haar naam staan waarop ze steevast wordt bijgestaan door haar ex, met wie ze behalve twee kinderen ook een muzikaal verleden in de band Eric’s Trip deelt.
He called me baby – Candi Staton
Eén van de mooiste stemmen uit de soulgeschiedenis, en na een lange periode in de luwte is ze (vergelijkbaar met Bettye Lavette) sinds een paar jaar weer terug in de schijnwerpers: Candi Staton. Zaterdagavond treedt de inmiddels 69-jarige deep soul-diva, die zojuist de cd Who’s hunting now? uitbracht, op in de Melkweg in Amsterdam. We draaien haar versie van She called me baby, uit haar hoogtijdagen eind jaren ’60, begin jaren ’70. Deze opname stamt uit 1971 en is terug te vinden op de titelloze cd (een paar jaar geleden verschenen op Damon Albarns Honest Jon’s records) die haar terugbracht in de belangstelling en vervolgens terug deed keren naar de seculiere muziek. She called me baby werd geschreven door Harlan Howard en ook opgenomen door onder anderen Ella Washington, Patsy Cline en Charlie Rich.
Hoor Candi Statons He called me baby (1971) hier.
En haar ook zo al zo mooie versie van Mr & Mrs Untrue (1971) hier.
En, vooruit, nog eentje dan….You don’t love me no more (1969) hier.
Carrying a stone – Loney, Dear
Jarenlang bracht Emil Svänängen uit het Zweedse Jönköping zijn liedjes in eigen beheer uit op zelfgebrande cd’tjes die hij verspreidde onder vrienden en bekenden. De afgelopen jaren verschenen de cd’s in rap tempo bij officiële labels. Onder de naam Loney, Dear maakt Jönköping zachtaardige liedjes met een scherp randje. Zondagavond trad hij op in Nijmegen, en over een paar weken keert hij terug voor optredens in Nederland.
Zie Loney, Dear en een live-versie van Carrying a stone hier.
Fightin’ away the tears – Mocky & Feist
Dinsdagavond in Paradiso in Amsterdam ter promotie van de jazzy nieuwe cd Saskamodie: Mocky. De in Berlijn woonachtige muzikant komt uit dezelfde scene als bijvoorbeeld zangeres Feist, met wie hij een paar jaar geleden dit duet opnam.
Zie en hoor de clip bij Fightin’ away the tears hier.
So far around the bend – The National
So far around the bend, de bijdrage van de groep The National op op de onvolprezen compilatie Dark was the night, waarvan de opbrengsten ten goede komen aan research in het kader van de bestrijding van aids. Twee leden van de groep, Aaron en Bryce Dessner, tekenden voor de produktie voor het project. Dit is dus hun eigen bijdrage.
Die – Iron & Wine
Opnieuw een track van het Dark was the night-project. Die is van Iron & Wine, achter welk pseudoniem de Amerikaanse zanger en muzikant Sam Beam schuil gaat.
There is an end – Holly Golightly & The Greenhorns
Vrijdagavond treedt ze op in Paradiso in Amsterdam, zaterdagavond in Het Patronaat in Haarlem: de Britse zangeres Holly Golightly die al meer dan 15 platen op haar naam heeft staan, hier te horen samen met de groep The Greenhorns in een nummer dat u zou kunnen kennen van de soundtrack van Jim Jarmusch’ film Broken Flowers, maar ook van de Ster-reclame, want kledingketen H & M gebruikte het nummer een paar jaar geleden ter ondersteuning van hun campagne.
Hoor There is and end hier.
Worm’s head – Joker’s Daughter
Joker’s Daughter is een gelegenheidsproject van de Londense zangeres Helena Costas en de producer Danger Mouse. Hun gezamenlijke cd The last laugh verschijnt in de vroege zomer, dit is alvast de single Worm’s head.
De playlist van week 15
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Eid ma clack shaw – Bill Callahan
Onder de naam Smog maken hij jarenlang prachtige lo fi-platen, sinds twee jaar verschuilt Bill Callahan zich niet langer achter dat pseudoniem. Om ons te laten wennen aan de naamsverandering stond het woord Smog zelfs een tijdje tussen twee haakjes: (Smog). Lo fi is zijn geluid ook bepaald niet meer te noemen, want op zijn tweede plaat onder z’n eigen naam treden strijkers en blazers aan die zorgvuldig voor de omlijsting zorgen. Het kan verkeren. Hij blijft hoe dan ook een van de beste songschrijvers van z’n tijd. Getuigde de vorige cd nog van zijn liefdesgeluk met harpiste en zangeres Joanna Newsom, op de nieuweling blijkt de relatie al weer verbroken en is Callahan weer de vertrouwde melancholicus. Van de nieuwe cd Sometimes I wish we were an eagle het nummer Eid ma clack shaw.
Hoor Bill Callahan (Smog) en Rock bottom riser hier. En I feel like the mother of the world hier en een live-versie van Feather by feather hier.
Someone, van Elysian Fields, vernoemd naar het hiernamaals in de onderwereld van de Griekse mythologie. Het cult-duo komt uit New York, maar heeft vooral een grote aanhang in Frankrijk. Het languissante Someone komt van de cd The afterlife.
Cheerleader, van de nieuwe, derde cd Veckatimest van het kwartet Grizzly Bear uit Brooklyn. Grizzly Bear is overigens ook van de partij op de dubbelaar Dark was the night. Daniel Rossen, spil van de groep, maakte eerder ook deel uit van Department of Eagles.
Generosity – Mirah
Mirah Yom Tov Zeitlyn heet ze voluit, maar voor de platenhoeven beperkt de 36-jarige zangeres uit portland, Oregon het maar tot Mirah. Van haar nieuwe cd (a)Spera het nummer Generosity.
De opener van de tweede cd van Elvis Perkins, de zoon van acteur Antony Perkins die twee jaar geleden debuteerde met een plaat over de nasleep van 9/11 (bij de aanslagen kwam zijn moeder om het leven). De nieuwe cd heet Elvis Perkins in Dearland.
De nieuwste sensatie uit het altijd creatieve Reyjavik: de groep Hjaltalin, deze week te zien en te horen op Motel Mozaique. Behalve zanger Högni en zangeres Sigga bestaat het gezelschap uit een bassist, een drummer, een gitarist, een klarinettist, een violist, een pianist en een accordeonist. Traffic music is terug te vinden op de cd Sleepdrunk seasons, die werd geproduceerd door de verwante Benni Hemm Hemm en Gunni Tynes van múm.
Zie en hoor Hjaltalin met een akoestische versie van Traffic music hier.
Chinatown – A Camp
A Camp was aanvankelijk bedoeld als een neven-projectje van Nina Persson, de zangeres van de Zweedse popgroep The Cardigans. Maar terwijl we van The Cardigans al lang niks meer hebben gehoord, verschijnt nu de tweede cd van A Camp. Van die plaat Colonia draaien we het nummer Chinatown. A Camp was deze week te zien en te horen tijdens het Motel Mozaique-festival in Rotterdam (9-12 april).
Dimmer – Bishop Allen
Track van de derde cd Grrr.. van het voormalige punkduo Bishop Allen uit Brooklyn. Die naam? Het kernduo Justan Rice en Christian Rudder woonde na hun opleiding aan Harvard University een tijdje aan de Bishop Allen Drive.
De playlist van week 14
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
The house that Jack built – Thelma Jones
Op Respect: Aretha’s influences and inspiration staat precies datgene verzameld wat de titel suggereert: de muziek die het hart van de jonge Aretha Franklin sneller deed kloppen. Klassiekers van James Carr, Dinah Washington en Otis Redding (het origineel van Respect), maar ook deze originele versie van het ook door Aretha niet veel later zelf opgenomen The house that Jack built, hier gezongen door voormalig gospelzangeres Thelma Jones, in 1968.
Drie jaar na zijn debuut verschijnt nu de tweede cd van Benjy Ferree, onder de titel Come back to the five and dime Bobby Dee, Bobby Dee. De plaat is geheel gewijd aan het leven van Bobby Driscoll, een Walt Disney-kindacteur uit de jaren ’40 en ’50, die als jochie onder meer speelde in de films Treasure Island en zijn stem verleende aan de oerversie van Peter Pan, en als volwassene in de goot terecht kwam en uiteindelijk, in ’68, stierf aan de gevolgen van zijn drugsgebruik. Hoor van deze conceptplaat Benjy Ferree en Fear hier.
Don’t be afraid of the light that shines within you – Luka Bloom
Nieuwe single van de Ierse singer-songwiter Luka Bloom, die overigens in het echt gewoon Barry Moore heet. Luka ontleende hij aan de hit van Suzanne Vega uit de jaren tachtig (later prachtig gecovered door The Lemonheads), Bloom aan de achternaam van het hoofdpersonage in het boek Ulysses van James Joyce. Het nummer is terug te vinden op zijn laatste cd Eleven songs.
Zie en hoor Luka Bloom live met Don’t be afraid of… hier.
Mal por mal, van het Portugese kwartet Deolinda. De groep uit Lissabon, die fado aan volksmuziek paart, probeert ook buiten Portugal voeten aan de grond te krijgen. Op 14 april treden ze op in de Melkweg in Amsterdam.
When brakes get wet – Julie Doiron
I can wonder what you did with your day heet de nieuwe cd van de Canadese zangeres Julie Doiron. Daarvan draaien we When brakes get wet.
Zie de clip bij Julie Doirons Me and my friend hier.
Waiting – Oi Va Voi
De nieuwe single van de derde cd van het Londense gezelschap Oi Va Voi – jiddisch voor ‘o, mijn god’ – dat nog altijd klezmer en Oost-europese volksmuziek koppelt aan moderne elektronica en dance.
That’s the way love is – Marvin Gaye
Het kan u bijna niet ontgaan zijn: woensdag was het precies 25 jaar geleden dat Marvin Gaye werd doodgeschoten door zijn vader, met het pistool dat hij ‘m zelf verschaft had. Hij zou deze week 70 jaar geworden zijn. That’s the way love is (hoor hier) dateert uit 1969.
New love groes on trees – Pete Doherty
Na het verscheiden van de groep The Libertines leek zanger Pete Doherty vooral nog voer voor de tabloids, vanwege overmatig drugsgebruik en relaties met Kate Moss en Amy Winehouse. Wat meningeen voor onmogelijk hield gebeurt nu toch: hij brengt alsnog een goede plaat uit Grace/Wastelands, en daarvan New love groes on trees.
Kiss me again – Jessica Lea Mayfield
With blasphemy, so heartfelt is de titel van de verzameling troosteloze liedjes op het debuut van de 19-jarige zangeres Jessica Lea Mayfield uit Ohio. De titel van de single Kiss me again is bedrieglijk, want ontleend aan de ook al niet vrolijk te noemen regel You can kiss me again if you want, I don’t care. Dinsdagavond trad ze op in Paradiso in Amsterdam, woensdagavond in het Rotterdamse Rotown.
De playlist van week 13
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Rose and vine – Matt Bauer
Folkzanger en banjo-speler Matt Bauer schreef een songclyclus geïnspireerd op Barbara Ann Hackman Taylor, een jonge vrouw die in 1968 dood werd gevonden in de buurt in Kentucky waar hij opgroeide. Omdat ze gewikkeld was in tentzeil wordt ze de tent girl genoemd. Het mag een morbide thema zijn voor een plaat, het levert wel mooie songs op. Van die plaat, Island moved in de storm, het nummer Rose and vine.
Zie de clip bij Barn owl hier.
Lua – Conor Oberst & Gilian Welch
Speciaal voor de goede doelen-cd Dark was the night, waarvan de opbrengst naar de Red Hot Foundation gaat ten bate van aidsbestrijding, nam Conor Oberst – beter bekend onder de naam Bright Eyes – een nieuwe versie op van zijn nummer Lua, dat eerder verscheen op zijn cd I’m wide awake, it’s morning. Het is nu een duet geworden. Voor de gelegenheid vroeg hij Americana-zangeres Gilian Welch. In mei verschijnt overigens Oberts nieuwe cd, Outer south.
Hoor de originele versie van Lua (Bright Eyes) hier.
Magosa van de nieuwe cd van Amadou & Mariam, dinsdagavond in Parisdo in Amsterdam. Sinds het succes van hun vorige cd Dimanche a Bamako kan het blinde echtpaar uit de Malinese hoofdstad niet meer stuk. Mariam Doumbia en Amadou Bagayoko ontmoetten elkaar ooit op het Malinese Blindeninstituut voor Jongeren.
Zie en hoor Amadou & Mariam en Magossa in Later with… hier.
Dimmer, van de derde cd (Grrr…) van het voormalige punkkwartet Bishop Allen uit Brooklyn. Die naam? Het kernduo Justan Rice en Christian Rudder woonde na hun opleiding aan Harvard University een tijdje aan de Bishop Allen Drive.
Rising – Lhasa
Ze zingt nu eens in het Spaans, dan weer in het Frans, of in het Engels, deze Lhasa de Sela uit Canada. Lhasa, dochter van een Mexicaanse vader en een Libanese moeder, brengt komende maand haar derde (titelloze) cd uit. Dit is de single die de plaat vooruitsnelt, Rising.
Hoor de single hier.
A qué venimos sino a caer? – Jonathan Richman
Omdat zijn platen moeilijk verkrijgbaar zijn in Spanje maar hij zijn hart wel heeft verpand aan dat land, besloot Jonathan Richman een cd uit te brengen in het Spaans. Het gaat zowel om Spaans-talige nummers die eerder verschenen als speciaal voor de gelegenheid geschreven liedjes. Spaans of niet, het klinkt allemaal vooral heel erg Jonathan Richman. A qué venimos sino a caer? Donderdagavond trad Jonathan Richman op in de Mezz in Breda.
French navy – Camera Obscura
Uit het Schotse Glasgow komt deze groep, Camera Obscura, die op haar vierde cd My maudlin career opnieuw een ode brengt aan het geluid van Phil Spector uit de jaren zestig. Vooral de sound van The Ronettes wordt in herinnering geroepen, en wie kan daar tegen zijn? French navy heet het nummer.
De playlist van week 12
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
When the night comes – Dan Auerbach
Dan Auerbach is de helft van het blues-rock-duo The Black Keys en vond tussen het werken aan de Black Keys-cd’s door tijd voor een solo-plaat, Keep it hid, en daarvan draaien we When the night comes, waarop hij wordt bijgestaan door de zangeres Jessica Lea Mayfield (wier debuut hij trouwens op zijn beurt produceerde).
Hoor Dan Auerbach en When the night comes hier.
Mirah Yom Tov Zeitlyn heet ze voluit, maar voor de platenhoeven beperkt de 36-jarige zangeres uit portland, Oregon het maar tot Mirah. Van haar nieuwe cd (a)Spera het nummer Gone are the days.
I know what you are – Oi Va Voi
Track de nieuwe, derde cd Travelling the face of the globe van het Londense gezelschap Oi Va Voi – jiddisch voor ‘o, mijn god’ – dat nog altijd klezmer en Oost-europese volksmuziek koppelt aan moderne elektronica en dance.
Tonight’s today – Jack Penate
Twee jaar geleden imponeerde de Engels-Spaanse zanger-muzikant Jack Penate met een butaal debuut, nu is hij terug met de single Tonight’s today, voorloper van de tweede cd die volgende maand verschijnt.
Last time around – Lay Low
Ijslandse country – dat hadden we nog niet gehad, maar nu is er Lay Low, het pseudoniem van de Ijslandse zangeres Lovisa Elisabet Sigrunardottir. Van haar debuut-plaat Farewell good night’s sleep het nummer Last time around.
Personal – Eleni Mandell
Ze laat zich in de loop der jaren steeds minder nadrukkelijk inspireren door haar grote held Tom Waits, en dat doet de muziek van Eleni Mandell eigenlijk veel goed want ze klinkt steeds oorspronkelijker. Personal, van de nieuwe, zevende cd Artificial fire van Eleni Mandell uit Los Angeles.
Spirited – Laura Gibson
Spirited, van de tweede cd van zangeres-gitariste Laura Gibson uit Portland, Oregon, en die plaat heet Beasts of seasons.
There’s hope for you – William Elliott Whitmore
Met zijn schuurpapieren, gruizige stem klinkt de 31-jarige Americana-zanger William Elliott Whitmore uit Iowa eerder als een oudgediende, die op hoge leeftijd laat horen dat hij nog altijd songs schrijven kan. Zoals dit There’s hope for you, waarvan je zou zweren dat een het oude gospel-standard is, maar niets is minder waar. Terug te vinden op zijn nieuwe, vierde cd.
Hoor en zie William Elliott Whitmore in (een fragment van) Dry hier.
Ze zingt nu eens in het Spaans, dan weer in het Frans, of in het Engels, deze Lhasa de Sela uit Canada. Lhasa, dochter van een Mexicaanse vader en een Libanese moeder, brengt komende maand haar derde cd (titelloze) uit. Dit is de single die de plaat vooruitsnelt, Rising.
De playlist van week 11
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Moto moindo – Staff Benda Bilili
Staff Benda Bilili is een gezelschap door polio gehandicapt geraakte straatmuzikanten uit de krottenwijken van Kinshasa in Congo. De groep werd opgericht door de 55-jarige Ricky Libaku en zijn geadopteerde 17-jarige zoon Roger Landu, die zelf een instrument ontwierp dat geluidsbepalend is op de bijzondere debuut-cd Très très fort. Het is een soort eensnarige gitaar gemaakt van een metalen blik en een houten boog en de bespeler noemt het de Satongé.
Zie en hoor Staff Benda Bilili met Na lingui yo hier.
Piano pieces for adult beginners – Woodpigeon
In hun thuisland Canada verscheen de cd Treasury Library Canada een paar jaar geleden bij wijze van debuut, hier in Nederland verscheen vorig jaar eerst de opvolger (Songbook) en ligt het debuut van Woodpigeon nu pas in de winkel. Interessante groep die wel wat weg heeft van het Schotse Belle & Sebastian. Piano pieces for adult beginners.
Op de heruitgave C’est comme ca (ook verschenen als enkelvoudige cd onder de titel In the 50s: The Birth of genius) staan de allervroegste opnamen verzameld van de piepjonge Jacques Brel. Brel tekende zijn contract met het Phillips-label in februari 1954 en nam diezelfde maand nog een geheel zelfgeschreven 10 inch-elpee voor ze op, die zou verschijnen als Jacques Brel et ses chansons. De afsluiter van die plaat, Sur la place, is een nummer dat Brel nog een aantal keren in andere versies opnam. Dit was de versie op zijn debuutplaat uit 1954, nu dus heruitgegeven op een dubbel-cd met al zijn werk uit de jaren vijftig.
She blew like trumpets – Kyteman
De 22-jarige trompettist Colin Benders uit Utrecht maakt op dit moment een enorm grote groeispurt door. Al jaren maakt hij deel uit van bandjes zoals Relax en Voicst, maar de plaat die hij als Kyteman heeft uitgebracht (The Hermit Sessions) levert hem plots uitverkochte zalen, jubelrecensies en een groot publiek op. Later deze week treedt hij weer op met zijn eigen veelkoppige Hip Hop Orkest. Dit is de single, She blew like trumpets.
Sarah – Ray Lamontagne
Na de soulstamper You are the light verschijnt nu het meest folky nummer van de nieuwe cd van Ray Lamontagne Gossip in the grain op single, Sarah.
Ellis county – Buddy & Julie Miller
Het heeft 9 jaar geduurd, maar nu is er dan toch een nieuwe cd van Buddy & Julie Miller, het echtpaar dat tot de celebrities van de hedendaagse Amerikaanse country behoort. Zij schrijft de meeste songs, hij is geluidsbepalend met zijn gitaar en stem. Te gast op de cd Written in chalk zijn onder anderen Emmylou Harris en Patty Griffin, dus de goede verstaander weet dan genoeg. Ellis county is de opener.
This tornado loves you – Neko Case
Middle cyclone heet de zesde cd van de ongekroonde koningin van de country noir, Neko Case. Neko Case, geboren als kind van tienerouders met een Oekraïense achtergrond, maakte aanvankelijk vooral naam als lid van de Canadese groep The New Pornographers, maar is vandaag de dag bekender onder haar eigen artiestennaam. This tornade loves you is de opener.
Zie de EPK bij Middle cyclone hier.
Front door – Eleni Mandell
Front door, van de zevende cd van zangeres Eleni Mandell uit Los Angeles. Plaat is wisselvallig, maar kent een aantal sterke nummers, zie ook de track Personal van vorige week.
Vorig jaar maakte hij onder de naam She & Him een vrolijke popplaat samen met zangeres en actrice Zooey Deshanel, nu verschijnt de zesde cd van singer-songwriter M. Ward weer onder zijn eigen naam. Van Hold time de track Stars of Leo.
De playlist van week 10
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Personal – Eleni Mandell
Ze laat zich in de loop der jaren steeds minder nadrukkelijk inspireren door haar grote held Tom Waits, en dat doet de muziek van Eleni Mandell uit Los Angeles eigenlijk veel goed want ze klinkt steeds oorspronkelijker. In de met strijkers omlijste muzikale contactadvertentie Personal, terug te vinden op haar nieuwe, zevende cd Artificial fire, verzucht ze: ‘Lining up memories, each on a hair/ At the edge of the mirror, I count and I stare/ I wish that the quiet would end, with a telephone ring/ Could a friend turn into a different thing?/ Laughing and laughing/ In my old apartment/ But that’s not what lovers do/ They sigh and hope for the future’.
Zie en hoor Eleni Mandell en Personal in een akoestische versie hier.
God loves you, Michael Chang – Dent May
The good feeling music of Dent May and his magnificent ukelele heet de debuutplaat van muzikant Dent May uit Missisipi, waarop hij klinkt als het nerdy jonge achterneefje van Jonathan Richman die de ukelele verkiest boven de Spaanse gitaar. Daarvan God loves you, Michael Chang.
Zie de clip bij de single Oh Paris! hier.
Be be your love – Rachael Yamagata
Woensdagavond trad de zangeres en songschrijfster op in Paradiso, Amsterdam. Na een aantal tracks van haar recente cd Elephants… Teeth sinking into a heart deze week de opener van haar overtuigende debuutplaat Happenstance van Rachael Yamagata uit 2004. Ze is overigens ook te horen op de cd Cassadaga van Bright Eyes.
Mal de mer – Rupa & The April Fishes
Nog meer bijzonders op de Nederlandse podia deze week: Rupa & the April Fishes, die op hun vorig jaar verschenen debuut hinkelen van Franse chansons naar latin, en van Argentijnse tango naar zigeunermuziek. De ouders van zangeres en blikvanger Rupa komen ook nog eens uit de Punjab in India, dus ook die invloed mag u er bij op tellen. Van hun debuut Extraordinary rendition draaien we het stemmige Mal de mer. Gisteravond trad het gezelschap ze op in de Amsterdamse Melkweg.
Balbanski bal – La Caravane Passe
La caravane passe is een Parijse groep zigeunermuzikanten met een zelfbedacht taaltje, dat is opgebouwd uit het Frans, het Servisch, het Spaans, het Engels en het Yiddish. Plechti noemen ze het zelf, dit zootje ongeregeld dat een aanstekelijke debuutplaat opnam, Velkom Plechti, en daarvan Balkanski bal. Gisteren in het Paard in Den Haag, morgen in de Melkweg in Amsterdam.
Hi – Psapp
Het eigenzinnige Londense elektronica-duo Psapp, vavond te zien en te horen in Paradiso, Amsterdam. Als er analoog aan de schilderkunst zoiets bestaat als een naïeve stroming binnen de popmuziek, dan moet er voor Psapp dringend een plaatsje gereserveerd in de eregalerij. Het nummer dat we draaien komt van de voorlaatste cd en heet Hi.
Glory – Essie Jain
Glory van Essie Jain, een zangeres die ingetogen, donkere folkliedjes schrijft die na elke luisterbeurt meer prijsgeven van hun pracht. Elke keer dat we haar draaien op Radio 1 leidt het weer tot een stroom reacties. De zangeres, Engelse van geboorte maar intussen woonachtig in New York, treedt zondagavond op in Amsterdam. Het etiket ‘indringend’ lijkt uitgevonden voor de muziek van Essie Jain.
Zie en hoor Essie Jain en Glory in een live-versie hier.
Je t’amais trop – Maud Lübeck & Vincent Delerm
De Parisienne Maud Lübeck is nog niet ondergebracht bij een label, maar vindt haar weg al meer en meer via het internet waar een aantal van haar songs als free download circuleert. Zoals dit Je t’amais trop, dat ze opnam samen met Vincent Delerm. Gesneden koek voor Gainsbourg-liefhebbers.
Bezoek haar MySpace-pagina hier en hoor Je t’aimais trop.
I’m a pilot – Fanfarlo
I’m a pilot van de debuut-plaat van het Londense vijftal Fanfarlo, waarin een grote belofte schuilgaat. In dit nummer lijkt de echo van The Arcade Fire te weerklinken. De cd verschijnt deze maand en heet Reservoir.
Hoor I’m a pilot hier.
There’s hope for you – William Elliott Whitmore
Met zijn schuurpapieren, gruizige stem klinkt de 31-jarige Americana-zanger William Elliott Whitmore uit Iowa eerder als een oudgediende, die op hoge leeftijd laat horen dat hij nog altijd songs schrijven kan. Zoals dit There’s hope for you, waarvan je zou zweren dat een het oude gospel-standard is, maar niets is minder waar. Terug te vinden op zijn nieuwe, vierde cd Animals in the dark.
De playlist van week 9
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Train song – Feist & Ben Gibbard
Dark was the night is de titel van de gloednieuwe (dubbel-)verzamelaar waarvan de opbrengst gaat naar het Aids fonds van de stichting Red Hot. Daarvan het nummer Train song, gezongen door de altijd serene zangeres Feist en zanger Ben Gibbard, in het dagelijks leven het gezicht van de groep Death Cab for Cutie. Train Song is oorspronkelijk van de Britse folkzangeres Vashti Bunyan, die de laatste jaren door een groeiende schare liefhebbers wordt herontdekt. Een indrukwekkende lijst is vertegenwoordigd: op Dark was the night verder onder meer bijdragen van Sufjan Stevens, Beirut, Blonde Redhead en Spoon.
Hoor de versie van Feist & Gibbard hier, en het origineel van Vashti Bunyan hier.
Big blonde – Aidan Moffat & The Best Of’s
How to get to heaven from Schotland is de ironische titel van de nieuwe cd van Aidan Moffat, tot voor kort de helft van het illustere Schotse duo Arab Strap. Net als zijn kompaan van weleer Malcolm Middleton werkt Moffat sinds hun breuk aan een solo-carrière. De teksten blijven onveranderd gedrenkt in alcohol, belicht met stroboscoop-lampen en vaak gewijd aan mooie vrouwen.
Zie en hoor Big blonde hier.
Zie en hoor Arab Strap en The shy retirer hier.
Zen – Rokia Traoré
Nieuwe versie van het nummer Zen van de Malinese zangeres Rokia Traoré. De zangeres laat op haar vierde cd Tchamantché opnieuw horen dat ze veel verschillende muziekstijlen beheerst. Als diplomatendochter reisde ze vanaf jonge leeftijd dan ook al in veel verschillende delen van de wereld.
Zie en hoor Rokia Traoré en Tchamantché hier.
Live and let die – Duffy
Voor een speciale uitgave (Heroes) ten bate van Warchild kozen artiesten als Paul McCartney, Bob Dylan en Bruce Springsteen eigen nummers uit waarbij ze aangaven door wie ze het graag gecoverd zouden horen. Paul Mccartney koos voor zijn eigen Live en let die, en vroeg Duffy om het op te nemen.
Duet – Rachael Yamagata & Ray Lamontagne
Vier jaar geleden verscheen het overtuigende debuut Happenstance van zangeres Rachael Yamagata, die haar naam dankt aan een Japans-Amerikaanse vader en een Italiaanse moeder. Onlangs verscheen de opvolger Elephants… Teeth sinking into heart. Daarop onder meer dit fluisterduet met Ray Lamontagne, de zanger die deze week op toernee is in Nederland (23 en 28 februari in Amsterdam, 27 februari in Utrecht). Yamagata zelf doet volgende week ook Amsterdam aan.
Our own pretty ways – First Aid Kit
First Aid Kit bestaat de Zweedse zusjes Klara en Johanna Söderberg uit Enskede, een voorstadje van Stockholm. Johanna is 17, Klara 15, en de samenzang zoals die weerklinkt op hun debuut-EP Drunken trees gaat ze nog ver brengen. Woensdagavond traden ze op in Paradiso in Amsterdam.
Zie en hoor First Kaid Kit tijdens een huiskameroptreden in Stockholm met Our own pretty ways hier.
En met een Fleet Foxes-cover in de bossen hier.
Heartaches of a fool – Phosphorescent
Onder de naam Phosphorescent maakt zanger en songschrijver Matthew Houck al een aantal jaar prachtige alt. country-platen, die soms een beetje etherisch aandoen, maar dan in de gunstige zin des woords. Zijn nieuwe plaat is geheel gevuld met covers van liedjes van Willie Nelson. To Willie, heet de cd, en daarvan draaien we Heartaches of a fool.
When Prefab Sprout wrecked my mind – Blind Terry
De jonge Zweedse groep Blind Terry heeft zich vernoemd naar het nummer Zero and Blind Terry van Bruce Springsteen, maar brengt op haar opgewekte eerste single een ode aan de Engelse eighties-groep Prefab Sprout. When Prefab Sprout wrecked my mind heet het nummer.
Hoewel reggae zich vooral ontwikkelde tijdens de Jamaicaanse onafhankelijkheidsstrijd in de vroege jaren ’60, is het genre nog altijd wijd verbreid op het Afrikaanse continent, zo laat de nieuwe Putumayo-compilatie African reggae goed horen. Daarvan Nino Galissa, zanger en kora-speler, oorspronkelijk uit Guinee-Bissau, en Krebo cheo.
Ruperta/ Puede Ser – Novalima
Het verhaal van Novalima is dat van vier Peruviaanse schoolvrienden die op latere leeftijd in respectievelijk Lima, Barcelona, Londen en HongKong terecht komen. Zeven jaar geleden besloten ze gezamenlijk een collectief op te richten. Van de nieuwe, derde cd Coba coba de track Ruperta/ Puede ser.
Pe di boi – Cesaria Evora
Van de cd Radio Mindelo waarop de sessies zijn verzameld die de blootvoetse Kaapverdiaanse diva Cesaria Evora – toen rond de 20 jaar oud – in de vroege jaren zestig opnam, nu voor het eerst op cd.
De playlist van week 8
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
The shrew – Beirut
Beirut is terug, met een plaat die beslist grilliger is dan z’n twee voorgangers, maar zeer de moeite waard: Marc of the Zapotec/ Holland. Voor de ene helft old school Beirut (lees: meeslepende Balkanfanfares), voor de andere helft nu eens doorspekt met elektronica. Voor het eerste deel liet Zach Condon, de Amerikaanse muzikant en zanger die schuilgaat achter Beirut, zich behalve door Oosteuropa ook inspireren door Mexico. In het nummer The shrew is Chris Taylor van Grizzly Bear te gast als trompettist.
Zie en hoor de clip bij Beirut’s La Llorana (ook van de nieuwe cd) hier.
Zie en hoor Beirut tijdens een straatoptreden met Nantes hier. En Elephant gun hier.
De van oorsprong Australische zangeres Sia Furler brak een paar jaar geleden door met het nummer Breathe me dat te horen was in de populaire tv-serie Six Feet Under (en later prachtig ge-remixed werd door Four Tet). Ze figureerde een tijdje in de band van Jamiroquai, maar brengt de laatste jaren platen uit onder de naam Sia. De met de nodige vertraging nu ook in Nederland verschenen cd Some people have real problems bevat onder meer dit nummer waarop Beck te gast is.
Hoor Academia hier.
Een kleine drie jaar na haar debuut is de Engelse Lily Allen terug met een even brutale als sprankelende popplaat, opnieuw vol deuntjes die zich onmiddellijk in je hoofd nestelen en teksten die er niet om liegen. Twaalf met producer Greg Kurstin geschreven liedjes – minder ska, meer elektropop. Fuck you heet het amusante afscheidslied dat ze schreef voor George W. Bush, Everyone’s at it gaat over de hypocrisie rondom drugsgebruik. Wie regelmatig het internet afstruint kwam de tussenliggende jaren tussen het verschijnen van haar debuut en deze, tweede plaat overigens voldoende aan z’n trekken. Met de regelmaat van de klok nam Lily Allen covers op, zoals Don’t get me wrong van The Pretenders, Naïve van The Kooks en Up the junction van Squeeze. Van It’s not me, it’s you draaien we 22. Lily Allen treedt 7 mei op in de Amsterdamse Melkweg.
Hoor 22 hier.
Zie en hoor Lily Allen met (de huidige single) The Fear in de show van Jay Leno hier.
I think I’m in love – Heidi Happy
Achter de naam Heidi Happy gaat zangeres en muzikante Priska Zemp schuil. De van oorsprong Zwitserse Priska studeerde aan de Amsterdamse Rietveld Academie en woont nu in Noord-Brabant. I think I’m in love is terug te vinden op haar nieuwe, tweede cd Flowers, birds and home.
Sinds ze het op haar MySpace-site zette circuleert het liedje I’ll kill her op het internet. Het is legaal en illegaal te downloaden en met het nummer krijgt de zangeres, de 22-jarigé Franse Stéphanie Sokolinski, in steeds meer landen voeten aan de grond. Het nummer werd twee jaar geleden eerst opgepikt in Denemarken, de laatste tijd hoor je het ook hier in Nederlander vaker op de radio. Heeft vast te maken met dat onweerstaanbare Franse accent. Soko.
Zie en hoor de akoestische versie van Soko’s I’ll kill her hier.
‘Tongbrekers als tenuousness, nomenclature, microscopically en – waar is dat woordenboek? – radiolarians krijgen in zijn mond een muzikaliteit die zelfs de grote Cole Porter er nooit in had kunnen bevroeden’, schrijft het Vlaamse tijdschrift Humo over zijn teksten. Andrew Bird, zanger en violist, weet wel raad met woorden. Het nummer Oh no is terug te vinden op zijn nieuwe cd Noble beast.
Seasong – Lisa Hannigan
Seasong van het solodebuut van Lisa Hannigan (Sea saw), de Ierse zangeres die naam maakte als de tweede stem op de platen van Damien Rice. Twee jaar geleden kwam het tot een breuk tussen de twee, nu is dus haar eerste plaat onder haar eigen naam verschenen.
Laborless land – J. Tillman
Laborless land van de nieuwe cd Vacilando territory blues van Joshua Tillman, in het dagelijks leven ook hard aan de weg timmerend als drummer van de groep Fleet Foxes.
White as diamonds – Alela Diane
Eén van de grootste folk-talenten van de afgelopen jaren, deze Alela Diane uit Nevada City. Het rondreizend door Europa geschreven debuut The pirate’s gospel, dat twee jaar geleden verscheen, werd deze maand opgevolgd door een nieuwe cd, To be still, daarvan op herhaling de single White as diamonds.
Zie en hoor de clip bij White as diamonds hier.
De playlist van week 7
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
James blues – J. Tillman
James’ blues van de nieuwe (vijfde) cd Vacilando territory blues van Joshua (‘J.’)Tillman, in het dagelijks leven ook hard aan de weg timmerend als drummer van de groep Fleet Foxes.
I was only going out – Loney, Dear
Jarenlang bracht Emil Svänängen uit het Zweedse Jönköping zijn liedjes in eigen beheer uit op zelfgebrande cd’tjes die hij verspreidde onder vrienden en bekenden. De afgelopen jaren verschenen de cd’s in rap tempo bij officiële labels. Onder de naam Loney, Dear maakt Jönköping zachtaardige liedjes met een scherp randje. Van de nieuwe cd Dear John het nummer I was only going out.
Zie en hoor Loney, Dear met I was only going out hier.
River of dirt – Marissa Nadler
River of dirt, de single die vooruit loopt op de nieuwe cd Little hells van de Amerikaanse folkzangeres Marissa Nadler.
Zie de clip bij River of dirt hier.
Pequenas verdades – Mariza & Concha Buika
Op haar nieuwe cd Terra werkt fadozangers Mariza Nunes, dochter van een Portugese vader en een Mozambikaanse moeder, samen met de Spaanse famenco-muzikant en -producer Javier Límon. In het nummer Pequenades verdades zingt Mariza een duet met Límons favoriete flamenco-zangeres, de Spaanse Concha Buika.
No one’s better sake – Little Joy
Ze hebben zich vernoemd naar een cocktailbar op Sunset Boulevard in L.A., deze groep Little Joy, rondom muzikant Fabrizio Moretti, ook bekend als lid van de groep The Strokes. Dit nummer No one’s better sake staat op de titelloze, zomerse en licht psychedelische debuutplaat.
Trust – Fatima Spar
Berlijnse nachtclubmuziek uit de jaren ‘20, tango,en triphop , de Turks-Oostenrijkse zangeres Fatima Spar husselt het met haar groep The Freedom Fries behendig en feestelijk door elkaar. Titelnummer van de tweede cd Trust.
I’m a pilot – Fanfarlo
I’m a pilot van de debuut-plaat van het Londense vijftal Fanfarlo, waarin een grote belofte schuilgaat. De cd verschijnt deze maand en heet Reservoir.
Hoor Fanfarlo’s I’m a pilot hier.
Katherine kiss me – Franz Ferdinand
Dat kunnen ze dus ook, kleine liedjes schrijven, de leden van het Schotse kwartet Franz Ferdinand. Katherine kiss me is de afsluiter van de derde cd Tonight: Franz Ferdinand.
The alder trees – Alela Diane
Track van de nieuwe, tweede cd To Be Still van folkzangeres Alela Diane uit Nevada.
Apple eye – Evening Magazine
Nummer van de debuut-EP The ride across Lake Constance van de negenkoppige groep Evening Magazine uit Philadelphia.
Fitz and the dizzy spells – Andrew Bird
Van de cd Noble beast van zanger, violist en kunstfluiter Andrew Bird, begin mei ook weer te zien en te horen op de Nederlandse podia. Hij is overigens ook als violist te gast op de nieuwe cd van de Zweedse groep Loney, Dear (met wie hij toert).
De playlist van week 6
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Daisys up your butterfly – The Cramps
Meermalen al werd hij ten onrechte dood gewaand, maar gisteren werd bekend dat hij dan nu toch echt overleden is: Lux Interior, zanger van een van de boegbeelden van de Amerikaanse punkbeweging, The Cramps. Grootmeesters van de wansmaak, idolaat van vuige rockabilly, zwart leer, horror-B-films en smerige teksten, in een tijd dat niemand nog had gehoord van waarschuwingsstickers met ‘explicit lyrics’: psychobilly was geboren. Lux Interior, die decennialang de spil van de band vormde met zijn vrouw ‘Poison Ivy’ – is 62 jaar geworden. Daisys up your butterfly staat op Stay sick! uit 1990.
Zie en hoor The Cramps in The Tube (BBC) hier met Can your pussy do the dog?
White as diamonds – Alela Diane
Eén van de grootste folk-talenten van de afgelopen jaren, deze Alela Diane uit Nevada City. Het rondreizend door Europa geschreven debuut The pirate’s gospel, dat twee jaar geleden verscheen, wordt nu opgevolgd door een nieuwe cd, To be still, daarvan White as diamonds. De liedjes zijn wat meer aangekleed (viool, cello, pedal steel) dan op het debuut, maar gaan evengoed door merg en been.
Zie en hoor de clip bij White as diamonds hier.
Bekijk een heel concert van Alela Diane in Paradiso via VPRO’s 3voor12TV hier.
Libertá – Novalima
Libertá van Novalima uit Peru. Het verhaal van Novalima is dat van vier Peruviaanse schoolvrienden die op latere leeftijd in respectievelijk Lima, Barcelona, Londen en HongKong terecht komen. Zeven jaar geleden besloten ze gezamenlijk een collectief op te richten. Libertá staat op de nieuwe, derde cd Coba coba.
Keep me in mind, sweetheart – Isobel Campbell & Mark Lanegan
Nieuwe single van het tweetal dat een paar jaar geleden nog gold als het meest onwaarschijnlijke duo in tijden: de Amerikaanse zware jongen Mark Lanegan, bekend van de Screaming Trees, en de Schotse Isobel Campbell met haar elfenzang-geluid. Keep me in mind, sweetheart is terug te vinden op hun tweede cd Sunday at the devil dirt, waarop het tweetal met verve de erfenis van Lee Hazlewood en Nancy Sinatra oppakt. De andere tracks op de nieuwe EP zijn niet eerder verschenen.
Zie & hoor the beauty and the beast hier op de BBC-tv met Keep me in mind, sweetheart.
Oh no – Andrew Bird
Zanger, viool-virtuoos en kunstfluiter Andrew Bird is terug met een nieuwe cd Noble beast, daarvan draaien we de opener Oh no. Zwierig, elegant en eigenzinnig – als altijd. Anders dan op de iets te pretentieuze voorganger staat op Noble beast weer gewoon de mooie melodie en tekst centraal. In mei komt hij weer voor optredens naar Nederland (en die zijn eigenlijk altijd indrukwekkend, dus gaat dat horen en zien).
Zie en hoor Andrew Bird hier met Imitosis live in Parijs, maart 2007.
California soul – Marlena Shaw
Woensdagavond trad ze op in Paradiso in Amsterdam, de inmiddels 66-jarige zangeres Marlena Shaw. Er zijn weinig genres waar ze zich niet op heeft geworpen de afgelopen decennia. De meesten zullen haar als jazz-zangeres kennen, zeker de vaste North Sea Jazz-ganger. Maar voor altijd verdient ze een ereplaats in de soulgeschiedenis, alleen al voor deze versie van California soul die de luisteraar volledig omver blaast, in 1969 het prijsnummer op haar elpee The spice of life (direct gevolgd door Woman of the ghetto). California soul werd datzelfde jaar ook nog opgenomen door Marvin Gaye en Tammi Terrell. Het origineel is overigens nog een jaar ouder, van The Fifth Dimension.
Hoor Marlena Shaw en California soul hier.
En zie en hoor het origineel van 5th Dimension hier.
Cize – Cesaria Evora
Nogmaals een track van de cd Radio Mindelo waarop de sessies zijn verzameld die de blootvoetse Kaapverdiaanse diva Cesaria Evora – toen rond de 20 jaar oud – in de vroege jaren zestig opnam, nu voor het eerst op cd. Opnametechnieken laten te wensen over, maar dat doet aan de pracht niets af. Cize is de openingstrack.
Kiss me again – Jessica Lea Mayfield
With blasphemy, so heartfelt is de titel van de verzameling troosteloze liedjes op het debuut van de 19-jarige zangeres Jessica Lea Mayfield uit Ohio. Daarvan was dit de single Kiss me again. De titel is bedrieglijk, want ontleend aan de ook al niet vrolijk te noemen regel You can kiss me again if you want, I don’t care. Mayfield is een protégé van Dan Auerbach van The Black Keys.
Zie en hoor 3voor12’s liftsessie met Jessica Lea Mayfield hier.
Pergola – Johan
De Noordhollandse groep Johan, sinds jaar en dag één van de paradepaardjes uit de stal van het Utrechtse label Excelsior, viert het 12,5 jarig bestaan de komende tijd met een uitgebreide theaterournee, een nieuwe cd en een overzichts-cd-box 12,5 years, 5 years, 36 songs. We draaien Pergola, van de gelijknamige cd uit 2001.
De playlist van week 5
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Tainted love – Gloria Jones
Tainted love zoals het in 1964 werd opgenomen door soulzangeres Gloria Jones, nu terug te vinden op de nieuwe 4-cd-box A complete introduction to Northern Soul, waarop de usual suspects uit de stal van Motown gepaard worden aan meer obscure northern soul-kantjes. Een kleine twintig jaar na deze opname werd Tainted love (geschreven door Ed Cobb) alsnog een wereldhit in de synthpop-versie van het Engelse duo Soft Cell. Gloria Jones was overigens de grote liefde van T.Rex-zanger Marc Bolan. De inmiddels 71-jarige zangeres woont vandaag de dag in Sierra Leone, waar ze werkt aan de Marc Bolan School of Music and Film.
Hoor Gloria Jones’ originele versie van Tainted love hier.
Openingstrack van de cd Variéte Oriental, waarop het Amsterdams-Turkse gezelschap Meral & Tombaz de tango- en variété-muziek uit het Istanbul van de jaren twintig en dertig nieuw leven inblaast. De Argentijnse tango, in de vroege jaren ’20 populair in Turkije, kreeg in die decennia een Turkse variant. De groep bestaat uit Turkse, Griekse, Roemeense en Nederlandse muzikanten.
Zie en hoor Tombaz in NPS Arena met Gözlere tombaz hier.
Op de cd Radio Mindelo staan de sessies verzameld die de blootvoetse Kaapverdiaanse diva Cesaria Evora in de vroege jaren zestig opnam, nu voor het eerst op cd. Evora (1941), op haar vijftiende onder de hoede genomen van muzikant en songschrijver Gregorio Goncalvez (alias Ti Goy), is tijdens de meeste van deze opnamen twintig jaar oud. We draaien Mata morte.
I’m throwing my arms around Paris – Morrissey
De gloednieuwe single van Morrissey, de voormalige zanger van The Smiths die naar verluidt werkt aan z’n autobiografie. I’m throwing my arms around Paris – zoals we van de bard mogen verwachten een in pathos gedrenkte klaagzang (wat te denken van ‘Only steel and stone accept my love’)- is een voorproefje op zijn tiende soloplaat Year of refusal, die in februari uit moet komen.
Imaginary Queen Ann – Robert Pollard
Tot 2004 vormde hij de spil van de invloedrijke gitaarband Guided by Voices, deze Robert Pollard. Hij is nog altijd erg produktief: twee tot drie cd’s in één jaar is niet ongebruikelijk. Van de nieuwe cd The crawling distance het nummer Imaginary Queen Ann.
Polite dance song – The Bird & The Bee
Een paar maanden geleden trad ze hier nog op samen met Van Dyke Parks, zangeres Inara George uit Los Angeles. Nu verschijnt een nieuwe cd van haar eigen project, The Bird & The Bee. Polite dance song is de single.
Zie en hoor (de clip bij) Polite dance song hier.
Never had nobody like you – M. Ward
Vorig jaar maakte hij onder de naam She & Him een vrolijke popplaat samen met zangeres en actrice Zooey Deshanel, nu verschijnt de zesde cd van singer-songwriter M. Ward weer onder zijn eigen naam. Maar op het singletje dat de cd Hold time vooruitsnelt is Zoeey Deshanel weer gewoon van de partij. Never had nobody like you.
De playlist van week 4
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Adelaide – Grey Anne
Aanvankelijk maakte ze muziek onder de naam Per Se, folkzangeres Anne Adams uit Portland. Maar haar cd Facts n figurines verschijnt nu onder de naam Grey Anne. ‘I have chosen to go by ”Grey Anne”, stelt ze in een persbericht, ‘not only because it evokes pigeons, cobblestones, and foggy morality, but because I was called that as a kid. So, I’m used to it, and I think it will work for me. Also, now that the project’s more solo… it’s not a band, Per Se.’ Van het bijzondere debuut Facts n figurines draaien we Adelaide. Het nummer is hier gratis te downloaden via de site van haar label.
Vesna – Amsterdam Klezmer Band
Zaraza heet de achtste plaat in het twaalfjarige bestaan van de Amsterdam Klezmer Band. Eén van de constanten vormen de bijdragen van de in Oost-europese joodse muziek gespecialiseerde percussionist en zanger Alec Kopyt, oorspronkelijk afkomstig uit de Russische havenstad Odessa. Ook op Zaraza is hij van de partij, zoals in het nummer Vesna. Zoals te doen gebruikelijk ook weer aanbevolen door DJ Shantel, die draaide bij de presentatie van de cd en de vaak toch al duizelingwekkende potpourri van de AKB al meerdere malen meesterlijk wist te remixen.
So long Babylone – Coralie Clement
Van de grote schare jonge Franse chansonnieres is Coralie Clement een van de opvallendste talenten. Vader was klarinettist, zelf speelde ze al vroeg viool. Van de derde cd (Toystore) van deze eigentijdse Francoise Hardy draaien we het rond sfeervol ukelele-getokkel opgetrokken So long Babylone. Auteur en producer achter de schermen is Clements broer Benjamin Biolay.
Kiss my name – Antony & The Johnsons
Het heeft een aantal jaar moeten duren, maar Antony Hegarty is terug met zijn Johnsons en dat zullen we weten. Het zal u niet meevallen een krant of blad open te slaan dat dezer weken géén aandacht besteedt aan de Newyorkse zanger met dat rare, onzijdige stemgeluid (doorbraak-cd een paar jaar geleden: I am a bird now). De mistroostige teksten (I need another world/ This one’s nearly gone) zijn soms niet te harden, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de gloedvolle arrangementen van Nico Muhly, en natuurlijk die stem. Van The crying light het meest up-tempo nummer Kiss my name.
My fault, your mistake – Lex Land
Track van het sterke debuut Orange days on lemon street van de 21-jarige Lex Land uit Los Angeles. Het nummer gaat over de relatie met haar vader. ‘We’ve both done eachother much wrong/ I’ve made mistakes too big to fix/ And maybe regardless of what I want, we just don’t mix’. Bezoek de MySpace-pagina van Lex Land hier en hoor ook onder meer hoe zij zich 1st miss misery van Eliott Smith en River van Joni Mitchell eigen maakt.
Zie en hoor Lex Land met All we’ve ever done hier.
1st Time of High (of Chicago acoustic version) – Of Montreal
Een akoestische versie van de nieuwe single van de Amerikaanse indiegroep Of Montreal (deze week ook in Nederland te zien), 1st Time High. In de oorspronkelijke versie heet het nummer An eluardian instance.
Sell my soul – Jill Tracy
Nummer van de vierde cd van Jill Tracy, de zangeres uit San Fransisco met een voorliefde voor suspense. Met haar groep The Malcontent Orchestra verzorgde ze ook al live de onheilspellende muziek bij vertoningen van de vampierklassieker Nosferatu, een stomme film uit 1922. Sell my soul is terug te vinden op haar cd The bittersweet constrain.
I was Spartacus – Malibu Stacy
Ze kwamen nog maar een paar jaar geleden bij elkaar om een contest te winnen, en kunnen nu al op hun c.v. zetten dat ze in het voorprogramma van Iggy Pop hebben gestaan: de groep Malibu Stacy, vernoemd naar een karakter uit The Simpsons, uit het Belgische Luik. I was Spartacus is de nieuwe single.
Stemmige afsluiter van de cd Some are lakes van het trio Land of Talk uit Montreal. Alweer een groep uit Canada die hier steeds meer gehoor krijgt (denk bijvoorbeeld aan Arcade Fire, of The Dears). Met dank aan de Canadese overheid overigens, want geen land dat popmuziek zo zwaar subsidieert als Canada. Dat werpt z’n vruchten af, want Canadese popmuziek is een sterk groeiend exportprodukt.
Hoor hier ook de single Some are lakes.
Traffic music – Hjaltalin
Tot slot een extraatje – niet op de radio, wel hier: de nieuwste sensatie uit het altijd creatieve Reyjavik: de groep Hjaltalin. Behalve zanger Högni en zangeres Sigga bestaat het gezelschap uit een bassist, een drummer, een gitarist, een klarinettist, een violist, een pianist en een accordeonist. Traffic music is terug te vinden op de cd Sleepdrunk seasons, die werd geproduceerd door de verwante Benni Hemm Hemm en Gunni Tynes van múm.
Zie en hoor Hjaltalin met een akoestische versie van Traffic music hier.
De playlist van week 3
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Shut up and let me go – The Ting Tings
Hoewel MySpace en YouTube de functie de laatste jaren lijken te hebben overgenomen, zijn er nog steeds bandjes die gewoon ouderwets via de televisie weten door te dringen tot het grote publiek. Zoals het Engelse funky duo The Ting Tings, dat opvallend vaak wordt uitgenodigd in het BBC-programma van Jools Holland. Het jaar was nog geen uur oud, of Jools kondigde de Ting Tings al weer aan in zijn nieuwsjaarsnacht-programma met Shut up and let me go, de single met dat onweerstaanbare riffje. In werkelijkheid trad het duo trouwens rond de overgang naar 2009 op tijdens de viering op Times Square in New York. The Ting Tings zijn drummer/gitarist Jules de Martino en zangeres Katie White (de laatste maakte als tiener deel uit van TKO, wat stond voor Total Knock Out).
Zie en hoor de Ting Tings en Shut up and let me go in Jools Hollands nieuwjaarsnacht hier.
Nog zo’n groep met een sterke hang naar het geluid en de vormgeving van de vroege eighties. Toen voormalig dEUS-gitarist Danny Mommens in 1997 met zijn geliefde Els Pynoo Vive la Fête oprichtte, had niemand verwacht dat die groep het lang uit zou houden. Maar we zijn een decennium verder en het Vlaamse Viva la Fête grossiert nog steeds in new wave op z’n Serge Gainsbourgs, en spraakmakende concerten in extravagante outfits. Op de jubilieum-cd 10 Ans de Fête staat een dwarsdoorsnede uit de eerste tien jaar verzameld, daarvan draaien we La Route.
Zie en hoor Vive la Fête hier in de clip van La Route. En live in Paradiso met La verité hier (Fabchannel).
De nieuwe single van de Duits-Nigeriaanse zangeres Nneka Egbuna, alias Nneka. Nneka (1981) groeide op in het Nigeriaanse Warri, zong in een kerkkoor, en kwam op haar negentiende in Hamburg terecht, waar ze antropologie studeerde maar ook DJ Farhot leerde kennen. Net als haar debuut is haar tweede cd No longer at ease waarvan dit nummer afkomstig is een smaakvolle mengelmoes van hiphop, reggae en soul. Niks ten nadele van Nneka, maar je vraagt je ook meteen weer af: wat is er in vredesnaam toch gebeurd met Lauryn Hill?
Op het Engelse label Ace verschijnen in chronologische volgorde alle albums die de meidengroep The Shirelles in de jaren zestig opnam. Zojuist verscheen de tweede cd, waarop hun integrale twee elpees uit 1962 staan (Baby it’s you en The Shirelles and King Curtis give a twist away). Shirley, Doris, Beverley en Micki vormden als The Shirelles één van de eerste women only-groepen in de popmuziek. Baby it’s you werd geschreven door Burt Bacharach en Hal David, en later ook opgenomen door The Beatles.
Passenger of the night – Lonely Drifter Karen
De afgelopen week op toernee in Nederland: de van oorsprong Oostenrijkse zangeres Tanja Frinta, die optreedt onder de naam Lonely Drifter Karen. Een drifter is ze zeker, want ze woont nu eens in Zweden, dan weer in Barcelona. Haar cd heet The grass is singing. Eerder deze week al Amsterdam, morgen in Nijmegen, donderdag in Tilburg, voor wie zich haast vanavond nog in Groningen.
Zie en hoor Lonely Drifter Karen op het Placa de la Camarelles in Barcelona en Passengers of the night hier.
Pistachio – Lisa Hannigan
Track van het solodebuut Sea sew van Lisa Hannigan, de Ierse zangeres die naam maakte als de tweede stem op de platen van Damien Rice. Twee jaar geleden kwam het tot een breuk tussen de twee, nu is dus haar eerste plaat onder haar eigen naam verschenen.
Shady lane – Pavement
Hij maakt nog altijd leuke platen, Stephen Malkmus, maar ze kunnen niet tippen aan de platen die hij in de tweede helft van de jaren negentig maakte met zijn groep Pavement. Blijkt ook weer goed nu hun klassieke plaat Brighten the corners uit 1997 in een geremasterde versie is heruitgebracht. Van die plaat Shady lane.
Warning sign – Robin Block
Track van de titelloze debuut-EP van het Amsterdamse trio Robin Block, vernoemd naar de zanger, die ook actief is als (podium-)dichter. Robin Block werd in december tweede bij de verkiezing van de Grote Prijs van Nederland en won de juryprijs voor de beste muzikant. Naast Robin Block bestaat het trio uit Julien Oomen en Jair Stein. En voor het geval u het zich afvraagt – en dat doet u vast – ja, dat is inderdaad de Jair Stein die ook meestentijds uw gastheer is in de villa.
In field and town – Hayden
Titelnummer van de cd In field and town van de zanger Hayden, voluit Paul Hayden Desser, uit Thornhill, Ontario, Canada.
Lighten up baby – Ty Karim
Ze stierf al in 1983 op 36-jarige leeftijd aan kanker, maar met dank aan haar dochter verschijnt nu alsnog een cd met het verzameld werk van de ten onrechte bijna vergeten Californische soulzangeres Ty Karim: The complete Ty Karim – Los Angeles’ soul goddess. Van die cd draaien we, uit 1966, de northern soul-knaller Lighten up baby. Karim was getrouwd met songschrijver en producer Kent Harris. Dochter Karime, als gezegd drijvende kracht achter deze uitgave, is zelf zangeres in de Killer Meters.
Hoor Ty Karim en Lighten up baby hier.
De playlist van week 2
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
My little someone – Fatima Spar
Berlijnse nachtclubmuziek uit de jaren ’20, tango, triphop, en Balkanmuziek, de Turks-Oostenrijkse zangeres Fatima Spar husselt het met haar groep The Freedom Fries behendig en feestelijk door elkaar. Van de tweede cd Trust draaien we My little someone. Volgende week te zien en te horen op het EuroSonic-festival in Groningen.
Zie en hoor kleine impressie van Fatima Spar live hier.
Ze willen wel je hond aaien maar niet met je praten is de titel van de debuut-cd van Roosbeef, de groep rond de 20-jarige Roos Rebergen. Een plaat vol ontwapenende liedjes over opgroeien en het afsluiten van je jeugd. Roos Rebergen won drie jaar geleden al de Grote Prijs van Nederland in de categorie singer-songwiter, nu dus een volledige cd. Passage uit Te heet gewassen: En toen jij het uitgemaakt had/ toen jij het uitgemaakt had/ heb ik mijn donorkaart ingevuld/ zodat er iemand nog met mijn hart speelt. Komt ze allemaal mee weg, mede door het moeilijk thuis te brengen maar prikkelende en aanstekelijke accent waarin het allemaal is gezongen.
Zie en hoor Roosbeef hier met het ook op de debuutplaat terug te vinden Boerderij in VPRO’s Vrije Geluiden.
On my way – Cocoon
Het heeft meer dan een jaar moeten duren, maar nu is ook hier de debuutplaat van het duo Cocoon hier uit. Mark Daumail en Morgane Imbeaud, twee vroege twintigers uit het Franse Clermont-Ferrand, zingen op hun curieus getitelde cd My friends all died in a plane crash (zie hoes hier boven) lieflijke liedjes met een scherp randje, die soms sterk aan wijlen Elliott Smith doen denken, zoals het nummer dat we draaien, On my way.
A qué venimos sino a caer? – Jonathan Richman
Omdat zijn platen moeilijk verkrijgbaar zijn in Spanje maar hij zijn hart wel heeft verpand aan dat land, besloot Jonathan Richman een cd uit te brengen in het Spaans. Het gaat zowel om Spaanstalige nummers die eerder verschenen als speciaal voor de gelegenheid geschreven liedjes. Spaans of niet, het klinkt allemaal vooral heel erg Jonathan Richman, en daar kikkert een mens altijd van op. A qué venimos sino a caer?
Tiger mountain peasant song – Fleet Foxes
Track van een van de meest bewierookte platen van het voorbije jaar, de titelloze debuutplaat van de groep Fleet Foxes uit Seattle. Nog één keertje dan.
Nico Muhly is een Newyorkse componist die schatplichtig is aan minimal music-componisten als Phillip Glass en Gavin Bryars. Zijn cd Mothertongue is opgedeeld in drie delen, die op hun beurt weer in drie liedjes zijn opgedeeld. Het drieluik waarmee de cd besluit wordt gezongen door folkzanger Sam Amidon. Iedere keer dat hij zijn tekstregel in The only tune opnieuw zingt wordt de regel langer, wat de muziek iets meditatiefs geeft, en reminiscenties oproept aan Gavin Bryars’ Jesus blood never failed me yet. Nico Muhly is overigens ook terug te vinden als arrangeur van orkestpartijen op de nieuwe cd van Antony, The crying light, die later deze maand verschijnt.
Luister hier naar Nico Muhly’s The only tune.
The engines are idle – Jay Bennett
Jay Bennett, die vroeger deel uitmaakte van de groep Wilco, biedt zijn volledige nieuwe cd gratis te downloaden aan op het internet. De plaat heet Whatever happened I apologize, en daarvan draaien we The engines are idle. Voor meer informatie en downloaden zie Bennetts MySpace-pagina.
Nobody wants a lonely heart – Arthur Russell
Singer-songwriter en cellist Arthur Russell genoot tijdens zijn leven slechts in kleine kring bekendheid, vooral in de muziekscene van New York. Hij verkeerde eerst in de kringen rond Phillip Glass, later raakte hij in de ban van disco. De laatste jaren neemt de belangstelling voor deze, in 1992 aan de gevolgen van aids overleden, cultfiguur toe. Getuige ook de uitgave van Love is overtaking me, een nieuwe verzameling songs uit zijn archief dat nog niet eerder het daglicht zag. Van die cd Nobody wants a lonely heart.
Zie hier de teaser van een documentaire over Arthur Russell.
Playlist week 52 en 1 (jaaroverzicht)
In de laatste week van 2008 en de eerste dagen van het nieuwe jaar blikt Radio 1 terug op (het muzikale jaar) 2008. Ook Villa VPRO laat een aantal hoogtepunten de revue passeren. Brengt u de komende twee weken een bezoek aan de Villa, dan zou het zomaar kunnen dat platen uit onderstaande jaarlijst uit de speakers schallen. Maar ook de platen die buiten de reguliere uitzendtijden klinken binnen de Villa-muren vindt u hier, in het jaaroverzicht.
Jukebox / Dark end of the street – Cat Power
Track: Song to Bobby
Het jaar begon en eindigt met Chan Marshall, beter bekend als Cat Power. In januari verscheen haar cd Jukebox, waarop ze naast een paar eigen nummers op haar geheel eigen onnavolgbare wijze covers zingt van onder anderen James Brown, Frank Sinatra, Billie Holliday en Hank Williams. Deze maand verschijnt het vervolg, de EP Dark end of the street, waarop ze behalve de James Carr-klassieker ook onder meer Sandy Denny’s Who knows where the times goes? zingt. Concertgangers werden de afgelopen jaren al gegereld getrakteerd op al dit moois, sinds 2008 kunnen we dus ook naar de cd’s grijpen. In het geval van Bob Dylan besloot Cat Power hem eens niet te coveren. Ze verkoos hem een ode te brengen, Song to Bobby.
Zie en hoor Cat Power met Song to Bobby live op Canal+ hier.
Vampire Weekend – Vampire Weekend
Track: M79
Bijzonder indiepop-debuut, waarop Vampire Weekend hoekige new wave verweeft met Afrikaanse ritmes en Europese klassieke muziek. Sterke, verbluffend pakkende songs, staan als een huis. Met een beetje goede wil: de Talking Heads, opgepimpt voor een nieuwe generatie. Verscheen in februari.
Zie en hoor Vampire Weekend met M79 tijdens een bijzonder live-optreden in de Universiteit van Cambridge hier.
Just a little lovin’ – Shelby Lynne
Track: How can I be sure
Wat een timing. In het jaar waarin een jonge generatie Dusty Springfield (1939-1999) herontdekt omdat haar naam in zo’n beetje ieder artikel over Amy Winehouse en Duffy valt, wijdt Americana-zangeres Shelby Lynne een hele cd aan de Britse blanke soulzangeres. Prachtige, meeslepende versies, subtiel geproduceerd door Phil Ramone. Verscheen in januari.
Zie en hoor Shelby Lynne in de studio tijdens de opnamen van How can I be sure hier.
Alas I cannot swim – Laura Marling
Track: My manic and I
Opvallend veel moois van een jonge folkgeneratie in 2008, zowel in de VS (Stray age van Daniel Martin Moore, The inbetween van Essie Jain) als in Schotland (When the haar rolls in van James Yorkston) en Engeland (The bairns van Rachel Unthank & The Winterset). De 18-jarige Laura Marling uit het Engelse Reading debuteerde zeer overtuigend met Alas I cannot swim. Verscheen in februari.
Zie en hoor Laura Marling met My manic and I hier.
Track: Tiger mountain peasant song
Blinkt bovenaan menig jaarlijstje, deze titelloze plaat van de groep Fleet Foxes uit Seattle. De hemelse samenzang van dit vijftal roept herinneringen op aan de hoogtijdagen van Crosby, Stills & Nash. Verscheen in juni.
Zie en hoor White winter hymnal hier.
Fleet Foxes’ Tiger mountain peasant song werd ook mooi vertolkt door het Zweedse First Aid Kit, een duo bestaat uit de 15- en 17-jarige zusjes Klara en Johanna Söderberg uit het dorpje Enskede, even ten zuiden van Stockholm, zie en hoor ze hier.
Track: Warwick Avenue
Eindelijk weer eens geweldige muziek in de hoogste regionen van de nationale hitlijsten. Met dank aan Amy Winehouse, die het voorwerk deed en de deur wagenwijd openzette voor generatiegenotes met een al even gouden soulstrot, zoals de 19-jarige Londense Adele (cd: 19) en de 24-jarige Aimee Anne Duffy uit Wales. Duffy’s debuut-cd heet Rockferry. Verscheen in maart.
Zie en hoor Duffy en Warwick avenue hier.
Track: The rip
Na een stilte van ruim tien jaar keerde Portishead, Bristols triphop-trots van weleer (hits halverwege de jaren negentig: Glory box, Sour times) in april terug met een tamelijk experimentele plaat. Naar het schijnt zet de terugkeer door – volgens welingelichte bronnen heeft de groep rond zangeres Beth Gibbons haar zinnen al weer gezet op een nieuwe, vierde studioplaat.
Zie en hoor de clip bij Portishead’ The rip hier.
Ana hina – Natascha Atlas & The Mazeeka Ensemble (track: Ya Laure Hobouki). Hoor hier.
19 – Adele (track: Melt my heart to stone). Hoor hier.
The meaning of 8 – Cloud Cult (track: Take your medicine). Hoor hier.
The inbetween – Essie Jain (track: Weight off me). Luister:
http://youcrazydreamers.com/wp-content/uploads/2008/09/essie-jain-theinbetween-08-weight-off-me.mp3
Mademoiselle – Berry (track: Le bonheur). Zie en hoor hier.
When the haar rolls in – James Yorkston (track: Temptation). Hoor hier.
Arabtango – Soumaya Baalbaki (track: Otlob inaiya). Zie en hoor hier.
The living and the dead – Jolie Holland (track: Sweet loving man). Hoor hier.
In field and town – Hayden (track: In field and town). Hoor een fragment hier.
The bairns – Rachel Unthank & The Winterset (track: Blackbird). Hoor een fragment hier.
Er klinken natuurlijk ook heruitgaves in de Villa (Cold fact van Rodriguez, In my own time van Karen Dalton), en de voltallige 3-CD-verzamelbox Take me to the river – A southern soul story 1961-1977.
En tot slot weerklinkt in de Villa – na sluitingstijd, vooral in de kleine uurtjes en tegen het ochtendgloren – het gehele oeuvre van Isaac Hayes (20 augustus 1942 – 10 augustus 2008). Zie en hoor hem hier met zijn monumentale versie van Burt Bacharachs Walk on by (1969).
De playlist van 51
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Sold! To the nice rich man – Welcome Wagon
Het duo Welcome Wagon, dat bestaat uit de vrome presbyteriaanse pastor Thomas Vito Aiuto en zijn lieftallige vrouw Monique. Dat wil althans de cd-hoes en de persinformatie ons doen geloven. In werkelijkheid gaat achter dit duo de Amerikaanse singer-songwriter Sufjan Stevens en zijn Asthmatic Kitty Records schuil, die via dit project opnieuw een gelukzalige plaat met toeters en bellen uitbrengt zo tegen Kerst. Sufjan Stevens’ kerstmuziek (verzameld in de Songs for Christmas-box uit 2006) is sinds een aantal jaar een mooi alternatief voor de huiveringwekkende kerstliedjes van Chris Rea, Wham en Paul McCartney die dezer dagen alleen zijn te ontwijken als u de deur niet uitkomt. Kijk en luister hier naar Put the lights on the tree.
Sister Rosetta goes before us – Sam Phillips
Sister Rosetta Tharpe was een gospelzangeres die in de jaren ’30 en ’40 furore maakte, en een van de eersten die de overstap naar de seculiere muziek maakten. Het nummer dat Sam Phillips over haar schreef, werd vorig jaar al door gelegenheidsduo Robert Plant en Alison Krauss opgenomen voor voor hun gezamenlijke cd Raising sand. Op haar nieuwe cd Don’t do anything heeft componiste Sam Phillips het nu ook zelf opgenomen.
Chemicals collide – Cloud Cult
Cloud Cult uit Minnesota moet één van de wonderlijkste groepen zijn die dit jaar op kleine schaal doorbraken. Craig Minowa, de zanger en tekstschrijver van deze enigszins sektarische en zeer milieu-activistische groep heeft een bovengemiddelde belangstelling voor de getallenleer (zie ook de cd-titel: The meaning of 8), doet aan action painting op het podium, en wijdt de meeste van zijn mooie liedjes aan zijn zoontje Kaidin, dat op tweejarige leeftijd overleed. Had hij nog geleefd, dan was het jongetje 8 geweest ten tijde van de opnamen van The meaning of 8. Intussen heeft de band alweer een nieuwe cd uit (Feel good ghosts – Tea-partying through tornadoes), maar die is vooralsnog alleen via import verkrijgbaar op het eigen label van Cloud Cult, het eco-vriendelijke Earthology Records. Bijzondere groep.
Zie en hoor Chemicals collide hier.
Across the borderline – No blues
Van de nieuwe, derde cd Lumen van het Nederlandse trio No Blues (Ad van Meurs alias The Watchman, Haytham Safia en Anne-Maarten van Heuvelen) dat pioniert op het grensgebied van Americana en Arabische muziek.
Born to the breed – Amy Speace
Op initiatief van de voormalige zangeres van The Pretenders, Chrissie Hynde, werd een tribute-plaat opgenomen gewijd aan de liedjes van folkzangeres Judy Collins. Behalve Chrissie Hynde zelf treden onder anderen Leonard Cohen, Joan Baez en Rufus Wainwright aan. Het titelnummer van de tribute-cd, Born to the breed, wordt vertolkt door Amy Speace.
Zie en hoor Judy Collins zelf samen met Pete Seeger en Turn turn turn.
Ms Stacey Watson, Stepney Green – Woodpigeon
Ms Stacey Watson, Stepney Green van de Canadese groep Woodpigeon. Met een kleine twee jaar vertraging verscheen onlangs alsnog hun debuutplaat Songbook ook hier. De track die we draaien, Ms Stacey Watson, Stepney Green, doet sterk denken aan Badly Drawn Boy. Vinden we niet erg. 17 februari te zien in Paradiso, Amsterdam.
Atulale – Massukos
De groep Massukos komt uit de Mozambikaanse provincie Niassa, één van de armste regio’s in Afrika. Spil van de groep is zanger en giarist Feliciano dos Santos, in het dagelijks leven werkzaam voor NGO’s die zich inzetten voor schoon water-voorziening en in de strijd tegen HIV. Van de cd Bumping van Massukos draaien we het nummer Atulale.
Tabaco Mascao – El Combo Los Galleros
Terug te vinden op de cd Arriba la Cumbia!, waarop dj Russ Jones de leukste Afro-Colombiaanse muziek uit Colombia heeft verzameld. Russ Jones was halverwege de jaren negentig in verschillende Londense clubs een baanbrekende DJ op het gebied van global beats.
The state I am in – Belle and Sebastian
Openingstrack van de cd The BBC Sessions waarop de opnamen staan verzameld die de Schotse groep Belle & Sebastian maakte voor de Engelse radio. Het origineel van dit nummer, The state I am in, was indertijd ook de openingstrack van hun debuutplaat Tigermilk, uit 1996 alweer. Aangezien het er niet naar uitziet dat er snel een nieuwe studio-plaat van het gezelschap verschijnt, moeten we het hier maar even mee doen. Lees de tekst, zie en hoor.
Thank you Mario but our princess is in another castle – Mountain Goats & Kaki King
Mountain Goats is het project van singer-songwriter John Darnielle, die voor de EP Black peer trea samenwerkt met zangeres en gitariste Kaki King.
De playlist van week 50
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Click song – Miriam Makeba
Een maand geleden, op 10 november, overleed op 76-jarige leeftijd de Zuidafrikaanse zangeres en anti-apartheids-activiste Miriam Makeba aan een hartaanval. Het is puur toeval dat uitgerekend nu de compilatie Miriam Makeba The Legend verschijnt, maar het komt ook wel goed uit want op de cd is een dwarsdoorsnede uit haar bijna 40-jarige carriëre te horen. Van die cd was draaien we een live-versie van de Click song, vernoemd naar de clicks die je met je tong maakt als je Xhosa spreekt, de moedertaal van Makeba. Zie en hoor haar met The Click Song in 1966. Overigens kreeg Makeba’s grootste hit Pata Pata – op deze cd ook weer in verschillende uitvoeringen van de partij – eerder dit jaar ook al een ereplaatsje op de prima compilatie Time is on my side – The Jerry Ragovoy Story 1953-2003, gewijd aan het oeuvre van componist en arrangeur Jerry Ragovoy.
Barely friends van de nieuwe, vijfde cd In field and town van de Canadese singer-songwriter Paul Hayden Desser, alias Hayden. Was al enige tijd via import verkrijgbaar, nu dus met vertraging ook via de reguliere kanalen. Mooie plaat weer, zij het grilliger dan de voorgaande. Om niet nader bekend gemaakte redenen heeft Hayden helaas zijn Europese toernee afgelast.
Bekijk hier de clip bij Barely friends.
Bahlam ma’ak – Soumaya Baalbaki
Bahlam ma’ak van de Libanese tarab-zangeres Soumaya Baalbaki, die zich op haar nieuwe plaat met volle overgave stort op de arabische tango. De liederen op Arabtango zijn eerder (veelal in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw) vertolkt door de Egyptische zanger en componist Mohammed Abdel Wahab, en de Egyptische zangeressen Asmahan en Leyla Mourad. Zie en hoor een klein stukje van een andere track van Arabtango.
Hungry saw – Tindersticks
Titelnummer van de eerder dit jaar verschenen cd van Tindersticks, deze week op toernee in Nederland. Met Hungry saw pakte de Engelse groep na een break van een paar de draad weer op. Het vuur was in de voorgaande jaren langzaam gedoofd, maar in 2008 laaide het weer lichtjes op.
Openingstrack van de nieuwe, tweede cd van Essie Jain, een in Engeland geboren folkzangeres die nu in New York woont en werkt. De indringende, vaak minimaal muzikaal omlijste songs op zowel haar debuut We made this ourselves (2007) als de zojuist verschenen opvolger The inbetween zijn soms bloedstollend.
Foolish – Sabrina Starke
Yellow brick road heet de debuut-cd van de Rotterdamse zangeres Sabrina Starke, zonder meer één van de grootste binnenlandse talenten van de almaar uitdijende rij Aretha Franklin-soundalikes. Dat vonden ze blijkbaar ook bij Blue Note, want haar plaat is nu ook op dat legendarische label uitgebracht. Foolish heet de nieuwe single. Zie en hoor Sabrina Starke hier in De Wereld Draait Door met haar vorige single, Do for love.
The rose society – Mark Olson & Gary Louris
Mark Olson en Gary Louris maakten in het verleden allebei deel uit van de Americana-groep The Jayhawks. Nu dus als duo terug bij elkaar voor een plaat vol akoestische songs met mooie samenzang, Ready for the flood. De plaat opent met The rose society.
In de hoogtijdagen van triphop, halverwege de jaren negentig, was Kelli Ali uit Birmingham (echte naam: Kelli Dayton) zangeres van de groep Sneaker Pimps, die zich vernoemd had naar de jongens die door de Beastie Boys waren ingehuurd om klassieke sneakers op de kop te tikken (cd: Becoming X). Net als haar triphop-collegaatje Lou Rhodes van Lamb is Kelli Ali de afgelopen jaren langzaam maar zeker steeds meer verzeild geraakt in de pastorale folk. Op haar derde solo-cd, weinig toepasselijk getiteld Rocking horse, toont ze zich representant van een nieuwe generatie bloemenkinderen. Van die cd het nummer Heavens door (en nee, het gaat hier niet om Knocking on heavens door).
She made my blood run cold – Ike Turner
She made by blood run cold, van Ike Turner, terug te vinden op de nieuwe compilatie Roll your moneymaker – Early black rock ’n roll 1948-1958 waarop de pioniers van de rock ‘n’ roll worden geëerd. Opgenomen in 1957, maar de rillingen van Ike overtuigen nog steeds. Ike Turner, in zijn latere leven vooral berucht als Tina’s echtgenoot met de losse handjes, overleed deze week precies een jaar geleden.
De playlist van week 49
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Be my host – Larkin Grimm
Het verhaal gaat dat Larkin Grimm opgroeide in een hippie-commune die veel weg had van een religieuze sekte, na haar schooltijd lange tijd rondzwierf en een tijd in een tent in Alaska bivakkeerde en uiteindelijk ontdekt werd als folkzangeres door Michael Gira, een labelbaas met een goede neus voor freak folk zoals we dat anno 2008 plegen te noemen, want hij plukt eerder ook Devendra Banhart van de straat. Intussen is Grimms derde cd verschenen, Parplar (linksboven de cover), en daarvan draaien we Be my host.
La shou el jaki – Natacha Atlas & Mazeeka Ensemble
Woensdagavond trad ze op in Amsterdam, Natascha Atlas. Opgegroeid in Brussel, als kind van een joodse vader met Egyptisch en Palestijns bloed, en een Britse tot de islam bekeerde moeder. Eerder dit jaar verscheen van haar de prachtige cd Ana Hina, vol bewerkingen van Arabische liederen, veelal in de jaren ’50 en ’60 geschreven door de gebroeders Rahbani, en beroemd gemaakt door onder anderen de Libanese diva Fayrouz en de Egyptische Abdel Halim Hafez. Hoor en zie haar versie van het Rahbani-lied La shou el jaki hier. Atlas, jarenlang boegbeeld van de Arab-elektro-pop als zangeres van Transglobal Underground, komt in deze akoestische, meer traditionele omgeving volledig tot bloei. In september was ze met het Mazeeka Ensemble te gast in VPRO’s Vrije Geluiden. Bekijk haar optredens in die uitzending hier en hier.
Magosa – Amadou & Mariam
Sinds het succes van hun vorige cd Dimanche a Bamako kan het blinde echtpaar uit de Malinese hoofdstad niet meer stuk. Mariam Doumbia en Amadou Bagayoko ontmoetten elkaar ooit op het Malinese Blindeninstituut voor Jongeren. Nieuw plaat heet Welcome to Mali, maar klinkt veel beter dan de suffe titel doet vermoeden. Producer Manu Chao is vervangen door oud-Blur-voorman Damon Albarn, zij het slechts voor enkele tracks.
Duet – Inara George & Van Dyke Parks
Tijdens het recente Crossing Border festival trad het duo Inara George en Van Dyke Parks op met een orkest, ter promotie van hun gezamenlijke cd An invitation. Van Dyke Parks zat ooit samen met de vader van Inara George in Frank Zappa’s Mothers of Invention. Van Dyke Parks was onder meer bekend van zijn werk met de Beach Boys, de in ’79 overleden Lowell George was de zanger en gitarist van Little Feat. Hun dochters werden vriendinnen. Met de vriendin van z’n dochter heeft Van Dyke Parks nu dus samen een plaat gemaakt: Disneymuziek op z’n Van Dyke Parks, eigenlijk. Zie en hoor ze samen aan het werk tijdens een optreden in augustus. Inara George heeft ook haar eigen project: The Bird and The Bee.
Why do you let me stay here – She & Him
De plaat dateert al van voor de zomer, maar deze Ronettes-achtige track is nu op single. Het gelegenheidsduo She & Him (bezoek de site en het nummer klinkt uit uw speakers) bestaat uit muzikant M. Ward en zangeres en actrice Zooey Deschanel. Van de cd Volume one, vol zomerse sixties-pop.
Blackbird – Rachel Unthank & The Winterset
Blackbird van de cd The Bairns, een van de mooiste folkplaten van het jaar, van de Engelse groep Rachel Unthank & The Winterset, waarvan de spil gevormd wordt door de zussen Rachel en Becky Unthank. Niet te verwarren met het nummer van The Beatles, overigens. Op The Bairns staan folktraditionals, eigen werk, maar ook mooie versies van Robert Wyatt’s Sea Song en Bonnie ‘Prince’ Billy’s Minor place.
Het titelnummer van de nieuwe cd Aven shavale van de Hongaarse cimbaal-speler Balogh Kalman en zijn Gypsy Cimbalom Band. Balkanmuziek die nu eens niet is opgepimpt voor de hippe stedeling, maar gewoon voor straathoeken, bruiloften en partijen.
Bye-bye – La-33
Track van de hipste salsagroep uit het Colombia van vandaag, La-33 (spreek uit: la treinte i tres). LA-33 is de straat in de Colombiaanse hoofdstad Bogota waar de broers Sergio en Santiago Mejia vandaan komen. De cd heet Gozalo.
My mistakes were made for you – The Last Shadow Puppets
Nieuwe single van de cd The Age of the Understatement van The Last Shadow Puppets. In deze groep hebben twee frontmannen van populaire Britse gitaarbandjes de koppen bijeen gestoken: Alex Turner van de Arctic Monkeys en Miles Kane van The Rascals. Binnen dit project kunnen ze hun gedeelde voorliefde kwijt voor beat-helden uit de jaren ’60 (denk bijvoorbeeld aan de Walker Brothers en Burt Bacharach).
De playlist van week 48
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Weight off me – Essie Jain
Vorig jaar maakte ze al indruk met haar debuut We made this ourselves, een plaat vol mooie, ingetogen, donkere folkliedjes die na elke luisterbeurt meer prijsgaven van hun pracht. Nu is er de tweede cd van Essie Jain, Engelse van geboorte maar intussen woonachtig in New York. Van die nieuwe cd The inbetween draaien we Weight off me.
Hoor en zie Essie Jain hier, tijdens het Soiree a emporter-festival, 31 mei jl., in Parijs.
Adelaine – Pete Molinari
Wie het geluid van de jaren zestig zo dicht mogelijk wil benaderen, neemt zijn plaat op in de Londense Toerag Studios. Daar staat alle analoge apparatuur opgesteld die de droom kan verwezenlijken van typische old school-artiesten als de Engelse Pete Molinari. In zijn muziek zijn de geesten van Hank Williams, Johnny Cash en Gram Parsons nooit ver weg. Van zijn tweede cd A virtual landslide het nummer Adelaine.
Slow grafitti – Belle and Sebastian
Het lange wachten op een echt nieuwe cd van de Schotse groep Belle and Sebastian wordt tussentijds beloond met de cd The BBC Sessions, waarop opnamen staan verzameld die de band tussen 1996 en 2001 voor de Britse radio maakte (toen ook zangeres Isobel Campbell, die tegenwoordig furore maakt als de feeërieke muzikale wederhelft van Mark Lanegan, nog deel uitmaakte van de groep). Slow grafitti verscheen voor het eerst in 1998, op Belle & Sebastians vierde EP, This is a just a modern rock song (de groep hield indertijd tracks op de albums en tracks op EP’s strikt gescheiden). De versie op The BBC Sessions werd op 30 juli 1997 opgenomen voor het programma Evening Session van Steve Lamacq, dus het nummer was indertijd nog volstrekt onbekend. Zonder twijfel één van de mooiste pareltjes van koorknaap Stuart Murdoch & co. Het eerstvolgende wapenfeit van Belle & Sebastian wordt overigens volgend jaar de soundtrack van Murdoch’s filmproject God help the girl.
Down from Dover – Marianne Faithfull
Lang en imposant is de lijst gastmuzikanten op de nieuwe cd van Marianne Faithfull. Ga er maar aan staan: Sean Lennon, Nick Cave, Kate & Anne McGarriggle, Rufus Wainwright, Keith Richards, Antony…. en dan vergeten we er nog een aantal. De zangeres boorde haar rijke netwerk aan voor een wisselvallige serie covers die verschijnen onder de titel Easy come, easy go – 18 Songs for Music Lover, geproduceerd door Hal Willner die twintig jaar geleden met Faithfull ook haar plaat Strange weather opnam. De plaat opent met een versie van Dolly Partons Down from Dover.
Jocasta – Noah and The Whale
Jocasta van de groep Noah and The Whale, een jong collectief uit London dat folk maakt met humor en Britishness. Het geluid op hun debuut Peaceful, the world lays me down wordt gedomineerd door de ukelele, een speelgoedgitaartje, violen en bellen.
Naaki – Adjiri Odametey
De Ghanese zanger en muzikant Adjiri Odametey bespeelt op zijn cd Etoo zowel moderne instrumenten als gitaar en drums als de houten xylofoon, de duim-piano Mbira en de 21-snarige Kora. Drie jaar na zijn debuut brengt Adjiri Odametey – die ook op het podium stond met de twee weken geleden overleden Zuidafrikaanse zangeres en anti-apartheids-activiste Miriam Makeba – nu de cd Etoo uit, Ghanees voor ‘antwoord’, en daarvan draaien we het nummer Naaki.
I couldn’t say it to your face – Arthur Russell
Singer-songwriter en cellist Arthur Russell genoot tijdens zijn leven slechts in kleine kring bekendheid, vooral in de muziekscene van New York. Aanvankelijk bewoog hij zich in de avantgardistische kringen rond Philip Glass en Glenn Branca, later stortte hij zich in het Newyorkse disco-gedruis om uiteindelijk na een lang ziekbed in 1992 te sterven aan de gevolgen van aids. De laatste jaren neemt de belangstelling voor deze cultfiguur toe. Getuige de uitgave van Love is overtaking me, een nieuwe verzameling songs uit zijn archief dat nog niet eerder het daglicht zag. Van die cd de track I couldn’t say it to your face. En getuige ook een recente documentaire over hem, zie hier de teaser.
Just like honey – Headless Heroes
Headless Heroes is een gelegenheidsgroep waarin een grote rol is weggelegd voor zangeres Alela Diane. De cd The silence of love bestaat uit een verzameling covers, zoals dit nummer, oorspronkelijk van de shoegazers Jesus & The Mary Chain. Just like honey.
Trek gekregen in het origineel uit 1985? Zie & hoor hier.
Je bent onder de dertig, maar vraagt je toch af: waar ken ik dat nummer in godsnaam van? Dan heb je vast en zeker vijf jaar geleden ademloos Sofia Coppola’s film Lost in translation uitgekeken.
Bill Murray en Scarlett Johansson nemen uiteindelijk afscheid. Straatbeelden in Tokio, vanuit een rijdende taxi. Neonletters, wolkenkrabbers. Just like honey. Aftiteling.
De playlist van week 47
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Blues run the game – Headless Heroes
Hoewel muzikant Eddie Bezalel de spil en drijvende kracht is van de groep Headless Heroes is er op hun net verschenen eersteling The silence of love (zie de cd-cover links) toch vooral een glansrol weggelegd voor folkzangeres Alela Diane. Voor het project leent ze haar mooie stem uit voor een dozijn covers, waaronder een prachtige versie van Blues run the game. Het nummer is oorspronkelijk van Jackson C. Franke en opent diens gelijknamige klassieke plaat uit 1965. Blues run the game is opgenomen door onder anderen Nick Drake, Berth Jansch en Simon & Garfunkel (Paul Simon was trouwens ook de producer van de oorspronkelijke versie). Begin volgend jaar verschijnt de nieuwe soloplaat van Alela Diane.
Zie hier de clip van Alela Diane’s The Rifle (van haar debuut-cd The pirate’s gospel). En haar optreden in VPRO’s Vrije Geluiden.
Otlob inaiya – Soumaya Baalbaki
De nieuwe cd van de Libanese diva Soumaya Baalbaki heet Arabtango, en dat is ook precies wat de luisteraar krijgt voorgeschoteld. Van de cd van Baalbaki, die in Beirut zangles geeft aan het gerenommeerde National Institute of Music, draaien we de openingstrack Otlob inaiya (zie en hoor hier een fragment).
Come to yourself – The Vibrations
Op de cd The Vibrations – The Okey and Epic Singles staat de superieure northern soul verzameld die het kwintet The Vibrations uit Los Angeles tussen 1963 en 1968 opnam. Van die net verschenen compilatie op Kent/ Ace het nummer Come to yourself.
Pour la nature – Barbara Carlotti
Wie er nu precies wèl en niet het etiket van zuchtmeisje verdienen, zullen we maar overlaten aan de echte exegeten, schrijver Ronald Giphart en Nieuwe Revu-journalist Guuz Hoogaerts alias Guuzbourg. Zeker is dat laatstgenoemde smaakvolle cd’s samenstelt onder de titel Filles fragiles, waarop de Francoise Hardy’s en Barbara’s van deze tijd worden voorgesteld. Van de nieuwe, tweede cd in die serie draaien we Barbara Carlotti en Pour la nature.
Mooie voetnoot bij het zuchtmeisjes-fenomeen zat overigens vorige week in een uitzending van De Wereld Draait Door. Naast Giphart en Guuzbourg was Liesbeth List te gast omdat ook zij vertegenwoordigd is op Filles Fragilles 2, met haar versie uit 1970 van L’anamour van Serge Sainsbourg. List vertelt dat ze in 1964 voor de VARA-televisie twee duetten heeft opgenomen met Gainsbourg (L’anamour en La Javanaise) maar dat de opnames uiteindelijk niet werden uitgezonden wegens technische mankementen. Ramses Shaffy las daarover in De Telegraaf en raakte benieuwd naar deze toen nog onbekende zangeres. Omdat hij nog een zangeres zocht voor Shaffy Shantant toog hij naar Hilversum om de gemankeerde opnamen te zien, en ging meteen overstag. Het duo Shaffy & List was geboren.
Monster song – Psapp
Op herhaling wegens algehele leukte: de nieuwe single van het Londense elektronica-duo Psapp, Monster song, terug te vinden op de cd The camel’s back.
Imt nseet – Ziyad Sahhab
Via de 3-cd-box World music from Lebanon kunnen we hier kennismaken met drie talenten die in de Libanese hoofdstad Beirut weinig introduktie behoeven, maar hier des te meer. Eén van hen is de jonge zanger en oud-speler Ziyad Sahhab. Voor zijn stemmige debuutplaat Oyoun el Baiar nam hij kaalgestripte versies van zijn composities op. Hij wisselt teksten van Salah Jahin af met teksten van eigen hand. De zangeres in dit nummer zingt één van zijn gedichten: Imt nseet.
Tj on a spree – Paulusma
Mooie track van de twee soloplaat van de voormalige zanger van de Amsterdamse groep Daryll-Ann, Jelle Paulusma, die tegenwoordig alleen z’n achternaam gebruikt als artiestennaam. De cd heet i-Record.
Panic – The Smiths
Het aantal heruitgaves, compilaties en best offs van The Smiths is intussen niet meer te tellen, maar de samenstellers van The sound of The Smiths dachten: daar kan er nog wel ééntje bij. En waarom ook niet, de groep uit Manchester rondom zanger Morrissey – die dezer dagen werkt aan z’n autobiografie – was zonder twijfel één van de belangrijkste Engelse popgroepen uit de jaren ’80, al was het maar omdat ze met veel bravoure het monopolie van de gladgeproduceerde synthesizerpop wisten te doorbreken. In Panic (anders dan de meeste singles ook hier in Nederland een bescheiden hit, in ’86) verwoordde Morrissey heel plastisch wat hij dacht als hij naar de muziek op de radio luisterde: Hang the DJ, hang the DJ, cause the music they constantly play, it says nothing to me about my life.
Zie en hoor Panic (1986).
Two can play – Eulogies
In januari verschijnt hun echte debuut-plaat pas, maar op internet snelt het singletje (van de EP Tempted to do nothing) hun roem alvast vooruit. Het Amerikaanse kwartet Eulogies rondom singer-songwriter Peter Walker en Two can play. De zangeres op deze track is Nikki Monninger van Silversun Pickups.
Rain on your parade – Duffy
Aangespoord door het succes van Amy Winehouse bracht een opvallend groot aantal jonge Britse zangeressen dit jaar een debuut uit waarop de echo van soul-heldinnen uit de jaren zestig – vooral die van Dusty Springfield – weerklinkt. Een van de krachtigste stemmen in het genre is die van de 24-jarige Duffy uit Wales, die met het nummer Mercy verantwoordelijk was voor één van de leukste zomerhits van het jaar. Een nummer dat aanvankelijk niet op haar debuutcd Rockferry stond, maar op de nieuwe persing wordt toegevoegd is deze nieuwe single: Rain on your parade.
De playlist van week 46
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
London! – Frida Hyvönen
De Zweedse zangeres en pianiste Frida Hyvönen debuteerde drie jaar geleden met de cd Until death comes en brengt nu haar tweede plaat uit, Silence is wild. Met de zangeres Jens Lekman en José Gonzalez (uit Gothenburg) en de groep Peter, Björn & John (net als Hyvönen uit Stockholm) lijkt er zowaar een echte nieuwe Zweedse golf aan te spoelen. Van haar nieuwe cd draaien we Frida Hyvönen en London!.
Cumbia Cienaguera – Alberto Pacheco
Na de wereldwijde ontdekking van de Cubaanse en Brazilliaanse dansmuziek is de beurt aan Colombia. Arriba la cumbia! is de titel van een vrolijke verzameling hoogtepunten van de Colombiaanse cumbia, samengesteld door dj Russ Jones voor het label Crammed Discs. Van de cd draaien we de klassieke cumbia-artiest Alberto Pacheco en door de accordeon gedomineerde Cumbia Cienaguera.
Hajde te kelas – Kocani Orkestar
Het Macedonische Kocani Orkestar is een van de succesvolste balkanorkestjes van deze tijd. Van de net verschenen derde cd The Ravished Bride het nummer Hajde te kelas.
Am I wasting your time – Eli ‘Paperboy’ Reed & The True Loves
Een 25-jarige blanke slungel die in 2008 zijn best doet om de grote soul-artiesten uit de jaren ’60 naar de kroon te steken, het heeft iets belachelijks. Maar sinds Eli ‘Paperboy’ Reed een baantje kreeg in de gospelkerk van voormalig soulzangeres Mitty Collier raakte hij aan oude soul verslingerd en, retro of geen retro, het klinkt behoorlijk goed. Van zijn debuut-cd Roll with you Eli ‘Paperboy’ Reed & The True Loves – deze week op toernee in Nederland – en Am I wasting your time.
You are the best thing – Ray Lamontagne
Nog meer hedendaagse blanke soul. Het is zo’n verhaal dat zó vaak verteld is dat het een eigen leven is gaan leiden en je je afvraagt wat er van waar is, maar goed, het verhaal wil dat Ray LaMontagne een slordige 70 uur per week maakte in een schoenenfabriek, tot hij op een dag, ’s ochtends om 4 uur, het nummer Treetop flyer van singer-songwriter Stephen Stills op de radio hoorde. Lamontagne besloot gelijk z’n baan op te zeggen en zette zich aan het schrijven van z’n eerste cd. Waar of niet waar, feit is dat hij zojuist z’n derde plaat uitbracht, Gossip in the grain, en daarvan You are the best thing.
Mausam – Nitin Sawhney
Ruim 25 culturele kunstinstellingen hebben de koppen bijeen gestoken voor het eerste Amsterdam India Festival dat woensdagavond van start ging. Muziek, dans, film, fotografie, theater, beeldende kunst en architectuur – alle disciplines zijn tot 30 november vertegenwoordigd. In de Amsterdamse Melkweg trad woensdag tijdens de openingsavond de Engels-Indiase Asian Underground-pionier Nitin Sawhney op. Van zijn voorlaatste cd Philtre (de opvolger London Undersound verscheen vorige maand) het in hindi gezongen, sfeervolle Mausam.
The old measure – Daniel Martin Moore
Daniel Martin Moore is een jonge muzikant uit Kentucky. Van zijn debuut Stray age vol ingetogen folkliedjes (die klinken alsof ze evengoed begin jaren ’70 opgenomen hadden kunnen zijn) het nummer The old measure.
Love comes to me (live) – Bonnie ‘Prince’ Billy
Vroeger maakte hij grillige platen als Palace, of Palace Brothers, maar onder de naam Bonnie ‘Prince’ Billy verscheen de afgelopen jaar het meest coherente werk van de zanger die voor de burgerlijke stand Will Oldham heet. Liedjes met een kop en een staart, terwijl hij in het verleden een schets of een aanzet tot een liedje vaak al genoeg vond. In het voorjaar van 2006 maakte de BBC opnamen van de toernee die Bonnie ‘Prince’ Billy maakte met Schotse muzikanten. Tijdens die avond in Edinburgh liet hij horen dat hij ook het oudere werk in echte liedjes kom omtoveren. Van de zojuist verschenen live-cd Is it the sea? draaien we Love comes to me (de studio-versie is terug te vinden op de in Ijsland opgenomen, twee jaar geleden verschenen cd The Letting Go).
Energy spent – Liam Finn
Van de zoon van Neil Finn – die in de jaren tachtig en negentig met Split Enz. en Crowded House furore maakte met mierzoete Beatles-achtige popliedjes – verwacht je geen heavy metal of dance. Maar het debuut van de 25-jarige Liam Finn is aanmerkelijk scherper dan het geluid van zijn vader, en soms voorzien van een fikse dosis elektronica. Van de cd I’ll be lightning het nummer Energy Spent. Liam Finn treedt op tijdens het Crossing Border-festival.
To America – Joan as Police Woman
Voordat zangeres Joan Wasser platen ging maken onder de naam Joan as Police Woman werkte ze onder meer als achtergrondzangeres voor de barokke zanger Rufus Wainwright. Op haar eerder dit jaar verschenen tweede cd To survive zingt ze een duet met hem. Dat nummer, To America, is nu op single verschenen. Joan as Police Woman treedt aanstaande zondag op in Paradiso in Amsterdam.
De playlist van week 45
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Monster song – Psapp
Het eigenzinnige Londense elektronica-duo Psapp (Galia Durant en Carim Clasmann) is terug van weggeweest, met een leuke, speelse nieuwe cd The camel’s back, waarvan dit nummer tot single werd gebombardeerd. Als er analoog aan de schilderkunst zoiets bestaat als een naïeve stroming binnen de popmuziek, dan moet er voor Psapp dringend een plaatsje gereserveerd in de eregalerij.
Bekijk hier de animatievideo voor Monster song.
Something’s on my mind – Karen Dalton
Er zijn van die zangers en zangeressen van wie je echt niet kunt begrijpen waarom ze slechts in kleine kring bekend zijn geworden. Van Bob Dylan tot Nick Cave, allemaal roemen ze Karen Dalton die zich rond 1970 bewoog in de Greenwich Village Folk Scene en twee prachtplaten uitbracht. Decennia lang waren ze niet of nauwelijks te verkrijgen, de laatste jaren komt daar verandering in. De enige echte studio-plaat die ze opnam, In my own time (de andere, haar debuut, is feitelijk een registratie van een optreden), verscheen twee jaar geleden voor het eerst op cd via een import-label. Deze maand is hij eindelijk ook gewoon hier verkrijgbaar. Dalton kan de hernieuwde belangstelling helaas niet meemaken, ze stierf in 1993 aan de gevolgen van aids. ‘Een stem als een gedempte trompet,’ schreef de auteur van de biografische schets in het cd-boekje. Zie en hoor haar hier met Billie Holidays God bless the child.
Blue’s gaen oot o’the fashion – Rachel Unthank & The Winterset
Het lijkt ronkende kretologie van de marketing-afdeling, woorden als ‘een betoverend meesterwerk’, maar als de gerenommeerde Britse muziekjournalist Paul Morley de auteur is dan moet het haast wel om iets bijzonders gaan. En dat is beslist zo, in het geval van de rond de zingende zusjes Rachel en Becky Unthank opgetrokken folkgroep Rachel Unthank & The Winterset uit het Engelse Northumbria. Van hun nieuwe cd The bairns draaien we Blue’s gaen oot o’the fashion, een medley van traditionals alsThe Wedding O’ Blythe, When the Tide Comes In en The Sailors Are All At The Bar. Rachel Unthank & The Winterset is later deze maand te zien en te horen op Crossing Border (om precies te zijn: donderdag 20 november).
Tears of Joy – Lucinda Williams
Nieuwe single van de 55-jarige ongekroonde koningin van de countryrock, Lucinda Williams. Ze laat zich op de nieuwe Little Honey van haar veelzijdigste kant zien. Wilden de voorgangers door stukgelopen relaties en ander leed nog wel eens uitmonden in een treurzang, op deze cd bezingt Williams ook weer het levensgeluk, geilheid en verlangen. En ze waagt zich zelfs aan een AC/DC-cover.
Mexico city – Jolie Holland
‘Zwoel en zoet, wanhopig en eenzaam’, zo omschreef onlangs de Newyorkse krant Village Voice het typische stemgeluid van de Texaanse zangeres Jolie Holland. De 32-jarige Holland, ooit de spil van het damestrio The Be Good Tanya’s, bracht vorige maand haar vierde cd uit, opnieuw een amalgaam van folk, jazz, blues, en country. Van de cd The living and the dead de opener (waaraan ook de cd-titel is ontleend), Mexico city.
La realité – Amadou & Mariam
In afwachting van de nieuwe cd, die volgende maand verschijnt, namen de samenstellers van de nieuwe Rough Guide to the music of Mali een nummer op van de succesvolle vorige plaat van het blinde muzikanten-echtpaar Amadou & Mariam. Sinds ze elkaar meer dan 30 jaar geleden ontmoetten op het blindeninstituut in Bamako, zijn ze onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Ze migreerden naar Frankrijk en gaan daar als sterren door het leven, vooral sinds de plaat Dimanche à Bamako, die het paar vier jaar geleden opnam onder de bezielende leiding van Manu Chao. Daarvan is dit La Realité, nu dus terug te vinden op de Rough Guide to the music of Mali.
Een jonge Britse groep folkies met een voorkeur voor surrealistische, circus-achtige walsjes, dat is de Ralfe Band. Van hun nieuwe single met een dubbele A-kant is dit Attics.
Moscow state circus – Eugene McGuiness
Hij bracht vorig jaar al een leuke EP uit, maar nu is er het echte debuut van Eugene McGuiness. Op de titelloze plaat toont de 22-jarige muzikant uit Liverpool, die zoals zijn naam al doet vermoeden Ierse roots heeft, zich een liefhebber van zowel Morrissey als Billy Bragg. Van cd Eugene McGuiness draaien we Moscow state circus.
You’ve got my mind messed up – Quiet Elegance
Nog één keer een keus uit het rijke aanbod op de 3-cd-box Take me to the river – A southern soul story, waarop een mooie keus uit het ruime southern soul-aanbod is gemaakt, de soulmuziek die eind jaren ’60, begin jaren ’70 in het zuiden van de Verenigde Staten werd gemaakt. Relatief onbekend is deze mooie versie van het nummer You’ve got my mind messed up, in 1973 met de beroemde producer Willie Mitchell opgenomen door het damestrio Quiet Elegance.
De playlist van week 44
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Today – Alice Rose
Voor haar cd 21 days heeft zangeres Alice Rose 21 liedjes, met 21 stemmingen en 21 bijbehorende tekeningen gemaakt. De verzameling liedjes op deze mooi vormgegeven cd is even curieus als ontwapenend. De Deense muzikante (tegenwoordig woonachtig in Keulen) bespeelt alle instrumenten zelf. Bij instrumenten moet u dan denken een viool en een klarinet, maar evengoed aan een kettingzaag, een kinder-xylofoon of een fietsbel.
Met zijn groep The Acorn maakte de Canadese zanger en multi-instrumentalist Rolf Klausener al een handvol EP’s voordat hij zich aan het schrijven en opnemen van zijn echte debuutplaat zette. Een eerbetoon aan zijn moeder moest het worden. De titel van de cd, Glory Hope Mountain, is losjes gebaseerd op haar naam, Gloria Esperanza Montoya. Het is een leven vol beproevingen, van haar getourmenteerde jeugd in Honduras tot haar nadagen in Montreal. Het nummer Crooked legs is geïnspireerd op de vlucht van Klauseners moeder uit haar ouderlijk huis, waar een vader met losse handjes de scepter zwaaide.
Cacophony – Tilly & The Wall
Terwijl het alle andere muizen in de buurt worst zal zijn wat er zich aan de andere kant van de muur bevindt die hun omgeving afbakent, is de muis Tillie vastbesloten aan de andere kant van de muur te belanden. In het boek Tillie en de muur van de Italiaanse kinderboekenschrijver Leo Lionno graaft de volhardende Tillie uiteindelijk een tunnel onder de muur door. De band Tilly & the Wall uit Omaha, Nebraska, alleen al een opvallende act omdat ze een tapdanseres in de gelederen hebben die een minstens zo belangrijke percussie-rol speelt als de drummer, heeft zich naar het boek vernoemd en bracht zojuist haar opgewekte, derde cd uit. Van die cd O het nummer Cacophony.
Santa Maria del Buen Ayre – Gotan Project
Een krappe tien jaar al vormen de Fransman Phillippe Cohen Solal, de Argentijn Eduardo Makaroff en de Zwitser Cristoph Müller de moderne erfgenamen van hun held Astor Piazzola, de grootmeester van de Argentijnse tango. Met hun project Gotan – een anargram van tango – brachten zij een aantal platen uit waarop de traditionele tango opgepimpt wordt voor de grootsteedse dansvloer. Optreden doen ze ook, getuige de zojuist verschenen live-cd, en daarvan draaien we Santa Maria del Buen Ayre.
Le temps perdu – Carla Bruni
‘De hipste Fransman van zijn generatie’ werd Serge Gainsbourg vorige week nog genoemd in De Volkskrant, naar aanleiding van de overzichtstentoonstelling die momenteel in Parijs aan zijn leven en werk wordt gewijd. De zanger, componist, regisseur en acteur wordt nog altijd – in Frankrijk, maar ook de laatste jaren ook hier – op handen gedragen. Had hij nog geleefd, dan had hij zonder twijfel dezer dagen zijn ogen laten vallen op de presidentsvrouw Carla Bruni. In haar muziek waart in ieder geval de geest van Gainsbourg rond. Haar nieuwe single, Le temps perdu.
In love with you – Easton Stagger Phillips
De drie singer-songwriters Tim Easton, Leeroy Stagger en Evan Phillips hebben tijdelijk de handen ineen geslagen en reizen gedrieën de wereld rond. Die toer bracht het trio woensdagavond in Paradiso in Amsterdam. Van de cd One for the ditch, die Easton, Stagger en Phillips uitbrachten, draaien we Tim Easton’s In love with you.
Needlepoint – Spinto Band
Free Beer heette de groep, totdat een bandlid op zolder een aantal prachtige songteksten vond van zijn overleden familielid Roy Spinto. De groepsnaam werd omgedoopt in The Spinto Band en inmiddels heeft het zestal uit Delaware al zes platen uitgebracht onder die naam. Van de nieuwe cd Moonwink het nummer Needlepoint.
(If lovin’you is wrong) I don’t want to be right – Luther Ingram
Al eerder draaiden we in dit programma tracks van de 3-cd-box Take me to the river, waarop een mooie keus uit het ruime southern soul-aanbod is gemaakt, de soulmuziek die eind jaren ’60, begin jaren ’70 in het zuiden van de Verenigde Staten werd gemaakt. Luther Ingram’s versie van (If lovin’ you is wrong) I don’t want to be right (1972) gaat door voor de beste cheatin’ song uit de southern soul-geschiedenis. Prachtig, al geef ik zelf de voorkeur aan de latere versie van Millie Jackson. Het nummer werd geschreven door het Stax-songwriters-trio Homer Banks, Raymond Jackson en Carl Hampton. Luther Ingram overleed vorig jaar.
De playlist van week 43
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Pay me my money – Rex Lawson & River Men
Highlife wordt de clubmuziek genoemd die eind jaren ’60 in Ghana en Nigeria werd gemaakt. Hoewel er na 1970 ook nog highlife werd gespeeld (met een prominentere rol voor de gitaar), maakte de Biafra-oorlog een eind aan de glorieperiode van het genre. Op de nieuwe dubbelaar Highlife time: Nigerian and Ghananian Sound From The 60’s And Early 70’s (mooie uitgave op Vampisoul) is een dwarsdoorsnede te horen, opgezocht en afgestoft in de archieven van de Premier Studios in Lagos. Daarvan de Nigeriaanse Rex Lawson & his River Men, Pay me my money.
Don’t let the sun go down on your grievience – Daniel Johnston
Vanavond in Enschede, morgen in Amsterdam en zondag in Eindhoven: de bijzondere singer-songwriter Daniel Johnston. Onsterfelijk geworden dankzij de documentaire The Devil and Daniel Johnston (zie hier de trailer), waarin de manisch-depressieve muzikant die lijdt aan waanbeelden en andere ellende prachtig werd geportretteerd. Jarenlang zette hij thuis – in een aanleunwoninkje bij zijn ouderlijk huis in Texas – zijn prachtige liedjes op cassette-bandjes, tot hij in de jaren negentig zoveel lof kreeg toebedeeld van collega-muzikanten (zoals de leden van Sonic Youth) dat zijn werk een fatsoenlijke distributie kreeg. Eén van die vele mooie, kleine liedjes, opgenomen met een minimum aan techniek en onvaste stem, is Don’t let the sun go down on your grievience.
Elephants – Rachael Yamagata
Vier jaar geleden verscheen het overtuigende debuut Happenstance van zangeres Rachael Yamagata, die haar naam dankt aan een Japans-Amerikaanse vader en een Italiaanse moeder. De afgelopen jaren verdween ze uit beeld, al kwamen we haar naam nog wel tegen als achtergrondzangeres op de cd Cassadaga van Bright Eyes. Volgende week treedt de ravissante zangeres zelf weer volop in de schijnwerpers. Dan verschijnt haar nieuwe cd Elephants… Teeth sinking into heart. De plaat opent met het gedragen, langzaam aanzwellende titelnummer.
That’ll be the plan – Daniel Martin Moore
Het platenlabel Sub Pop werd begin jaren negentig wereldberoemd dankzij één van de meest onwaarschijnlijke bestsellers ever: de cd Nevermind van de groep Nirvana, waarop dat ene nummer stond dat in een mum van tijd uitgroeide tot het lijflied van een generatie, Smells like teen spirit. De term grunge-muziek verspreidde zich snel en Sub Pop werd synoniem met grunge. Wie ziet wat er vandaag de dag op het label verschijnt zal zich dan ook nog wel eens achter de oren krabben…Goed, ze zijn er nog, de boze, langharige mannen in houthakkershemden, maar ze maken stilaan plaats voor jonge folkies. Zo verscheen op het beroemde label uit Seattle deze maand bijvoorbeeld het mooie, verstilde van Daniel Martin Moore uit Cold Spring, Kentucky. Van zijn cd Stray Age draaien we That’ll be the plan.
Days of fire – Nitin Sawhney
11 september 2001 vormde de afgelopen jaren de inspiratiebron voor menige cd, maar de aanslagen in Londen van 7 juli 2005 werden nog nauwelijks in muziek vervat. De Brits-Aziatische muzikant Nitin Sawhney neemt op zijn nieuwe cd London Undersound de handschoen op. De plaat is voor een belangrijk deel geïnspireerd op het Londen van na de aanslagen, en verhaalt ook over de dag zelf. Zoals in het door de Londense zanger Natty gezongen openingsnummer, Days of fire.
Chan Chan (live) – Buena Vista Social Club
Toegegeven, cineast Wim Wenders liet een groot deel van het concert dat de Buena Vista Social Club in april 1998 gaf in New York een paar jaar geleden al zien in zijn documentaire over de Cubaanse groep muzikanten. Toch is de net verschenen dubbel-cd Buena Vista Social Club At Carnegie Hall meer dan welkom. Het zou het laatste concert blijken te zijn waarin de door Ry Cooder opnieuw bijeen gebrachte groep Cubaanse artiesten compleet was. In de jaren na dit optreden stierven sleutelfiguren als Ibrahim Ferrer, Rubén González and Company Segundo. Chan chan.
Migratory birds – Sarah-Jane Morris
De Londense zangeres Sarah-Jane Morris verkeerde lange tijd in linksige kringen waar de erfenis van Bertolt Brecht en Hans Eisler levend werd gehouden – repertoire waar haar donkere, doorrookte stemgeluid zich heel goed voor leent. Maar op haar nieuwe cd Migratory birds vertolkt Morris uitgeklede, jazzy versies van nummers van onder meer Lou Reed, Nina Simone en Sly Stone. Het titelnummer is van haar eigen hand: Migratory birds.
Fige ki ase me – Shantel
Gisteren in De Oosterpoort in Groningen, zondag in Het Paard in Den Haag en volgende week donderdag in 013 in Tilburg: de Duitse DJ Shantel, pionier van de balkanbeat, wiens voorouders uit Bucovina komen, een gebied dat nu voor de helft in de Oekraïne en voor de andere helft in Roemenië ligt. Zijn ‘Bucovina Club’-avonden vormen het balkanbeats-feest bij uitstek. Van zijn laatste cd Disko Partizani het door de Griekse Jannis Karis gezongen Fige ki ase me.
One day like this – Elbow
Erg produktief zijn ze niet, de leden van de groep Elbow uit Manchester: in hun achttienjarig bestaan verschenen er welgeteld vier cd’s. Maar voor de laatste van het kwartet, het eerder dit jaar verschenen The Seldom Seen Kid, ontving de band wel de prestigieuze Mercury Music Prize en als de voortekenen ons niet bedriegen maakt Elbow eerdaags de overstap van het clubcircuit naar de grote zaal. Met het in thuisland Engeland tot een grote hit uitgegroeide One day like this lonkt Elbow alvast naar het grote publiek.
De playlist van week 42
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
I’d rather go blind – Etta James
Het is in de loop der jaren tot zó’n schoolvoorbeeld uitgegroeid van hartverscheurende deep soul dat het moeilijk is te geloven dat I’d rather go blind van Etta James indertijd ‘slechts’ een B-kantje was, namelijk van de single Tell mama (1967). Etta James hoorde het liedje in een rudimentaire vorm toen ze haar vriend Ellington Jordan opzocht in de gevangenis, en maakte het daar samen met hem af. I’d rather go blind is nu terug te vinden op de nieuwe 3-cd-box Take me to the river – A southern soul story 1961-1977, opnieuw een prachtuitgave van het Engelse Kent/ Ace Records. Hetzelfde label bracht eerder de vierdelige serie Deep soul treasures uit, samengesteld door de Britse ambassadeur van het genre, de muziekjournalist en oprichter van de legendarische Londense platenzaak Soul City, Dave Godin. Ook Godin nam I’d rather go blind op in zijn meesterlijke eregalerij van de deep soul.
Try a little tenderness, take one – Otis Redding
Een ander hoogtepunt van Take me to the river – A southern soul story 1961-1977 is een nooit eerder uitgebrachte eerste take van Try a little tenderness door Otis Redding, één van de weinige probeersels die van hem bewaard zijn gebleven in de archieven. De tekst zit nog niet helemaal in z’n hoofd, hij laat nog een enkel steekje vallen, maar deze vertolking met de MG’s en de Memphis Horns, opgenomen een jaar voor het vliegtuigongeluk dat hem in ’67 fataal werd, is zo mogelijk nog gepassioneerder dan de versie die later wereldberoemd werd. Het nummer dateert overigens al van 1932, werd geschreven door Irving King (een pseudoniem van het duo James Campbell en Reginald Connelly), en is behalve door Otis Redding opgenomen door ander anderen Sam Cooke, Aretha Franklin en Percy Sledge. Voor de versie van Otis werkte Isaac Hayes werkte mee aan het arrangement.
Hell is round the corner – Tricky
Over Isaac Hayes gesproken… Deze track, van Tricky’s debuut Maxinquaye uit ’95, is geheel opgebouwd rondom een beroemde sample uit Help me love van (de deze zomer overleden) soulzanger- en liedjesschrijver. Dinsdagavond was Tricky voor het eerst in jaren weer terug in Paradiso in Amsterdam. De inmiddels 40-jarige muzikant uit Bristol was in de vroege jaren ’90 voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor wat toen The Bristol Sound werd genoemd: trage, sensuele hiphop met een punk-attitude. Hoewel Tricky zich nooit vertegenwoordiger van een stroming voelde, was zijn muziek wel degelijk nauw verwant aan die van groepen als Massive Attack en Portishead (de laatste groep gebruikte overigens exact dezelfde Hayes-sample in hun hit Glory box). Tricky was alleen veel grilliger, z’n latere platen zijn te radicaal en te wisselvallig (laatste cd: Knowle west boy). Maar Tricky live was altijd Tricky op z’n best, vooral wanneer hij, aldoor schuddend met dat hoofd op dat pezige, lange lijf van ‘m, zichzelf langdurig in trance bracht. Wie daar talent voor had, raakte er zelf ook pardoes van in trance. De zangeres die op Hell is the round the corner is te horen, Martina Topley-Bird, bracht eerder dit jaar nog een aardige soloplaat uit.
Lees wat Het Parool schreef over het concert.
Sing for me – Antony & The Johnsons
Of je er nu van hield of niet, niemand kon ruim drie jaar geleden om het bijzondere, androgyne stemgeluid heen van Antony Hegarty uit New York. Zijn cd I’m a bird now, waarop hij vooral de worsteling met zijn seksuele identiteit bezong, werd een succes en de publiciteitsschuwe zanger kreeg tegen wil en dank een plaats gereserveerd in de zogeheten freak folk-beweging. Het wachten op een volwaardige opvolger van Antony & The Johnsons wordt danig op de proef gesteld – volgens de laatste berichten verschijnt The crying light in januari – maar intussen verscheen deze week wel de EP Another world, en van die zoethouder draaien we Sing for me.
Sadagora Hot Dub – Amsterdam Klezmer Band (remix by Shantel)
Oorspronkelijk terug te vinden op een remix-cd van het werk van de Amsterdam Klezmer Band en nu de nationale trots op de nieuwe Rough Guide to Klezmer Revolution, deze bewerking van het nummer Sadagora door de Duitse meester in het genre, DJ Shantel – bekend van de Bucovina Club-avonden. De van oorsprong Russische Alec Kopyt zingt.
Eyes and ears – Gemma Ray
Een groot deel van de afgelopen twee jaar bracht Gemma Ray vanwege een onduidelijke bloedziekte door in ziekenhuizen. In die periode schreef de Britse zangeres, voorheen frontvrouw van The Gemma Ray Ritual, de liedjes die op haar nieuwe cd The Leader staan. Van die plaat het nummer Ears and eyes.
My home is nowhere without you – Herman Dune
André Herman Düne, David-Ivar Herman Düne en Neman Herman Düne – je zou zweren dat het hier om een Zweeds trio gaat, maar Herman Düne komt uit Frankrijk. Ze traden menigmaal op in het radio-programma van John Peel, bracht sinds ’99 al een tiental platen uit waarop ze aan de weg timmeren met smaakvol opgetuigde folkliedjes. De umlaut op de naam is inmiddels gesneuveld. Van de nieuwe cd Next year in Zion het nummer My home is nowhere without you.
The border – Thomas Denver Jonsson
De Zweedse singer-songwriter Thomas Denver Jonsson was de afgelopen weken op toernee in Nederland. Wie hem gemist (en net als ik tot voor kort ook zijn plaat tot dusver over het hoofd had gezien) heeft kan volgende maand terecht op het Crossing Border festival. Van zijn laatste cd The lake acts like an ocean het nummer The border.
Paper planes – I’m From Barcelona
Als je echt niet meer wist hoe je de tijd moest doorbrengen in de klas tijdens suffe dictees, was er altijd één bezigheid die uitkomst bood: het vouwen van papieren vliegtuigjes. Hulde dus aan I’m From Barcelona dat een liedje opdraagt aan het fenomeen, ongetwijfeld het eerste. I’m from Barcelona bestaat uit bijna 30 muzikanten en zou dus eigenlijk We’re from Barcelona moeten heten, ware het niet dat de groep uit het Zweedse Jönköping komt en de naam dus als een tang op een varken slaat. Het mag de pret niet drukken. Van de nieuwe cd Who killed Harry Houdini?, net als de voorgangers een vrolijke potpourri met veel trompetjes, fluiten en klarinetgeschal, het nummer Paper planes. I’m from Barcelona was eerder ook verantwoordelijk voor het aanstekelijke This boy dat de groep opnam samen met het al even Zweedse Loney, Dear.
Lajka – La Cherga
Stelt u zich voor, schrijft de groep La Cherga op haar cd-hoesje: de koning van de Jamaicaanse dub Lee Scratch Perry wordt ergens in de jaren tachtig door president Tito uitgenodigd om zijn Black Ark studio’s te verplaatsen van Kingston naar voormalig Joegoslavië. De Balkan Ark Studio’s zijn geboren en Lee Scratch Perry leert balkanmuzikanten hoe ze reggae en dub in hun muziek kunnen integreren. Het is een droom, maar wie de cd Fake no more van La Cherga, een groep die bestaat uit Kosovaren, Kroaten, Bosniërs en Macedoniërs, hoort, zou er bijna in gaan geloven. Van die cd het instrumentale Lajka.
Tirar onda – Think of One featuring Dona Cila do Coco
Toen de Antwerpse groep Think of One enige jaren geleden naar het Braziliaanse Recife trok, maakten de leden daar kennis met de toen 66-jarige Dona Cila do Coco, de plaatselijke diva van uitbundige genres als coco en maracatu. De zangeres kon het prima vinden met de Antwerpenaren er er bloeide iets moois op. Op de nieuwe Rough Guide to Brazilian Street Party is nu één van de resultaten terug te vinden: Think of One en Dona Cila do Coco en het nummer Tirar onda.
Buiten spelen – Daan Hofman
Begeleid door Spinvis maakte Daan Hofman een paar jaar geleden al de muziektheatervoorstelling Wat kruipt daar uit de zee, maar de 29-jarige zanger debuteert nu echt met de cd Fakkels van suiker. Hij heeft hoorbaar naar chansons en naar Kurt Weill geluisterd, maar treedt met deze plaat toch vooral in de voetsporen van iemand die helaas al jaren geen platen meer uitbrengt, Ramses Shaffy. Van die debuut-cd van Daan Hofman is draaien we het Shaffy-eske Buiten spelen.
Hymn 101 – Joe Pug
Joe, the carpenter in de week van Joe, the plumber. Soms zit er in de grote stapel debuten van singer-songwriters die zich louter op gitaar begeleiden, iemand tussen die precies laat horen hoe je ook in zo’n afgeleefd genre tot in lengte van dagen zult kunnen blijven overtuigen, ontroeren en overrompelen. Zo’n debuut dat overtuigend in de platgetreden voetsporen te treedt van Guthrie, Dylan en Springsteen is de in eigen beheer uitgegeven EP van Joe Pug, een timmerman dus uit Chicago. Van die mini-cd Nation of heat draaien we de openingstrack, Hymn 101.
(Heb overigens sterk het vermoeden dat deze Joe Democraat is…)
Tot slot: vandaag overleed, op 72-jarige leeftijd, Levi Stubbs, de zanger van de Motown-groep The Four Tops (Reach out I’ll be there, The same old song, Bernadette). Niet op de playlist, maar wel hier: de prachtige ode aan Levi Stubb van Billy Bragg, Levi Stubb’s tears (1986).
‘Whatever your problem is, this is the answer to it. All you have to do, all you have to do boys and girls is go home, put a kettle on, make yourself a nice cup of tea, sit down, put on a record by The Four Tops – everything is going to be alright’, schreef Bragg in ’86.
Levi Stubb’s tears – Billy Bragg
With the money from her accident
She bought herself a mobile home
So at least she could get some enjoyment
Out of being alone
No one could say that she was left up on the shelf
It’s you and me against the World kid she mumbled to herself
CHORUS:
When the world falls apart some things stay in place
Levi Stubbs’ tears run down his face
She ran away from home on her mother’s best coat
She was married before she was even entitled to vote
And her husband was one of those blokes
The sort that only laughs at his own jokes
The sort a war takes away
And when there wasn’t a war he left anyway
Norman Whitfield and Barratt Strong
Are here to make everything right that’s wrong
Holland and Holland and Lamont Dozier too
Are here to make it all okay with you
One dark night he came home from the sea
And put a hole in her body where no hole should be
It hurt her more to see him walking out the door
And though they stitched her back together they left her heart in pieces on the floor
When the world falls apart some things stay in place
She takes off the Four Tops tape and puts it back in its case
When the world falls apart some things stay in place
Levi Stubbs’ tears…
De playlist van week 41
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
The pilgriming vine – Basia Bulat
Eén van de mooiste debuten van vorig jaar kwam van de Canadese zangeres Basia Bulat (foto). Pastorale folk vol zwierige walsjes, maar zo fris gezongen en gespeeld dat je bijna geneigd was te denken dat het hier een nieuw genre betrof. In afwachting van de opvolger van Oh my darling verschijnt nu het nummer The pilgriming vine op single, met deze begeleidende videoclip.
Distant dreams – Nitin Sawhney
De klassiek geschoolde Nitin Sawhney, jarenlang een van de boegbeelden van de Asian Underground van Engelse tweede generatie-migranten uit India en Pakistan, is terug. Volgende week verschijnt zijn nieuwe cd London Undersound, voor een belangrijk deel geïnspireerd op het Londen van na de aanslagen van 7 juli 2005. De jazzy single Distant dreams, met gastvocaliste Roxanne Tataei, snelt de plaat vast vooruit. Nitin Sawhney.
Hora Rudarenilor – Marcel Budala
Als je bedenkt dat hij al in de jaren ’50 met de beste roma-muzikanten uit Roemenië door het land toerde, en de decennia daarna de meest voorkomende naam was in verzoekplatenprogramma’s op de staatsradio, is het niet verwonderlijk dat er een plekje is gereserveerd door accordeonist Marcel Budala op de nieuwe Rough Guide to Romanian Gypsies. Hora Rudarenilor.
Deeper shade of soul – Urban Dance Squad
In het kader van 50 jaar Nederpop. Onder leiding van Eric Corton trokken donderdagavond op Nederland 3 in de 50 jaar Nederpop-quiz van de VPRO drie teams uit drie generaties popmuzikanten tegen elkaar ten strijde. Met als inzet: de grootste kennis over vijftig jaar popmuziek van eigen bodem. Eén van de teamleden van de middelste generatie was Rudeboy, de voormalige rapper van de Urban Dance Squad. Hij maakt nog steeds muziek, maar, zo laat hij de VPRO Gids deze week weten, hij zit intussen ook ‘in de kleding’ en wil nog wel steward worden in een vliegtuig, of hoofdconducteur op een internationale trein. Zolang ik maar weg ben’. De debuutplaat van Urban Dance Squad, Mental floss for the globe uit 1989, mag met recht een klassieke Nederpopplaat worden genoemd. Van die cd is Deeper shade of soul een van de nummers die indertijd – bijna twintig jaar geleden dus alweer – een bescheiden hit werden.
Beguine– De Kift
Meer Nederpop, van het uit de krakers- en punkscene ontsproten collectief De Kift uit Oost-Knollendam, dat het 20-jarig bestaan viert met de cd Hoofdkaas. Opnieuw wisselen op muziek gezette poezie van oud-Hollandse dichters en instrumentaaltjes met veel koperwerk elkaar af. De cd is verkrijgbaar in een losse, in rood velours gestoken editie, maar ook met een echt kookboek erbij. Van die nieuwe plaat van De Kift het nummer Beguine.
‘Zwoel en zoet, wanhopig en eenzaam’, zo omschreef onlangs de Newyorkse krant Village Voice het typische stemgeluid van de Texaanse zangeres Jolie Holland. De 32-jarige Holland, die ooit figureerde in de groep The Be Good Tanya’s en die Tom Waits tot haar fans mag rekenen, brengt deze week haar vierde cd uit. Folk, jazz, blues, country – Jolie Holland does it all. Van de cd The living and the dead is dit Mexico city.
Summer grof – Spinto Band
Summer grof, de eerste single van de cd Moonwink van de Spinto Band uit Delaware. Het is de zesde plaat in tien jaar tijd van dit zestal, opnieuw vol pretentieloze popliedjes.
The point of it all – Amanda Palmer
Geïnspireerd door David Lynch’ televisieserie Twin Peaks, waarin de vraag centraal stond wie Laura Palmer had vermoord, heeft Amanda Palmer haar solo-debuut Who killed Amanda Palmer? gedoopt. De zangeres vormde tot voor kort de helft van het Bostonse punk-cabaret-duo de Dresden Dolls. Ook solo getuigt ze van een grote hang naar theater: er verschijnt een boek over de fictieve moord en een toneelgroep reist straks met haar mee op toernee om de liedteksten uit te beelden. Van de cd draaien we haar ballad over een drugsverslaafde vriend, The point of it all, die Dresden Dolls-fans al moeten kennen van live-optredens.
Mamas don’t let your babies grow up to be cowboys – Lucinda Williams
Imus in the morning heet het programma waarmee radiomaker Don Imus in vrijwel de gehele VS te horen is. Imus, die als DJ een grote voorliefde voor country aan de dag legt, wist zijn favoriete artiesten zo ver te krijgen covers op te nemen voor een speciale benefiet-cd, waarvan de opbrengsten ten goede komen aan zijn ranch in New Mexico waar kinderen met kanker en bloedziekten werkervaring op kunnen doen, The Imus Ranch. Hij wist bijvoorbeeld Willie Nelson te strikken om een nummer van Dinah Washington te zingen, en Lucinda Williams op haar beurt vertolkt de country-klassieker die onder meer beroemd werd in de versie van Willie Nelson: Mamas don’t let your babies grow up to be cowboys. Zie ook de site.
Hang on to that last ray of hope – Big Low
De Nederlandse groep Big Low bestaat uit drie groepsleden die ook de kern vormen van de balkan-zigeunergroep Parne Gadje. Dat ze niet voor één gat te vangen zijn laat de muziek van Big Low goed horen. De muziek doet in de verste verste niet aan de balkan denken, eerder aan de Americana van Giant Sand of Calexico. Zij het dat Big Low haar muziek graag opsiert met in het genre ongebruikelijke instrumenten als de velofoon, de zingende zaag en de Arabische bendir. Van de nieuwe cd The junction of the two rivers het nummer Hang on to that last ray of hope.
De playlist van week 40
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
National Talk Like a Pirate Day – Lambchop
Het veelkoppige gezelschap uit Nashville dat zich Lambchop noemt, wijdt op de nieuwe cd een nummer aan het curieuze fenomeen de ‘National Talk like a Pirate Day’ (pleitbezorgers van deze denkbeeldige nationale feestdag hebben een heuse site). Kurt Wagner, als zanger en songschrijver de onbetwiste spil van de groep, weet op de nieuwe cd OH (ohio) nog altijd als geen ander alt. country te koppelen aan laid-back soul, waarbij hij soms forse strijkers- en blazerspartijen niet schuwt. Afwijkend van de vorige platen klinkt de nieuwe Lambchop-cd geen moment, sterker: je kunt gerust stellen dat Lambchop zich aldoor herhaalt. Maar ongetwijfeld zegt Kurt Wagner het Gerard Reve na: wie moet ik anders herhalen?
Crucify your mind – Rodriguez
Vorig jaar maakte hij plotseling zijn opwachting in Nederland, tijdens het jaarlijkse Crossing Border festival: de inmiddels 66-jarige Sixto Diaz Rodriguez, een uit Mexicaanse ouders geboren zanger, die sinds jaar en dag een cultstatus geniet op basis van welgeteld één album: het in psychedelische folk gedrenkte Cold fact uit 1970. Typisch zo’n plaat die rondzoemt, die muzikanten noemen in interviews als ze naar hun invloeden wordt gevraagd, maar die indertijd voor geen meter verkocht – op een bescheiden succes in Zuid-Afrika na, of all places – en nergens te verkrijgen was. De heruitgave die zojuist verscheen is dan ook meer dan welkom. Rodriguez en Crucify your mind.
No one was like Vermeer – Jonathan Richman
Een nieuwe plaat van Jonathan Richman, na vier jaar stilte: Because her beauty is raw and wild. Het is een inmiddels vertrouwd geluid: kleine liedjes begeleid op de Spaanse gitaar, nu eens in het Engels, dan weer in het Spaans. Zong Jonathan Richman op zijn klassieke debuutplaat met The Modern Lovers uit 1976 nog sarcastisch over Pablo Picasso, wiens seksisme maar voor lief werd genomen omdat het nu eenmaal zo’n goede schilder was (Paclo Picasso was never called an asshole), tegenwoordig brengt hij een andere schilders juist een serenade. Na Van Gogh en Dali is het de beurt aan Johannes Vermeer. Jonathan Richman en No one was like Vermeer.
Balkanski bal – La Caravane Passe
La caravane passe is een Parijse groep zigeunermuzikanten met een zelfbedacht taaltje, dat is opgebouwd uit het Frans, het Servisch, het Spaans, het Engels en het Yiddish. Plechti noemen ze het zelf, dit zootje ongeregeld dat een aanstekelijke debuutplaat opnam, Velkom Plechti, en daarvan het nummer Balkanski bal.
My eyes won’t shut – Port O’Brien
Port O’Brien is het dorpje aan de golf van Alaska waar de ouders van de muzikant Van Pierszalowski een vissersbedrijf runnen. Hoewel hij intussen naar het warmere Californië is verhuisd en daar met zijn vrouw een bakkerij leidt, keert Pierszalowski iedere zomer een aantal maanden terug naar Alaska om zijn familie bij te staan bij de zalmvisserij. En dan houdt hij er ook nog een bandje op na, dat stevig aan de weg timmert. Het is vernoemd naar dat vissersdorpje in Alaska: Port O’Brien. Van hun eerste volwaardige cd All we could do was sing het nummer My eyes won’t shut.
Amane como soy – Omara Portuondo
78 is ze intussen, de Cubaanse diva Omara Portuondo. Jarenlang vormde ze de spil van de revuegroep Tropicana en de laatste decennia is ze wereldwijd bekend als de vrouwelijke trots van de Buena Vista Social Club. Platen maken doet ze ook nog altijd. Van haar net verschenen cd Gracias draaien we Amane como soy, een duet met Pablo Milanès – 65 jaar, een jonkie nog eigenlijk in deze Cubaanse kringen.
Zie Omara Portuondo hier in duet met mede-Buena Vista-lid Ibrahim Ferrer (overleden in 2005).
Me and Armini – Emiliana Torrini
Titelnummer van de nieuwe, derde cd van de Ijslands-Italiaanse zangeres Emiliana Torrini, die een paar jaar geleden indruk maakte met haar plaat Fisherman’s woman. Sommige van haar fluisterzacht gezongen liedjes werden een bescheiden hit, ook hier in Nederland. Vervolgens schreef ze het nummer Slow, dat werd opgenomen door hitzangeres Kylie Minogue en wereldwijd een floorfiller in de discotheken werd, waarmee ze zich alvast verzekerd moet hebben van een goede oudedagsvoorziening. Misschien heeft dat er wel toe geleid dat het voormalige muurbloempje op haar nieuwe plaat zelfverzekerder klinkt dan ooit.
When we embraced – Micah P. Hinson
Ga er maar aan staan: opgroeien in een fundamentalistisch-christelijk gezin in een gat in Texas, als tiener zwaar verslaafd raken aan de dope, een paar jaar vastzitten voor vervalsing van papieren en leven op anti-depressiva. Je kan er de brui aan geven misschien, maar je kunt ook doen wat de inmiddels 27-jarige Micah P. Hinson doet: al die ervaringen omzetten in muziek. Van zijn tweede cd Micah P. Hinson and The Red Empire Orchestra het nummer When we embraced.
Dreamin’ of you – Bob Dylan
Smaakvol voorproefje op de cd Tell tale signs – The Bootleg Series Volume 8 van Bob Dylan die komende week verschijnt en waarop opnieuw – net als op de 7 voorgaande delen in de serie – zeldzame opnamen en interessante outtakes zijn verzameld. De single Dreamin’ of you is gratis te downloaden via Dylans site, het nummer is een restant van de opnamen voor de Dylan-plaat Time out of mind, uit 1997.
Acid tongue – Jenny Lewis
Steeds verder drijft Jenny Lewis weg bij het Americana-geluid waarmee ze naam maakte toen ze het boegbeeld was van de groep Rilo Kiley. Haar vorige plaat maakte ze nog onder de naam Jenny Lewis & The Watson Twins, maar haar nieuwe cd verschijnt helemaal onder haar eigen naam. Dat is te zeggen… er staat Jenny Lewis op de hoes, maar de lijst van beroemde en semi-beroemde muzikanten was nog niet eerder zo lang. Elvis Costello springt bijvoorbeeld bij in een duet. ‘Luisteraars willen toch graag wat starfuckery,’ zegt ze erg zelf over. Jenny Lewis en het titelnummer van haar nieuwe cd, Acid tongue.
Year of the dog – Lovely Sparrows
Het zal je maar gebeuren: je brengt een opvallende goede EP uit en word door iedereen om je heen aangemoedigd snel met een echte debuutplaat te komen. Geïnspireerd zet je je aan vhet schrijven maar zodra alles klaar is crasht de laptop waarop de noeste arbeid is vastgelegd. En nee, er is geen back up. Het overkwam zanger Shawn Jones, in het dagelijks leven muziekleraar in Austin maar sinds kort ook de drijvende kracht achter The Lovely Sparrows. Het debuut is er alsnog gekomen, zij het met slechts één nummer dat ook op die verdwenen oorspronkelijke cd had moeten staan. Met de inspiratie groeit immers ook het perfectionisme, getuige het zorgvuldig aangeklede Year of the dog van de cd Bury the cynics.
De playlist van week 39
Welke muziek klonk deze week in Villa VPRO?
Our own pretty ways – First Aid Kit
Het kan niet lang meer duren voordat Nederland ze ontdekt, de Zweedse zusjes Klara en Johanna Söderberg uit Enskede, een voorstadje van Stockholm. Johanna is 17, Klara 15, ze hebben veel naar Bright Eyes (de band, niet het liedje) geluisterd en de samenzang op hun debuut-EP Drunken trees is wonderschoon. Wie wil horen of dat live ook het geval is, kan volgende maand terecht op het Crossing Border-festival in Den Haag waar First Aid Kit optreedt.
Zie hier First Aid Kit ergens in de bossen bij Enskede met hun vertolking vanTiger Mountain Peasant Song van de groep Fleet Foxes.
I heard it through the grapevine – Andre Williams & The Quality Controls
Vorige week overleed op 67-jarige leeftijd Motown-producer en liedjesschrijver Norman Whitfield. Whitfield was de man van Papa was a rolling stone en het al even klassieke I heard it through the grapevine, dat in ’67 en ’68 door vrijwel de hele Motown-stal werd vertolkt, van Smokey Robinson & The Miracles tot The Isley Brothers, van Gladys Knight & The Pips tot Marvin Gaye. Minder bekend, maar wel bijzonder is deze nagenoeg instrumentale versie van Andre Williams & The Quality Controls.
If I could talk I’d tell you – The Lemonheads
Maandag 22 september in de Melkweg in Amsterdam, een dag later in de Botanique in Brussel: The Lemonheads, de groep die sinds de oprichting in 1986 zo vaak van bezetting wisselde dat het niet meer bij te benen was, maar zich nog altijd concentreert rondom de charismatische songschrijver Evan Dando. Vanwege z’n drugsverslaving en z’n neiging om de verkeerde vrienden en vriendinnen te kiezen – ik noem een Courtney Love, de roemruchte weduwe van Kurt Cobain – al vaak afgeschreven, maar hij blijft terugkeren en is ondanks alles nog altijd de vertolker van meeslepende, puntige punkpopliedjes. If I could talk I’d tell you staat op de cd Car button cloth.
C’est pas lamour – Rupa & The April Fishes
Duizelingwekkend is de hoeveelheid invloeden van Rupa & the April Fishes; hun debuut hinkelt van Franse chansons naar latin, van Argentijnse tango naar zigeunermuziek. De ouders van zangeres en blikvanger Rupa komen ook nog eens uit de Punjab in India, dus ook die invloed mag u er bij op tellen. Van hun debuut Extraordinary rendition het nummer C’est pas d’lamour.
Mon ami d’en haut – JP Nataf
JP Nataf, van de zojuist verschenen cd Acoustic France, waarop een staalkaart van nieuwe, Franse popmuziek staat verzameld. Natuurlijk, ze staan er op, de haast onvermijdelijke zuchtmeisjes zoals Carla Bruni – ook bekend als mevrouw Sarkozy, maar ook deze JP Nataf, die eerder naam maakte met zijn groep Les Innocents. Dit nummer heet Mon ami d’en haut.
Shivering – The Flying Bulgars
Klezmer Revolution heet de jongste loot aan de stam van de steeds verder uitdijende catalogus van Rough Guide. Van die cd The Flying Bulgars, een groep uit Toronto die niet alleen een voorliefde deelt voor klezmer, maar ook voor Frank Zappa en Puccini, en dit jaar haar twintigjarig jubileum viert. Shivering.
Daisy click clack – Stereolab
Track van het Londense gezelschap Stereolab, dat haar geluid met de coole, laid-back zang van Laetitia Sadier, de typische jaren negentig-lounge-sfeer en de vrolijke Motown-achtige arrangementen in steeds puntiger liedjes weet te vatten. Dit nummer staat op de nieuwe cd, Chemical chords, en is volgens onze regisseur ‘heel geschikt om Finse sex op te hebben’. Het is maar dat u het weet.
Nibari – Umalali
Al eerder draaiden we in dit programma muziek uit Garifuna Women’s Project, waaroor producer Ivan Duran tien jaar lang de westkust van Midden-Amerika afstruine, aldoor op zoek naar krachtige vrouwenstemmen die de ziel vormen van de liederen in de Garifuna-cultuur. Resultaat is de cd Umalali, dat stem betekent. Een van de mooiste stemmen op de cd, die de ondertitel The Garifuna Women’s Project meekreeg, is die van Sofia Blanco, uit Livingston in Guatemala. Zij is te horen op de bluesy openingstrack Nibari.
O sensin – Sezen Aksu
Sezen Aksu werd 54 geleden geboren in Sarayköy in Turkije en geldt sinds medio jaren zeventig als één van de invloedrijkste zangeressen en tekstschrijvers van Turkije, waar ze inmiddels meer dan 40 miljoen platen heeft verkocht. In Nederland geniet ze enige bekendheid sinds haar samenwerking met de populaire Balkan-componist Goran Bregovic. Hun bijzondere alliantie mondde uit in de cd The Wedding and the Funeral. Het mooiste nummer, O sensin, is nu terug te vinden op de net verschenen Rough Guide to Turkisch Café. Sezen Aksu.
Acid tongue – Jenny Lewis
Steeds verder drijft Jenny Lewis weg bij het Americana-geluid waarmee ze naam maakte toen ze het boegbeeld was van de groep Rilo Kiley. Haar vorige plaat maakte ze nog onder de naam Jenny Lewis & The Watson Twins, maar haar nieuwe cd verschijnt helemaal onder haar eigen naam. Dat is te zeggen… er staat Jenny Lewis op de hoes, maar de lijst van beroemde en semi-beroemde muzikanten was nog niet eerder zo lang. Elvis Costello springt bijvoorbeeld bij in een duet. ‘Luisteraars willen toch graag wat starfuckery,’ zegt ze erg zelf over. Dit is Jenny Lewis en het titelnummer van haar nieuwe cd, Acid tongue.
De playlist van week 38
Welke muziek klonk er deze week in Villa VPRO?
Year of the dog – Lovely Sparrows
Het zal je maar gebeuren: je brengt een opvallend goede EP uit en wordt door iedereen om je heen aangemoedigd snel met een echte debuutplaat te komen. Geïnspireerd zet je je aan het schrijven maar zodra alles klaar is crasht de laptop waarop de noeste arbeid is vastgelegd. En nee, er is geen back up. Het overkwam zanger Shawn Jones, in het dagelijks leven muziekleraar in Austin maar sinds kort ook de drijvende kracht achter The Lovely Sparrows. Het debuut is er alsnog gekomen, zij het met slechts één nummer dat ook op die verdwenen oorspronkelijke cd had moeten staan. Met de inspiratie groeit immers ook het perfectionisme, getuige het zorgvuldig aangeklede Year of the dog van de cd Bury the cynics.
Lost coastlines – Okkervil River
Een popgroep die een tweeluik maakt en die cd’s ook nog thema’s meegeeft… nog niet zo lang geleden was dat reden om het zaakje maar gelijk aan de kant te schuiven. Maar het is vandaag de dag niet langer verdacht om gewag te maken van zulke pretenties. In het geval van de groep Okkervil River al helemaal niet, want wat wil je, als je je naam ontleent aan een verhaal van de Russische schrijver Tolstaya. De nieuwe cd The Stand Ins vormt een tweeluik met de voorganger The Stage Names. Van die nieuwe cd het Motown-achtige Lost Coastlines, waarop frontman Will Sheff een duet zingt met Jonathan Meiburg, zijn collega bij de groep Shearwater die in het verleden zelf ook deel uitmaakte van Okkervil River.
Everybody wants to rule the world – Clare & The Reasons
Er zijn van die hitjes uit de jaren tachtig, die je indertijd zó vaak moest aanhoren dat je er beslist niet meer aan herinnerd wil worden. Sterker nog: daar zijn er heel veel van. Everybody wants to rule the world van Tears for Tears, nummer 2 in 1985, zou er zomaar eentje kunnen zijn. Maar zangeres Clare Muldauer Manchon, de spil van de debuterende groep Clare & The Reasons, weet er wel raad mee, ze tovert het nummer op de cd The Movie om in een vorstelijk georkestreerd nummer waarin die versleten melodie ineens toch weer vonkjes krijgt.
Alger, Alger – Les Orientales
Na uitgaven waarop traditionele Arabische muziek gekoppeld wordt aan de westerse dansvloer, richten de samenstellers van de serie Putumayo presents zich ditmaal op het akoestische werk. Het damestrio Les Orientales, opgericht in 2002, bestaat uit Frans-Algerijnse zangeressen uit Marseille die klassiekers uit hun moederland nieuw leven inblazen. Van de cd Acoustic Arabia Les Orientales en hun versie van de door de Algerijns-joodse componist Lili Boniche geschreven ode aan Algiers, Alger, Alger.
Heard it all before – Emiliana Torrini
Ze heet voluit Emiliana Torrini Daviosdóttir, maar heeft die laatste naam maar wijselijk laten vallen. Rest de vraag: hoe komt een vrouw aan zo’n naam? Haar vader begon een Italiaanse restaurant in Reykjavik, ontmoette daar haar moeder en in die stad werd ze 31 jaar geleden geboren. Na een korstondige opera-periode maakte ze overstap naar de popmuziek. Van haar zojuist verschenen derde cd Me and Armini Emiliana Torrini en Heard it all before.
So well – Benji Hughes
Liefst 25 liedjes telt het debuut van Benji Hughes, een huisschilder uit North Carolina wiens dikbuikige en langharige verschijning al net zo imposant is als de hoeveelheid liedjes die hij maakt. Dat hij van de groep The Flaming Lips houdt, laat zich raden. Eén van de liedjes kreeg zelfs de titel I went to see soms friends to see the Flaming Lips mee. Sympathiek debuut (titel: A love extreme), waarvan bij ons het nummer So well.
White winter hymnal – Fleet Foxes
Speelde popmuziek de eerste decennia nog een cruciale rol in het generatieconflict, tegenwoordig groeien hele volksstammen op die zweren bij de muziek waarop ze nog wel eens zouden kunnen zijn verwekt. Neem de Fleet Foxes, een vijftal uit Seatlle, dat er hoorbaar nog altijd lol in beleeft om de platenkast van de ouders om te kieperen. Een platenkast waarin prominente plekjes waren gereserveerd voor Crosby, Stills & Nash en The Beach Boys. Van hun titelloze plaat Fleet Foxes en White winter hymnal.
Willow tree – Chad Vangaalen
Als een kluizenaar knutselt Chad Vangaalen zijn platen thuis in het Canadese Calgary in elkaar, in dezelfde ruimte van waaruit hij ook zijn illustraties en animatiefilmpjes de wereld in stuurt. Zijn breekbare zang doet aan Neil Young denken, ook in dit liedje over sterfelijkheid, Willow tree, van zijn nieuwe cd Soft airplane.
The blindness – Our Broken Garden
Doordeweeks is ze toetsenist in het avant-gardistische ensemble Efterklang, maar de Deense Anna Bronstedt heeft nu ook haar eigen project. Onder de naam Our Broken Garden verscheen onlangs haar debuut When your blackening shows. Vaak een tikkie te etherisch, maar mooi is het nummer The blindness.
Le bonheur – Berry
De term is ooit gelanceerd door Ronald Giphart: zuchtmeisjes. Intussen lijkt het hier in Nederland een genre-aanduiding voor de vele jonge Franse zangeressen die alle klinken alsof de hemel bevolken waar Serge Gainsbourg de lakens uitdeelt. Wie de moeite neem het kaf van het koren scheiden, kan horen dat er geregeld opvallende talenten opstaan in het genre. Eerder dit jaar verscheen in Frankrijk het geslaagde, hoewel misschien net iets te gepolijste debuut van Parisiènne Berry, waarop ze zich een moderne erfgenaam van Juliette Gréco toont. Van die cd Mademoiselle het nummer Le bonheur.
De playlist van week 37
Welke muziek klonk er deze week in Villa VPRO?
Bahamut – Hazmat Modine
Ze zouden het prima doen als begeleidingsgroep van Tom Waits, maar ze doen het ook prima op eigen kracht: het Newyorkse folk-klezmer-calypso-gezelschap Hazmat Modine (foto) rond harmonicaspeler Wade Shuman. U hoorde het titelnummer van hun debuutplaat Bahamut.
Saved by summer – Swell
Saved by summer, van de groep Swell. Nou ja, groep… de band is in de loop der jaren steeds verder ingekrompen en bestaat nu nog uit welgeteld 1 lid: zanger-gitarist David Freel. Gebleven is zijn ambitie om zo veel mogelijk te zeggen met zo min mogelijk akkoorden. Dit nummer staat op de nieuwe, 7e cd South of the rain and snow.
Meio de transporte – Zé Cafofinho e suas Correntes
In de niet aflatende stroom uitgaves in de reeks Rough Guides verschijnt deze maand de editie Brazillian Street Party. Daarop hoort u waar jong en hip Brazilie de tijd mee doorbrengt, zoals deze muziek van Zé Cafofinho e Suas Correntes, door de makers zelf bestempeld tot ‘Brazilliaanse samba-barbecue-jazz’. Op de Rough Guide to Brazillian Street Party dus.
Temptation – James Yorkston
When the haar rolls in is de titel van de nieuwe, vierde plaat van folkzanger James Yorkston. The haar, moet u zich voorstellen, dat is de mist die vanuit de zee het land optrekt daar aan de Noordzee-kust in Schotland, waar Yorkston woont en werkt. Van die nieuwe plaat van deze Schotse bard het nummer Temptation.
Out there – Giant Sand
Niemand die zo goed de sfeer van de woestijn in Arizona weet op te roepen als Howe Gelb, de man achter Giant Sand. De groep, waaruit ooit het succesvolle Calexico ontstond als een soort spin-off, bestaat nog steeds al is Howe Gelb zelf de enige constante factor. Van de nieuwe Giant Sand-cd Provisions het nummer Out there.
Vleesmolen – De Kift
Het collectief De Kift uit Oost-Knollendam, dat grossiert in merkwaardige titels, viert het 20-jarig bestaan met de cd Hoofdkaas, die vertrouwd klinkt. Opnieuw wisselen op muziek gezette poëzie van oud-Hollandse dichters en instrumentaaltjes met veel koperwerk elkaar af. In de tweede categorie viel dit nummer, dat de al even typische titel Vleesmolen kreeg. De Kift dus.
Yundya weyu – Umalali
Tien jaar struinde producer Ivan Duran de westkust van Midden-Amerika af, aldoor op zoek naar krachtige vrouwenstemmen die de ziel vormen van de liederen in de Garifuna-cultuur. Resultaat is de cd Umalali, dat stem betekent. Een van de mooiste stemmen op de cd, die de ondertitel The Garifuna Women’s Project meekreeg, is die van Sofia Blanco. In het nummer dat u hoorde vertelt ze over een van haar bevallingen die 3 dagen en 3 nachten in beslag nam.
Belt of foam – Death Vessel
Death Vessel, uit Brooklyn. Je zou bij die naam misschien eerder een heavy metal-groep verwachten, maar het gaat hier zoals u heeft kunnen horen om tamelijk traditionele folk. Intrigerende plaat van de groep rond de in Berlijn geboren Joel Thibodeau. Death Vessel en Belt of foam.
De playlist van week 36
Welke muziek klonk er deze week in Villa VPRO?
More, love! – Terne Chave
De groep Terne Chave, uit het Tsjechische plaatsje Hradfec Kralove, was in de jaren tachtig een van de meest toonaangevende roma-groepen in toenmalig Tsjecho-Slowakije. Na de Fluwelen Revolutie van 1989 viel er voor de muzikanten zo veel te ontdekken, dat ieder zijns weegs ging. Maar een paar jaar geleden besloten de leden van de groep, elk veel muzikale invloeden rijker, de koppen weer bij elkaar te steken. Van hun nieuwe cd Terne Chave en More, love!
M’a yega si – Suzy Juliet
I believe in Amsterdam – Heavenly Grooves is voluit de titel van de net verschenen cd waarop het beste staat verzameld dat de Bijlmer vandaag de dag te bieden heeft. Ghanese rappers, Nigeriaanse arrangeurs en veel, heel veel vrolijke Surinaamse en Ghanese gospel-koren. Een groot aantal van deze parels uit Amsterdam Zuid-Oost zijn vrijdag 5 en zaterdag 6 september te horen en te zien tijdens de 5e editie van het Gospelfestival in de Amsterdamse Heineken Music Hall. Van I believe in Amsterdam de Curacaose zangeres Suzy Juiliet en M’ a yega si.
Throw the stone – Micah P. Hinson
Ga er maar aan staan: opgroeien in een fundamentalistisch-christelijk gezin in een gat in Texas, als tiener zwaar verslaafd raken aan de dope, een paar jaar vastzitten voor vervalsing van papieren en leven op anti-depressiva. Je kan er de brui aan geven misschien, maar je kunt ook doen wat de inmiddels 27-jarige Micah P. Hinson doet: al die ervaringen omzetten in muziek. Hij imponeerde al met zijn debuut twee jaar geleden, maar overtreft zich nu met de cd 2e cd Micah P. Hinson and The Red Empire Orchestra. Zware, gedragen stukken, maar ook kleine liedjes als dit, Throw the Stone.
No ni no – Madera Limpia
De leden van de Cubaanse groep Madera Limpia leven op slechts enkele kilometers afstand van Guantanamo Bay, in een buurt vol vervallen koloniale huizen, armoede en een sterk vergrijzende bevolking. De jongelui van Madera Limpia kiezen er vooralsnog voor in het kleine stadje Guantanamo in het zuidwesten van het land te blijven en maken er muziek die hoopvol klinkt. Van hun cd La Corona het nummer No ni no.
Midwest country – Hilde Marie Kjersem
Alweer een debuut van een getalenteerde zangeres uit Scandinavië, de cd A killer for that ache van de jonge Noorse zangeres Hilde Marie Kjersem. Ze laat zich op haar cd omringen door een kwartet, dat bestaat uit haar oud-mede-studenten van de Noorse Academie voor Muziek. Midwest country.
Sprinter – Dianogah
Dianogah is een tamelijk experimenteel tweetal uit Chicago dat muziek maakt waarin een bovengemiddelde rol is weggelegd voor de basgitaar. Op hun nieuwe cd, de eerste na zes jaar stilte, kiest het duo voor een veelzijdiger, toegankelijker geluid. Daarvoor hebben zij met succes de hulp ingeroepen van zangeres Stephanie Morris en van de ook hier in Nederland steeds bekender wordende violist Andrew Bird. Sprinter.
Me and Armini – Emiliana Torrini
De oorspronkelijk uit Ijsland afkomstige zangeres Emiliana Torrini maakte een paar jaar geleden in grote kring indruk met haar plaat Fisherman’s woman. Sommige van haar fluisterzacht gezongen liedjes werden een bescheiden hit, ook hier in Nederland. Op haar nieuwe cd lijkt het voormalige muurbloempje Torrini meer in de schijnwerpers te treden met een veelzijdiger geluid, getuige de single die het album nu vooruitsnelt: Me and Armini.
This friend of mine – Jeff Hanson
Wie onvoorbereid een cd van singer-songwriter Jeff Hanson opzet, denkt ongetwijfeld dat er een vergissing in het spel is. De verkeerde cd in het verkeerde hoesje misschien? Je zou zweren met een dame te maken te hebben, maar Jeff Hanson is toch echt man van geboorte. Stelt u zich een vrouwelijke variant voor van Elliott Smith. Behalve z’n opmerkelijke stem mogen ook z’n liedjes er wezen. Van z’n derde cd het nummer This friend of mine.
Tembele – Jean Mpia
Bij het Engelse label Honest Jons is een kleine, gedreven groep muziekfreaks sinds een paar jaar aan het neuzen in het rijke archief met 78-toerenplaten in het hoofdkwartier van E.M.I. in Middlesex. Meer dan 150.000 van die 78-toeren-platen staan daar om omafgestoft te worden. Het leukste, mooiste en opmerkelijkste wordt nu mooie cd-compilaties uitgebracht. Er staat van alles op: Balinese gamelan uit de jaren ’20, de eerste opnamen van de latere Libanese ster-zangeres Fairuz, en veel Congolose ruma uit de jaren dertig, zoals dit: Jean Mpia en Tembele.
De playlist van week 35
Welke muziek klonk er deze week in Villa VPRO?
Cook for you – Clare & The Reasons
Track van opvallend debuut van Newyorkse zangeres Clare Muldaur Machon, die haar plaat uitbrengt onder de naam Clare & The Reasons. Knappe liedjes die de sfeer ademen van films uit de jaren twintig en dertig, voorzien van rijke orkestraties waarvoor ze de hulp inriep van arrangeurs Van Dyke Parks en Sufjan Stevens.
Imnul (kish mayn tokhes) – Max Pashm
Max Pashm is een graag geziene gast op de Balkan Beats-avonden die in zo’n beetje iedere Europese hoofdstad worden georganiseerd (6 sept. weer in The Max in Amsterdam) en waar polka, klezmer, roma-muziek en hoempapa rijp worden gemaakt voor de moderne, grootsteedse dansvloer. De eerste cd van Pashm, Weddings, barmitzvahs and funerals, is al 10 jaar een klassieker in het genre, en wordt nu opgevolgd door Never mind the balkans. Daarvan deze track.
Cavalos – Dona Rosa
51-jarige folk- en fado-zangeres, die een paar jaar geleden zingend in de straten van Porto werd ontdekt door een Oostenrijkse producer. Begeleidde zich meestal louter op een triangel. Dona Rosa leefde indertijd van de gulle gevers in de stad, maar heeft intussen 3 cd’s gemaakt die haar van een ruimer inkomen voorzien. Dit nummer komt van haar nieuwe, derde cd Alma livre.
Milk thistle – Conor Oberst
Afsluiter van titelloze nieuwe cd van Conor Oberst uit Nebraska, die voor het eerst onder zijn eigen naam een plaat uitbrengt: we kennen hem immers beter als Bright Eyes. Een groot verschil met de Bright Eyes-platen is er niet, ook op deze plaat wisselen alt. country en weemoedige folksongs elkaar af. Nog altijd een van de belangrijkste singer-songwriters van z’n generatie. Zet zich (net als bijvoorbeeld Bruce Springsteen en R.E.M.) ook in voor de Democraten. 2 september te zien en te horen in de Melkweg in Amsterdam.
Si me la dan la cojo – Augusto Santos
De cd Bachata Roja claimt de eerste compilatie te zijn van klassieke Dominicaanse bachata. De muziek, een mengsel van Afrikaanse, Spaanse en Zuid-Amerikaanse stijlen, beleefde haar hoogtijdagen in de jaren ’60, voor elektronische instrumenten hun intrede deden in de Dominicaanse Republiek. Van die cd Augusto Santos en Si me la dan la cojo.
Winter – The Dodos
Sterk debuut van duo uit San Fransisco. Door de platenmaatschappij voor het gemak maar weggezet als ‘indie-folkpop’. Tweetal The Dodos weet op cd Visiter goed raad met opgetogen drumgeroffel en snelle gitaar-riffs, maar ook met een mooie tekst over een hopeloze verliefdheid, in dit nummer Winter.
Voltei – Velha Guiarda da Portela
In de Brazilliaanse groep Velha Guiarda da Portela zijn de beste samba-muzikanten verzameld die verbonden zijn aan de vele samba-scholen die Rio de Janeira rijk is. Een van de constanten op de cd Tudo Azul is de stem van Marissa Monté.
Apples – My Brightest Diamond
Achter My Brightest Diamond gaat de klassiek geschoolde zangeres Sarah Worden schuil. Groeide op in streng-christelijk milieu, speelde al jong piano en zong in opera’s. Slaat nu succesvol de brug tussen theatrale opera-achtergrond en haar andere voorliefde, kunstzinnige popmuziek. Track van haar 2e, nieuwe cd A thousand shark’s teeth.
Walls – Beck
Van deze zomer verschenen nieuwe cd van Beck, voluit Beck Hansen, Modern guilt. Minder knip- en plak-werk dan voorheen, minder hiphop, meer sixties-invloeden en teksten die getuigen van zorgen over bijvoorbeeld de consumptiemaatschappij en de klimaatverandering. Tikkie serieuzer dus, maar nog altijd leuk. Beck heeft zich intussen ook verbonden aan de Scientology-kerk. Daar kunnen ze wel een nieuwe muzikale missionaris gebruiken, nu soullegende Isaac Hayes – ook bekeerd tot Scientology – twee weken geleden overleed.
Dance dance dance – Lykke Li
22-jarige Zweedse debutante, die overal waar haar plaat wordt uitgebracht onder superlatieven wordt bedolven, ook hier in Nederland waar de zangeres vorige week in de Volkskrant ‘een heel bijzonder en aangenaam lichtvoetig talent’ werd genoemd. Maakte vorige week ook indruk op Lowlands.
Gotta get away from it all – Mitty Collier
Opnieuw een vergeten souldiva die herontdekt kan worden met dank aan het Britse label Kent, dat intussen het verloren werk van al vele, intussen aow-gerechtigde soulzangers en -zangeressen, opnieuw heeft uitgegeven. Mitty Collier nam in haar 12-jarige carriere als soulzangeres welgeteld 1 elpee en een kleine 20 singletjes op voor het legendarische Chess-label. Poliepen op de stembanden maakten er een eind aan. Na de operatie was ze plots in de Heer. Haar stem was terug, maar Collier richtte zich op gospel. Haar beste werk uit de seculiere tijd nu dus verzameld op Shades of Mitty Collier.